Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.5. Hoger beroep
Artikel 8:110

Artikel 8:110 (Procedure en termijnen incidenteel hoger beroep)

Laatste versie

1. Indien hoger beroep is ingesteld, kan degene die ook hoger beroep had kunnen instellen, incidenteel hoger beroep instellen. De voorschriften omtrent het hoger beroep zijn van toepassing, tenzij in deze titel anders is bepaald.

2. Het incidenteel hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken nadat de hogerberoepsrechter de gronden van het hoger beroep aan de desbetreffende partij heeft verzonden.

3. Binnen vier weken nadat de hogerberoepsrechter de gronden van het incidenteel hoger beroep aan partijen heeft verzonden, kunnen deze partijen schriftelijk hun zienswijze omtrent het incidenteel hoger beroep naar voren brengen.

4. De hogerberoepsrechter kan de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen of, indien hij het hoger beroep behandelt met overeenkomstige toepassing van afdeling 8.2.3, verkorten.

5. Voor het incidenteel hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien hoger beroep is ingesteld, kan degene die ook hoger beroep had kunnen instellen, incidenteel hoger beroep instellen. De voorschriften omtrent het hoger beroep zijn van toepassing, tenzij in deze titel anders is bepaald.

Dit betekent letterlijk: Wanneer er een hoger beroep is ingediend (ingesteld), kan de partij die eveneens de bevoegdheid had om hoger beroep in te stellen, ook een incidenteel hoger beroep indienen. De regels (voorschriften) die gelden voor het reguliere hoger beroep zijn ook op het incidenteel hoger beroep van toepassing, tenzij in deze titel (van de wet) afwijkende bepalingen zijn opgenomen (anders is bepaald).

2. Het incidenteel hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken nadat de hogerberoepsrechter de gronden van het hoger beroep aan de desbetreffende partij heeft verzonden.

Dit betekent letterlijk: Het incidenteel hoger beroep moet worden ingediend (ingesteld) binnen een termijn van zes weken. Deze termijn start op het moment dat de rechter die het hoger beroep behandelt (de hogerberoepsrechter) de argumenten (gronden) van het (oorspronkelijke) hoger beroep heeft gestuurd (verzonden) aan de partij die incidenteel hoger beroep wil instellen.

3. Binnen vier weken nadat de hogerberoepsrechter de gronden van het incidenteel hoger beroep aan partijen heeft verzonden, kunnen deze partijen schriftelijk hun zienswijze omtrent het incidenteel hoger beroep naar voren brengen.

Dit betekent letterlijk: Nadat de hogerberoepsrechter de argumenten (gronden) van het incidenteel hoger beroep aan de betrokken partijen heeft gestuurd (verzonden), hebben deze partijen een termijn van vier weken om schriftelijk hun mening of standpunt (zienswijze) over dit incidenteel hoger beroep kenbaar te maken (naar voren brengen).

4. De hogerberoepsrechter kan de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen of, indien hij het hoger beroep behandelt met overeenkomstige toepassing van afdeling 8.2.3, verkorten.

Dit betekent letterlijk: De rechter die het hoger beroep behandelt (de hogerberoepsrechter) heeft de bevoegdheid om de termijnen die in het tweede lid (voor het instellen van incidenteel hoger beroep) en het derde lid (voor het naar voren brengen van een zienswijze) zijn genoemd, langer te maken (verlengen). De rechter kan deze termijnen ook korter maken (verkorten), op voorwaarde dat hij het hoger beroep behandelt op een wijze die overeenkomt met de procedure beschreven in afdeling 8.2.3 (met overeenkomstige toepassing van afdeling 8.2.3).

5. Voor het incidenteel hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.

Dit betekent letterlijk: Voor het indienen van een incidenteel hoger beroep hoeven geen administratieve kosten voor de rechtszaak (griffierecht) betaald te worden (is niet verschuldigd).