Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
Afdeling 6.2. Overige algemene bepalingen
Artikel 6:8

Artikel 6:8 (Aanvang termijn bezwaar en beroep)

Laatste versie

1. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

2. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit waartegen alleen door een of meer bepaalde belanghebbenden administratief beroep kon worden ingesteld, vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn ongebruikt is verstreken.

3. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat aan goedkeuring is onderworpen, vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit, inhoudende de goedkeuring van dat besluit, op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

4. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht en dat is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, ter inzage is gelegd.

Uitleg in duidelijke taal

1. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

Dit betekent dat de periode waarbinnen een rechtsmiddel kan worden ingesteld, begint te lopen (vangt aan) met ingang van de dag die volgt op de dag waarop het besluit officieel en volgens de daarvoor geldende regels (op de voorgeschreven wijze) is gepubliceerd of medegedeeld (bekendgemaakt).

2. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit waartegen alleen door een of meer bepaalde belanghebbenden administratief beroep kon worden ingesteld, vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn ongebruikt is verstreken.

Dit lid bepaalt dat de periode (termijn) voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit, in het geval dat uitsluitend (alleen) door één of meer specifieke (bepaalde) belanghebbenden administratief beroep tegen dat besluit kon worden ingesteld, pas begint te lopen (vangt aan) met ingang van de dag die volgt op de dag waarop de termijn om dat administratief beroep in te stellen voorbij is gegaan zonder dat dit beroep is ingesteld (ongebruikt is verstreken).

3. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat aan goedkeuring is onderworpen, vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit, inhoudende de goedkeuring van dat besluit, op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

Dit lid stelt dat de periode (termijn) voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat eerst goedgekeurd moet worden (aan goedkeuring is onderworpen), begint te lopen (vangt aan) met ingang van de dag die volgt op de dag waarop het besluit dat de goedkeuring van het oorspronkelijke besluit bevat (inhoudende de goedkeuring van dat besluit), officieel en volgens de regels (op de voorgeschreven wijze) is gepubliceerd of medegedeeld (bekendgemaakt).

4. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht en dat is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, ter inzage is gelegd.

Dit lid geeft aan dat de periode (termijn) voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat specifiek gericht is tot één of meerdere belanghebbenden en dat tot stand is gekomen (voorbereid) volgens de procedure beschreven in afdeling 3.4 (van de Algemene wet bestuursrecht), begint te lopen (vangt aan) met ingang van de dag die volgt op de dag waarop dat besluit, zoals bepaald in artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, voor iedereen ter inzage is gelegd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad133x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1102

ECLI:NL:HR:2019:11025 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad65x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1153

ECLI:NL:HR:2021:115316 juli 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad63x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:960

ECLI:NL:HR:2015:96017 april 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad52x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA6508

ECLI:NL:HR:2000:AA650814 juli 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad42x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA5141

ECLI:NL:HR:2000:AA514115 maart 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad39x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL0078

ECLI:NL:HR:2010:BL007822 januari 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV1885

ECLI:NL:HR:2012:BV188513 juli 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:515

ECLI:NL:HR:2024:5155 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2225

ECLI:NL:HR:2017:22251 september 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:59

ECLI:NL:HR:2024:5919 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak