Artikel 5:37 (Beschikking invordering dwangsom)
1. Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.
2. Het bestuursorgaan geeft voorts een beschikking omtrent de invordering van de dwangsom, indien een belanghebbende daarom verzoekt.
3. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het verzoek.
Uitleg in duidelijke taal
1. Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.
Dit betekent letterlijk: Voordat het bestuursorgaan een aanmaning stuurt om tot betaling van de dwangsom over te gaan, neemt het bestuursorgaan een formele beslissing (een beschikking) over het daadwerkelijk innen (de invordering) van een dwangsom.
2. Het bestuursorgaan geeft voorts een beschikking omtrent de invordering van de dwangsom, indien een belanghebbende daarom verzoekt.
Dit betekent letterlijk: Het bestuursorgaan neemt verder ook een formele beslissing (een beschikking) over het innen (de invordering) van de dwangsom, als een persoon of organisatie die daarbij een direct belang heeft (een belanghebbende) hierom vraagt (verzoekt).
3. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het verzoek.
Dit betekent letterlijk: Het bestuursorgaan moet binnen een termijn van vier weken een beslissing nemen op het verzoek van de belanghebbende.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2015:817 - Stuiting van verjaring bij invordering bestuursrechtelijke dwangsommen - 2 april 2015
Een invorderingsbeschikking voor een verbeurde dwangsom stuit de verjaring niet. De wet (Awb) regelt stuitingshandelingen limitatief. De invorderingsbeschikking is een wettelijke voorwaarde voor latere stuitingshandelingen zoals een aanmaning, maar heeft zelf geen stuitende werking en kan er niet mee worden gelijkgesteld.