Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
Afdeling 6.2. Overige algemene bepalingen
Artikel 6:6

Artikel 6:6 (Niet-ontvankelijkheid bezwaar beroep, herstel verzuim)

Laatste versie

Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien: a. niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of b. het bezwaar- of beroepschrift geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Uitleg in duidelijke taal

Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien:

Dit eerste deel stelt dat een bezwaar of beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard onder de voorwaarden die in de volgende onderdelen worden genoemd.

a. niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of

Dit betekent dat het bezwaar of beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als niet is voldaan aan de vereisten zoals gesteld in artikel 6:5, of als niet is voldaan aan enig ander vereiste dat de wet stelt voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep.

b. het bezwaar- of beroepschrift geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15,

Dit houdt in dat het bezwaar of beroep ook niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het bezwaar- of beroepschrift in zijn geheel of voor een deel is geweigerd op basis van artikel 2:15.

mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Deze slotbepaling voegt de cruciale voorwaarde toe dat een bezwaar of beroep alleen niet-ontvankelijk kan worden verklaard op de gronden genoemd onder a of b, indien de indiener de gelegenheid heeft gekregen om het geconstateerde verzuim (de fout of het gebrek) te herstellen binnen een termijn die hem daarvoor is gegeven.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad145x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2

ECLI:NL:HR:2014:210 januari 2014Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:948

ECLI:NL:HR:2019:94814 juni 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:949

ECLI:NL:HR:2019:94914 juni 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF7103

ECLI:NL:HR:2003:AF710311 april 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:84

ECLI:NL:HR:2021:8422 januari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:352

ECLI:NL:HR:2016:3524 maart 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:AA2582

ECLI:NL:HR:1998:AA258216 december 1998Dit wetsartikel wordt 20 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:515

ECLI:NL:HR:2024:5155 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1434

ECLI:NL:HR:2013:14346 december 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1048

ECLI:NL:HR:2019:104828 juni 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak