Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 5. Handhaving
Titel 5.4. Bestuurlijke boete
Afdeling 5.4.2. De procedure
Artikel 5:48

Artikel 5:48 (Vereisten rapport overtreding bestuurlijke boete)

Laatste versie

1. Het bestuursorgaan en de voor de overtreding bevoegde toezichthouder kunnen van de overtreding een rapport opmaken.

2. Het rapport is gedagtekend en vermeldt:

a. de naam van de overtreder; b. de overtreding alsmede het overtreden voorschrift; c. zo nodig een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd.

3. Een afschrift van het rapport wordt uiterlijk bij de bekendmaking van de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete aan de overtreder toegezonden of uitgereikt.

4. Indien van de overtreding een proces-verbaal als bedoeld in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering is opgemaakt, treedt dit voor de toepassing van deze afdeling in de plaats van het rapport.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bestuursorgaan en de voor de overtreding bevoegde toezichthouder kunnen van de overtreding een rapport opmaken.

Dit lid stelt dat het bestuursorgaan en de toezichthouder die bevoegd is voor de overtreding, de mogelijkheid hebben om een rapport op te maken van de overtreding.

2. Het rapport is gedagtekend en vermeldt:

Dit lid specificeert dat het rapport een datum moet hebben (gedagtekend is) en de volgende informatie moet bevatten:

a. de naam van de overtreder;

Dit onderdeel vereist dat de naam van de persoon of entiteit die de overtreding heeft begaan (de overtreder) in het rapport wordt opgenomen.

b. de overtreding alsmede het overtreden voorschrift;

Dit onderdeel vereist dat het rapport zowel de specifieke overtreding beschrijft als het wettelijke voorschrift dat is overtreden.

c. zo nodig een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd.

Dit onderdeel stelt dat, indien nodig, het rapport ook moet aangeven waar en wanneer de overtreding is waargenomen (geconstateerd).

3. Een afschrift van het rapport wordt uiterlijk bij de bekendmaking van de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete aan de overtreder toegezonden of uitgereikt.

Dit lid bepaalt dat een kopie (afschrift) van het rapport aan de overtreder moet worden gestuurd of overhandigd. Dit moet uiterlijk gebeuren op het moment dat de beslissing (beschikking) om de bestuurlijke boete op te leggen, bekend wordt gemaakt aan de overtreder.

4. Indien van de overtreding een proces-verbaal als bedoeld in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering is opgemaakt, treedt dit voor de toepassing van deze afdeling in de plaats van het rapport.

Dit lid geeft aan dat als er voor de overtreding al een proces-verbaal is opgemaakt zoals beschreven in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering, dit proces-verbaal dan de functie van het in deze afdeling bedoelde rapport overneemt. Het proces-verbaal vervangt dan het rapport voor de procedure van de bestuurlijke boete.