Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten
Titel 4.1. Beschikkingen
Afdeling 4.1.1. De aanvraag
Artikel 4:2

Artikel 4:2 (Vereisten aanvraag beschikking)

Laatste versie

1. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:

a. de naam en het adres van de aanvrager; b. de dagtekening; c. een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

2. De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:

Dit lid stelt dat de aanvraag ondertekend moet zijn en minimaal de hierna genoemde elementen moet bevatten.

a. de naam en het adres van de aanvrager;

Dit houdt in dat de aanvraag de naam en het adres van de indiener (de aanvrager) moet bevatten.

b. de dagtekening;

Dit verwijst naar de datum waarop de aanvraag is opgesteld of ingediend.

c. een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

Hierbij moet de aanvrager specificeren welke beschikking hij of zij precies aanvraagt.

2. De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

Dit lid legt de aanvrager de plicht op om daarnaast alle gegevens en documenten (bescheiden) te verstrekken die noodzakelijk zijn voor het bestuursorgaan om een beslissing te kunnen nemen op de aanvraag. Het gaat hierbij om gegevens en bescheiden waarover de aanvrager redelijkerwijs kan beschikken.