Artikel 10:5 (Algemeen en specifiek mandaat verlenen)
1. Een bestuursorgaan kan hetzij een algemeen mandaat hetzij een mandaat voor een bepaald geval verlenen.
2. Een algemeen mandaat wordt schriftelijk verleend. Een mandaat voor een bepaald geval wordt in ieder geval schriftelijk verleend indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een bestuursorgaan kan hetzij een algemeen mandaat hetzij een mandaat voor een bepaald geval verlenen.
Dit betekent letterlijk dat een bestuursorgaan de keuze heeft om ofwel een mandaat te verlenen dat voor vele gevallen geldt (een algemeen mandaat), ofwel een mandaat dat slechts voor één specifieke situatie bedoeld is (een mandaat voor een bepaald geval).
2. Een algemeen mandaat wordt schriftelijk verleend. Een mandaat voor een bepaald geval wordt in ieder geval schriftelijk verleend indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever.
Dit betekent dat een algemeen mandaat altijd op schrift gesteld moet worden. Een mandaat voor een specifiek geval moet in ieder geval schriftelijk worden verleend als de persoon aan wie het mandaat wordt gegeven (de gemandateerde) niet werkt onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan dat het mandaat verleent (de mandaatgever).