Artikel 5:12 (Legitimatiebewijs en -plicht toezichthouder)
1. Bij de uitoefening van zijn taak draagt een toezichthouder een legitimatiebewijs bij zich, dat is uitgegeven door het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de toezichthouder werkzaam is.
2. Een toezichthouder toont zijn legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds.
3. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezichthouder en vermeldt in ieder geval diens naam en hoedanigheid. Het model van het legitimatiebewijs wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Justitie en Veiligheid.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bij de uitoefening van zijn taak draagt een toezichthouder een legitimatiebewijs bij zich, dat is uitgegeven door het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de toezichthouder werkzaam is.
Dit betekent dat een toezichthouder, wanneer hij zijn taken uitvoert, een legitimatiebewijs bij zich moet dragen. Dit legitimatiebewijs moet zijn uitgegeven door het bestuursorgaan waarvoor de toezichthouder werkzaam is en dat de verantwoordelijkheid voor hem draagt.
2. Een toezichthouder toont zijn legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds.
Dit betekent dat een toezichthouder zijn legitimatiebewijs onmiddellijk (aanstonds) moet laten zien als daarom gevraagd wordt (desgevraagd).
3. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezichthouder en vermeldt in ieder geval diens naam en hoedanigheid. Het model van het legitimatiebewijs wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
Dit betekent dat het legitimatiebewijs een foto van de toezichthouder moet bevatten en in ieder geval diens naam en zijn functie (hoedanigheid) moet vermelden. Hoe het legitimatiebewijs eruitziet (het model), wordt bepaald in een regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie.