Artikel 4:94 (Uitstel van betaling door bestuursorgaan)
1. Het bestuursorgaan kan de wederpartij uitstel van betaling verlenen.
2. Gedurende het uitstel kan het bestuursorgaan niet aanmanen of invorderen.
3. De beschikking tot uitstel van betaling vermeldt de termijn waarvoor het uitstel geldt.
4. Het bestuursorgaan kan aan de beschikking tot uitstel van betaling voorschriften verbinden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bestuursorgaan kan de wederpartij uitstel van betaling verlenen.
Dit betekent dat het bestuursorgaan de mogelijkheid heeft om de partij aan wie een betalingsverplichting is opgelegd (de wederpartij), toe te staan de betaling op een later tijdstip te voldoen.
2. Gedurende het uitstel kan het bestuursorgaan niet aanmanen of invorderen.
Dit houdt in dat zolang de periode van uitstel van betaling loopt, het bestuursorgaan geen betalingsherinneringen (aanmanen) mag sturen of dwangmaatregelen mag nemen om de schuld te innen (invorderen).
3. De beschikking tot uitstel van betaling vermeldt de termijn waarvoor het uitstel geldt.
Dit betekent dat in het officiële besluit (de beschikking) waarmee uitstel van betaling wordt verleend, de specifieke periode moet worden genoemd gedurende welke het uitstel van kracht is.
4. Het bestuursorgaan kan aan de beschikking tot uitstel van betaling voorschriften verbinden.
Dit houdt in dat het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft om bepaalde voorwaarden (voorschriften) te koppelen aan het besluit tot het verlenen van uitstel van betaling.