Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Algemene bepalingen over besluiten
Afdeling 3.1. Inleidende bepalingen
Artikel 3:1

Artikel 3:1 (Toepasselijkheid Awb-afdelingen AVV andere handelingen)

Laatste versie

1. Op besluiten, inhoudende algemeen verbindende voorschriften:

a. is afdeling 3.2 slechts van toepassing, voor zover de aard van de besluiten zich daartegen niet verzet; b. zijn de afdelingen 3.6 en 3.7 niet van toepassing.

2. Op andere handelingen van bestuursorganen dan besluiten zijn de afdelingen 3.2 tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de handelingen zich daartegen niet verzet.

Uitleg in duidelijke taal

1. Op besluiten, inhoudende algemeen verbindende voorschriften:

Dit geeft aan welke regels van toepassing zijn op besluiten die algemeen verbindende voorschriften bevatten.

a. is afdeling 3.2 slechts van toepassing, voor zover de aard van de besluiten zich daartegen niet verzet;

Dit betekent dat afdeling 3.2 alleen van toepassing is, mits de aard van de betreffende besluiten zich daartegen niet verzet.

b. zijn de afdelingen 3.6 en 3.7 niet van toepassing.

Dit houdt in dat de afdelingen 3.6 en 3.7 niet van toepassing zijn.

2. Op andere handelingen van bestuursorganen dan besluiten zijn de afdelingen 3.2 tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de handelingen zich daartegen niet verzet.

Dit stelt dat voor andere handelingen van bestuursorganen dan besluiten, de afdelingen 3.2 tot en met 3.4 op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) gelden, op voorwaarde dat de aard van die handelingen zich daartegen niet verzet.

Gerelateerde rechtspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven203x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:190 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 25 maart 2024

ECLI:NL:CBB:2024:19025 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad73x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:729 - Aansprakelijkheidslimiet binnenvaart: rechter corrigeert verouderd bedrag met inflatie - 17 mei 2018

ECLI:NL:HR:2018:72917 mei 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroep op een wettelijke aansprakelijkheidslimiet die jarenlang niet is geïndexeerd, is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De rechter mag het bedrag corrigeren voor inflatie, maar niet verder verhogen, omdat dit de rechtsvormende taak te buiten gaat.

Civiel RechtTransport en Handelsrecht, Letselschaderecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1360 - Arrest JA/JA-sticker: Gemeentelijke bevoegdheid voor invoering opt-in-systeem reclamedrukwerk - 23 september 2021

ECLI:NL:HR:2021:136023 september 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een gemeente is bevoegd om op basis van haar autonome verordeningsbevoegdheid (art. 149 Gem.w.) een opt-in-systeem voor reclamedrukwerk in te voeren ter preventie van afval. Dit is geen uitputtend geregeld onderwerp in de Wet milieubeheer en behoort tot de huishouding van de gemeente.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1148 - Repatriëringszaak IS-vrouwen: Geen rechtsmacht, geen onrechtmatige daad Staat - 25 juni 2020

ECLI:NL:HR:2020:114825 juni 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Staat heeft geen rechtsmacht over Nederlandse vrouwen en kinderen in Syrische kampen. Hierdoor kunnen zij geen direct beroep doen op mensenrechtenverdragen. De Staat handelt niet onrechtmatig door hen niet te repatriëren, gelet op de grote beleidsvrijheid inzake nationale veiligheid en buitenlands beleid.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6298 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 september 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:62989 september 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1787 - Verplichting en kosten eHerkenning voor belastingaangifte hebben wettelijke basis - 1 december 2022

ECLI:NL:HR:2022:17871 december 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De verplichting om tegen betaling eHerkenning te gebruiken voor de aangifte loonheffingen berust op een geldige wettelijke grondslag, namelijk artikel 3a AWR en de daarop gebaseerde Regeling EBVB. De daaraan verbonden kosten zijn niet onevenredig in verhouding tot het doel: de beveiliging van persoonsgegevens.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2023:8979 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 19 december 2023

ECLI:NL:RBZWB:2023:897919 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO3860 - Hoge Raad - 6 mei 2004

ECLI:NL:HR:2004:AO38606 mei 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:3604 - Rechtbank Den Haag - 14 maart 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:360414 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2023:4872 - Raad van State - 19 december 2023

ECLI:NL:RVS:2023:487219 december 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak