Artikel 5:30 (Verkoop of vernietiging meegevoerde zaken)
1. Indien een meegevoerde en opgeslagen zaak niet binnen dertien weken nadat zij is meegevoerd, kan worden teruggegeven, kan het bestuursorgaan de zaak verkopen.
2. Het bestuursorgaan kan de zaak eerder verkopen, zodra de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten, vermeerderd met de voor de verkoop geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de zaak onevenredig hoog worden.
3. Verkoop vindt evenwel niet plaats binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift van het proces-verbaal van meevoeren en opslaan, tenzij het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft.
4. Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van de zaak onder aftrek van de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten en de kosten van de verkoop. Na het verstrijken van deze termijn vervalt een batig saldo aan het bestuursorgaan.
5. Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan verkoop niet mogelijk is, kan het de zaak om niet aan een derde in eigendom overdragen of laten vernietigen. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien een meegevoerde en opgeslagen zaak niet binnen dertien weken nadat zij is meegevoerd, kan worden teruggegeven, kan het bestuursorgaan de zaak verkopen.
Dit lid bepaalt dat indien een zaak die is meegevoerd en opgeslagen niet binnen dertien weken nadat deze is meegevoerd, kan worden teruggegeven, het bestuursorgaan dan de zaak mag verkopen.
2. Het bestuursorgaan kan de zaak eerder verkopen, zodra de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten, vermeerderd met de voor de verkoop geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de zaak onevenredig hoog worden.
Dit lid stelt dat het bestuursorgaan de zaak ook eerder dan na dertien weken mag verkopen. Dit is toegestaan zodra de kosten die ingevolge artikel 5:25 verschuldigd zijn, vermeerderd met de voor de verkoop geraamde kosten, onevenredig hoog worden in verhouding tot de waarde van de zaak.
3. Verkoop vindt evenwel niet plaats binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift van het proces-verbaal van meevoeren en opslaan, tenzij het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft.
Dit lid specificeert dat verkoop evenwel niet plaatsvindt binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift van het proces-verbaal van meevoeren en opslaan. Een uitzondering geldt indien het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft; in die gevallen mag de verkoop wel binnen deze termijn plaatsvinden.
4. Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van de zaak onder aftrek van de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten en de kosten van de verkoop. Na het verstrijken van deze termijn vervalt een batig saldo aan het bestuursorgaan.
Dit lid regelt dat gedurende een periode van drie jaren na het tijdstip van verkoop, degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht heeft op de opbrengst van de zaak. Van deze opbrengst worden de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten en de kosten van de verkoop afgetrokken. Indien na het verstrijken van deze termijn van drie jaar nog een batig saldo overblijft, dan vervalt dit aan het bestuursorgaan.
5. Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan verkoop niet mogelijk is, kan het de zaak om niet aan een derde in eigendom overdragen of laten vernietigen. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit lid bepaalt dat, indien naar het oordeel van het bestuursorgaan verkoop niet mogelijk is, het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft om de zaak om niet (kosteloos) aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen. Verder stelt dit lid dat het eerste tot en met het derde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing zijn, wat betekent dat die regels op een vergelijkbare manier gelden voor deze situatie van overdracht of vernietiging.