Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten
Titel 4.1. Beschikkingen
Afdeling 4.1.3. Beslistermijn
§ 4.1.3.2. Dwangsom bij niet tijdig beslissen
Artikel 4:19

Artikel 4:19 (Bezwaar en beroep hoogte dwangsom)

Laatste versie

1. Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de beschikking op de aanvraag heeft mede betrekking op een beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist.

2. De bestuursrechter kan de beslissing op het beroep of hoger beroep inzake de beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is.

3. In beroep of hoger beroep legt de belanghebbende zo mogelijk een afschrift over van de beschikking die hij betwist.

4. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek om voorlopige voorziening.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de beschikking op de aanvraag heeft mede betrekking op een beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom, voorzover de belanghebbende deze beschikking betwist.

Dit betekent dat als een belanghebbende bezwaar maakt, beroep instelt, of in hoger beroep gaat tegen de beschikking op de aanvraag, dit rechtsmiddel ook (mede) betrekking heeft op een beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom. Dit geldt voorzover de belanghebbende het niet eens is met (betwist) deze specifieke beschikking over de dwangsom.

2. De bestuursrechter kan de beslissing op het beroep of hoger beroep inzake de beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is.

Dit houdt in dat de bestuursrechter de bevoegdheid heeft om de beslissing op het beroep of hoger beroep, specifiek met betrekking tot (inzake) de beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom, door te sturen (verwijzen) naar een ander orgaan. Dit mag de bestuursrechter doen indien behandeling door dit andere orgaan gewenst is.

3. In beroep of hoger beroep legt de belanghebbende zo mogelijk een afschrift over van de beschikking die hij betwist.

Dit betekent dat wanneer een belanghebbende beroep instelt of in hoger beroep gaat, deze persoon zo mogelijk een kopie (afschrift) moet overleggen van de beschikking die hij betwist (de beschikking waar hij het niet mee eens is).

4. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek om voorlopige voorziening.

Dit stelt dat de regels uit het eerste tot en met het derde lid van dit artikel op een vergelijkbare manier gelden (van overeenkomstige toepassing zijn) voor een verzoek om voorlopige voorziening.