Artikel 5:35 (Verjaring rechtsvordering betaling verbeurde dwangsom)
1. In afwijking van artikel 4:104, eerste lid, verjaart de rechtsvordering tot betaling van een verbeurde dwangsom door verloop van een jaar na de dag waarop zij is verbeurd.
2. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart, bezwaar, beroep of hoger beroep openstaat of aanhangig is tegen de last onder dwangsom, wordt de verjaringstermijn verlengd tot onherroepelijk op het bezwaar, beroep of hoger beroep is beslist.
Uitleg in duidelijke taal
1. In afwijking van artikel 4:104, eerste lid, verjaart de rechtsvordering tot betaling van een verbeurde dwangsom door verloop van een jaar na de dag waarop zij is verbeurd.
Dit lid betekent letterlijk: in afwijking van artikel 4:104, eerste lid, de rechtsvordering tot betaling van een verbeurde dwangsom (dat is het recht om betaling te vorderen van een reeds verschuldigd geworden dwangsom) verjaart (dat wil zeggen, vervalt na een bepaalde periode) door verloop van een jaar na de dag waarop zij is verbeurd (de dag waarop de verplichting tot betaling is ontstaan).
2. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart, bezwaar, beroep of hoger beroep openstaat of aanhangig is tegen de last onder dwangsom, wordt de verjaringstermijn verlengd tot onherroepelijk op het bezwaar, beroep of hoger beroep is beslist.
Dit lid betekent letterlijk: indien op de dag waarop de rechtsvordering (het recht om betaling te vorderen) verjaart, er nog een procedure van bezwaar, beroep of hoger beroep openstaat (nog gestart kan worden) of aanhangig is (reeds in behandeling is) tegen de opgelegde last onder dwangsom, dan wordt de verjaringstermijn verlengd. Deze verlenging duurt voort totdat er onherroepelijk (dat wil zeggen: definitief, waartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat) op dat bezwaar, beroep of hoger beroep is beslist.