Algemene wet bestuursrecht

1. De aanvrager kan weigeren gegevens en bescheiden te verschaffen voor zover het belang daarvan voor de beslissing van het bestuursorgaan niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, met inbegrip van de bescherming van medische en psychologische onderzoeksresultaten, of tegen het belang van de bescherming van bedrijfs- en fabricagegegevens.

Dit lid betekent dat de aanvrager het recht heeft om te weigeren bepaalde gegevens en bescheiden te verschaffen. Dit mag voor zover het belang van deze gegevens en bescheiden voor de beslissing van het bestuursorgaan niet opweegt tegen (dus, minder zwaar weegt dan of gelijk is aan) een van de volgende belangen:

• het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, waaronder ook de bescherming van medische en psychologische onderzoeksresultaten valt;
• of het belang van de bescherming van bedrijfs- en fabricagegegevens.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op bij wettelijk voorschrift aangewezen gegevens en bescheiden waarvan is bepaald dat deze dienen te worden overgelegd.

Dit lid stelt dat het eerste lid niet van toepassing is (dus, de aanvrager kan niet weigeren) op gegevens en bescheiden die bij wettelijk voorschrift zijn aangewezen én waarvan in datzelfde wettelijk voorschrift is bepaald dat deze dienen te worden overgelegd (verplicht verstrekt moeten worden).