Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 5. Handhaving
Titel 5.3. Herstelsancties
Afdeling 5.3.2. Last onder dwangsom
Artikel 5:39

Artikel 5:39 (Procedure beroep invordering dwangsom)

Laatste versie

1. Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de last onder dwangsom heeft mede betrekking op een beschikking die strekt tot invordering van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist.

2. De bestuursrechter kan de beslissing op het beroep of hoger beroep tegen de beschikking tot invordering echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is.

3. In beroep of hoger beroep legt de belanghebbende zo mogelijk een afschrift over van de beschikking die hij betwist.

4. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek om voorlopige voorziening.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de last onder dwangsom heeft mede betrekking op een beschikking die strekt tot invordering van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist.

Dit betekent dat een bezwaar, beroep of hoger beroep dat is ingesteld tegen de last onder dwangsom, ook de beschikking omvat waarmee de dwangsom wordt ingevorderd. Dit geldt alleen als de belanghebbende deze invorderingsbeschikking daadwerkelijk aanvecht (betwist).

2. De bestuursrechter kan de beslissing op het beroep of hoger beroep tegen de beschikking tot invordering echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is.

Dit houdt in dat de bestuursrechter de mogelijkheid heeft om de zaak betreffende het beroep of hoger beroep tegen de invorderingsbeschikking door te sturen (verwijzen) naar een ander orgaan, als de bestuursrechter oordeelt dat behandeling door dat andere orgaan wenselijk is.

3. In beroep of hoger beroep legt de belanghebbende zo mogelijk een afschrift over van de beschikking die hij betwist.

Dit bepaalt dat de belanghebbende, bij het instellen van beroep of hoger beroep, indien mogelijk een kopie (afschrift) moet indienen van de beschikking die hij aanvecht (betwist).

4. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek om voorlopige voorziening.

Dit betekent dat de bepalingen van het eerste, tweede en derde lid op eenzelfde manier gelden (van overeenkomstige toepassing zijn) voor een verzoek om een voorlopige voorziening.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2717 - Rechtbank Midden-Nederland - 30 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:271730 april 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4374 - Raad van State - 29 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:437429 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1819 - Raad van State - 30 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:181930 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:7244 - Rechtbank Limburg - 15 oktober 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:724415 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:4850 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 juli 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:48501 juli 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:4510 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 juli 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:45101 juli 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:3431 - Rechtbank Overijssel - 24 juni 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:343124 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:1499 - Rechtbank Noord-Nederland - 18 april 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:149918 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2023:11678 - Rechtbank Rotterdam - 11 december 2023

ECLI:NL:RBROT:2023:1167811 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBLIM:2024:5548 - Rechtbank Limburg - 18 augustus 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:554818 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak