Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten
Titel 4.4. Bestuursrechtelijke geldschulden
Afdeling 4.4.3. Verjaring
Artikel 4:105

Artikel 4:105 (Stuiting verjaring bestuursrechtelijke geldschuld)

Laatste versie

1. De verjaring wordt gestuit door een daad van rechtsvervolging overeenkomstig artikel 316, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 316, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

2. Erkenning van het recht op betaling stuit de verjaring van de rechtsvordering tegen hem die het recht erkent.

Uitleg in duidelijke taal

1. De verjaring wordt gestuit door een daad van rechtsvervolging overeenkomstig artikel 316, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 316, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent letterlijk dat de termijn waarbinnen een recht uitgeoefend kan worden (de verjaring) wordt onderbroken (gestuit) door een handeling waarmee een juridische procedure wordt gestart (een daad van rechtsvervolging). Deze handeling moet gebeuren op een manier die overeenkomt met wat beschreven staat in artikel 316, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Verder geldt dat artikel 316, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gebruikt moet worden.

2. Erkenning van het recht op betaling stuit de verjaring van de rechtsvordering tegen hem die het recht erkent.

Dit houdt letterlijk in dat als een persoon erkent dat er een recht op betaling bestaat, deze erkenning de lopende verjaringstermijn van de juridische vordering tot betaling (de rechtsvordering) onderbreekt (stuit) ten aanzien van de persoon die het recht erkent.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:817 - Stuiting van verjaring bij invordering bestuursrechtelijke dwangsommen - 2 april 2015

ECLI:NL:HR:2015:8172 april 2015Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Een invorderingsbeschikking voor een verbeurde dwangsom stuit de verjaring niet. De wet (Awb) regelt stuitingshandelingen limitatief. De invorderingsbeschikking is een wettelijke voorwaarde voor latere stuitingshandelingen zoals een aanmaning, maar heeft zelf geen stuitende werking en kan er niet mee worden gelijkgesteld.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Bestuursstrafrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:936 - Parket bij de Hoge Raad - 12 september 2024

ECLI:NL:PHR:2024:93612 september 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHAMS:2024:1385 - Gerechtshof Amsterdam - 15 april 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:138515 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2024:776 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 4 november 2024

ECLI:NL:CBB:2024:7764 november 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:5610 - Rechtbank Limburg - 20 augustus 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:561020 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:8284 - Rechtbank Noord-Holland - 10 juli 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:828410 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak