Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 5. Handhaving
Titel 5.3. Herstelsancties
Afdeling 5.3.2. Last onder dwangsom
Artikel 5:37

Artikel 5:37 (Beschikking invordering dwangsom)

Laatste versie

1. Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.

2. Het bestuursorgaan geeft voorts een beschikking omtrent de invordering van de dwangsom, indien een belanghebbende daarom verzoekt.

3. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het verzoek.

Uitleg in duidelijke taal

1. Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.

Dit betekent letterlijk: Voordat het bestuursorgaan een aanmaning stuurt om tot betaling van de dwangsom over te gaan, neemt het bestuursorgaan een formele beslissing (een beschikking) over het daadwerkelijk innen (de invordering) van een dwangsom.

2. Het bestuursorgaan geeft voorts een beschikking omtrent de invordering van de dwangsom, indien een belanghebbende daarom verzoekt.

Dit betekent letterlijk: Het bestuursorgaan neemt verder ook een formele beslissing (een beschikking) over het innen (de invordering) van de dwangsom, als een persoon of organisatie die daarbij een direct belang heeft (een belanghebbende) hierom vraagt (verzoekt).

3. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het verzoek.

Dit betekent letterlijk: Het bestuursorgaan moet binnen een termijn van vier weken een beslissing nemen op het verzoek van de belanghebbende.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:817 - Stuiting van verjaring bij invordering bestuursrechtelijke dwangsommen - 2 april 2015

ECLI:NL:HR:2015:8172 april 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een invorderingsbeschikking voor een verbeurde dwangsom stuit de verjaring niet. De wet (Awb) regelt stuitingshandelingen limitatief. De invorderingsbeschikking is een wettelijke voorwaarde voor latere stuitingshandelingen zoals een aanmaning, maar heeft zelf geen stuitende werking en kan er niet mee worden gelijkgesteld.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Bestuursstrafrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1714 - Raad van State - 23 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:171423 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:846 - Raad van State - 27 februari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:84627 februari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2024:3971 - Raad van State - 1 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:39711 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4193 - Rechtbank Overijssel - 1 augustus 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:41931 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6008 - Rechtbank Rotterdam - 23 juni 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:600823 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2023:4615 - Raad van State - 12 december 2023

ECLI:NL:RVS:2023:461512 december 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2024:371 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 januari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:37121 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4374 - Raad van State - 29 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:437429 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:3016 - Raad van State - 23 juli 2024

ECLI:NL:RVS:2024:301623 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak