Artikel 4:35 (Weigeringsgronden subsidieverlening)
1. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden; b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:
a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
3. De subsidieverlening wordt voorts geweigerd indien de verstrekking van subsidie naar het oordeel van het bestuursorgaan niet verenigbaar is met het bepaalde in de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Uitleg in duidelijke taal
1. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
Dit betekent dat het toekennen van de subsidie (de subsidieverlening) kan in elk geval (in ieder geval) worden afgewezen (geweigerd) als er een gerechtvaardigde reden (gegronde reden) bestaat om te veronderstellen (aan te nemen) dat een van de hieronder genoemde situaties zich voordoet.
a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;
Dit houdt in dat er reden is om aan te nemen dat de gesubsidieerde activiteiten niet, of niet volledig (niet geheel), zullen worden uitgevoerd (zullen plaatsvinden).
b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
Dit betekent dat er reden is om aan te nemen dat degene die de subsidie aanvraagt (de aanvrager) zich niet zal houden aan de voorwaarden of plichten (verplichtingen) die aan de subsidie gekoppeld zijn (verbonden verplichtingen).
c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Dit houdt in dat er reden is om aan te nemen dat de aanvrager niet op een correcte manier (behoorlijke wijze) zal rapporteren (rekening en verantwoording zal afleggen) over de uitgevoerde activiteiten (verrichte activiteiten) en de bijbehorende kosten (uitgaven) en opbrengsten (inkomsten), voor zover deze informatie noodzakelijk is (van belang zijn) voor het definitief bepalen (vaststelling) van de subsidie.
2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:
Dit betekent dat het toekennen van de subsidie (de subsidieverlening) bovendien (voorts) en in elk geval (in ieder geval) kan worden afgewezen (geweigerd) als de aanvrager een van de hieronder beschreven handelingen heeft verricht of in een van de genoemde situaties verkeert.
a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of
Dit betreft de situatie waarin de aanvrager tijdens de aanvraagprocedure (in het kader van de aanvraag) verkeerde (onjuiste) of niet complete (onvolledige) informatie (gegevens) heeft gegeven (heeft verstrekt), en als het verstrekken van deze specifieke gegevens geleid zou hebben tot een verkeerd besluit (onjuiste beschikking) over de aanvraag.
b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
Dit betekent dat de aanvrager failliet is verklaard, of dat aan hem uitstel van betaling (surséance van betaling) is toegekend (verleend), of dat met betrekking tot hem (ten aanzien van hem) de wettelijke regeling voor schuldsanering voor natuurlijke personen (schuldsaneringsregeling natuurlijke personen) van toepassing is verklaard, of wanneer (dan wel) een aanvraag (verzoek daartoe) hiervoor bij de rechtbank is ingediend.
3. De subsidieverlening wordt voorts geweigerd indien de verstrekking van subsidie naar het oordeel van het bestuursorgaan niet verenigbaar is met het bepaalde in de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Dit betekent dat het toekennen van de subsidie (de subsidieverlening) bovendien (voorts) zal worden afgewezen (geweigerd) als het verstrekken van de subsidie volgens de mening (naar het oordeel) van het overheidsorgaan dat beslist (het bestuursorgaan) in strijd is (niet verenigbaar is) met de regels (het bepaalde) in de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.