Artikel 4:15 (Opschorting beslistermijn beschikking)
1. De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag na die waarop het bestuursorgaan:
a. de aanvrager krachtens artikel 4:5 uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, of b. de aanvrager mededeelt dat voor de beschikking op de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie is gevraagd, tot de dag waarop deze informatie is ontvangen of verder uitstel niet meer redelijk is.
2. De termijn voor het geven van een beschikking wordt voorts opgeschort:
a. gedurende de termijn waarvoor de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd, b. zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend, of c. zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven.
3. In geval van overmacht deelt het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk aan de aanvrager mede dat de beslistermijn is opgeschort, alsmede binnen welke termijn de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
4. Indien de opschorting eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of het tweede lid, onderdelen b en c, zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven.
Uitleg in duidelijke taal
1. De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag na die waarop het bestuursorgaan:
Dit lid bepaalt dat de wettelijke periode waarbinnen een bestuursorgaan een beslissing (een beschikking) moet nemen, tijdelijk wordt stilgezet (opgeschort). Deze opschorting begint op de dag volgend op de dag dat het bestuursorgaan een van de hierna genoemde acties onderneemt.
a. de aanvrager krachtens artikel 4:5 uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, of
Dit onderdeel specificeert dat de termijn wordt opgeschort indien het bestuursorgaan de indiener van de aanvraag (de aanvrager), op basis van artikel 4:5 van de wet, verzoekt om de aanvraag compleet te maken (aan te vullen). De opschorting duurt tot de dag dat de aanvraag is aangevuld, of tot de dag dat de termijn die voor het aanvullen was gegeven, voorbij is zonder dat de aanvulling heeft plaatsgevonden.
b. de aanvrager mededeelt dat voor de beschikking op de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie is gevraagd, tot de dag waarop deze informatie is ontvangen of verder uitstel niet meer redelijk is.
Dit onderdeel stelt dat de termijn ook wordt opgeschort als het bestuursorgaan de aanvrager informeert dat er voor het nemen van de beslissing op de aanvraag informatie nodig is die redelijkerwijs essentieel is, en deze informatie is opgevraagd bij een instantie in het buitenland. De opschorting duurt tot de dag waarop deze informatie binnenkomt, of tot het moment dat verdere vertraging niet langer als redelijk wordt beschouwd.
2. De termijn voor het geven van een beschikking wordt voorts opgeschort:
Dit lid geeft aan dat er nog andere situaties zijn waarin de termijn voor het nemen van een beschikking wordt opgeschort.
a. gedurende de termijn waarvoor de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd,
De beslistermijn wordt opgeschort voor de periode waarmee de aanvrager via een schriftelijke verklaring akkoord is gegaan met uitstel van de beslissing.
b. zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend, of
De beslistermijn wordt opgeschort voor de duur dat de vertraging in het besluitvormingsproces te wijten is aan (kan worden toegerekend aan) de aanvrager zelf.
c. zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven.
De beslistermijn wordt opgeschort zolang het bestuursorgaan vanwege een situatie van overmacht (omstandigheden buiten zijn controle) niet in de positie is om een beschikking af te geven.
3. In geval van overmacht deelt het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk aan de aanvrager mede dat de beslistermijn is opgeschort, alsmede binnen welke termijn de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Dit lid bepaalt dat wanneer er sprake is van overmacht, het bestuursorgaan de aanvrager zo snel als mogelijk moet informeren dat de beslistermijn is opgeschort. Tevens moet het bestuursorgaan aangeven binnen welke nieuwe termijn de aanvrager de beschikking alsnog kan verwachten.
4. Indien de opschorting eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of het tweede lid, onderdelen b en c, zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven.
Dit lid schrijft voor dat als de opschorting van de beslistermijn voorbij is – specifiek in de situaties genoemd in lid 1, onderdeel b (informatie van buitenlandse instantie), of lid 2, onderdeel b (vertraging door aanvrager) en c (overmacht) – het bestuursorgaan de aanvrager hierover zo snel mogelijk moet inlichten. In deze mededeling moet ook worden vermeld binnen welke termijn de beschikking alsnog zal worden gegeven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:485 - Eén bezwaar, één dwangsom: aanslag, boete en rente als samenhangend geheel
Een bezwaar tegen een belastingaanslag, boete- en rentebeschikking op hetzelfde aanslagbiljet leidt tot het verbeuren van slechts één dwangsom bij niet-tijdig beslissen. De Hoge Raad beschouwt deze als een zodanig samenhangend geheel dat ze voor de dwangsomregeling als één beschikking gelden.