Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Algemeene bepalingen
§ 4. Het openbaar maken
Artikel 12

Artikel 12

Laatste versie

1. Onder de openbaarmaking van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt mede verstaan:

1°. de openbaarmaking van eene verveelvoudiging van het geheel of een gedeelte van het werk; 2°. de verbreiding van het geheel of een gedeelte van het werk of van eene verveelvoudiging daarvan, zoolang het niet in druk verschenen is; 3°. het verhuren of uitlenen van het geheel of een gedeelte van een exemplaar van het werk met uitzondering van bouwwerken en werken van toegepaste kunst, of van een verveelvoudiging daarvan die door de rechthebbende of met zijn toestemming in het verkeer is gebracht; 4°. de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar van het geheel of een gedeelte van het werk of van eene verveelvoudiging daarvan; 5°. het uitzenden van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk door middel van een satelliet of een andere zender of een omroepnetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008; 6°. de openbaarmaking door middel van doorgifte van een werk via de kabel of langs andere weg.

2. Onder verhuren als bedoeld in het eerste lid, onder 3°, wordt verstaan het voor een beperkte tijd en tegen een direct of indirect economisch of commercieel voordeel voor gebruik ter beschikking stellen.

3. Onder uitlenen als bedoeld in het eerste lid, onder 3°, wordt verstaan het voor een beperkte tijd en zonder direct of indirect economisch of commercieel voordeel voor gebruik ter beschikking stellen door voor het publiek toegankelijke instellingen.

4. Onder een voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar wordt mede begrepen die in besloten kring, tenzij deze zich beperkt tot de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring, en voor de toegang tot de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling geen betaling, in welke vorm ook, geschiedt. Hetzelfde geldt voor een tentoonstelling.

5. Onder een voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar wordt niet begrepen die welke uitsluitend dient tot het onderwijs dat vanwege de overheid of vanwege een rechtspersoon zonder winstoogmerk wordt gegeven, voor zover de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling deel uitmaakt van het schoolwerkplan of leerplan voor zover van toepassing, of tot een wetenschappelijk doel. De eerste volzin is mede van toepassing op het digitale gebruik ter toelichting bij het vorenbedoeld onderwijs dat plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van een onderwijsinstelling door middel van een beveiligde elektronische omgeving die alleen toegankelijk is voor de leerlingen of studenten en het onderwijzend personeel van de onderwijsinstelling, mits:

1°. het gebruik gelijktijdig met de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling plaatsvindt; 2°. het gebruik, met inbegrip van de handelingen tot reproductie die voor de openbaarmaking noodzakelijk zijn, wordt gerechtvaardigd voor het te bereiken niet-commerciële doel; en 3°. de bron, waaronder de naam van de maker, wordt vermeld, tenzij dit niet mogelijk blijkt.

6. Als afzonderlijke openbaarmaking wordt niet beschouwd de gelijktijdige uitzending van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk door hetzelfde organisme dat dat programma oorspronkelijk uitzendt.

7. Onder het uitzenden van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk door middel van een satelliet wordt verstaan de handeling waarbij de programmadragende signalen voor ontvangst door het publiek onder controle en verantwoordelijkheid van de omroeporganisatie worden ingevoerd in een ononderbroken mededelingenketen die naar de satelliet en terug naar de aarde voert. Indien de programmadragende signalen in gecodeerde vorm worden uitgezonden, is er sprake van het uitzenden van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk door middel van een satelliet, indien de middelen voor het decoderen van de uitzending door of met toestemming van de omroeporganisatie ter beschikking van het publiek worden gesteld.

8. Onder de doorgifte van een werk via de kabel wordt verstaan de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, door middel van een kabel- of microgolfsysteem, aan het publiek, van een oorspronkelijke uitzending, al dan niet via de ether, ook per satelliet, van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk die voor ontvangst door het publiek bestemd is, ongeacht de wijze waarop degene die de doorgifte verzorgt de programmadragende signalen van de omroeporganisatie ten behoeve van de doorgifte verkrijgt.

9. Onder de doorgifte van een werk langs andere weg wordt verstaan de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel, bedoeld in het achtste lid, van een oorspronkelijke uitzending, per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending, met uitzondering van een online uitzending, van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk, die voor het publiek bestemd is, ongeacht de wijze waarop degene die de doorgifte verzorgt de programmadragende signalen van de omroeporganisatie ten behoeve van de doorgifte verkrijgt. Indien een internettoegangsdienst als bedoeld in Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG (richtlijn) inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobiele communicatienetwerken binnen de Unie (PbEU 2015, L 310) de doorgifte verzorgt, is alleen sprake van de doorgifte van een werk langs andere weg als het een beveiligde doorgifte betreft die geschiedt aan daartoe geautoriseerde gebruikers.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU8940

ECLI:NL:HR:2006:AU894016 juni 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX7484

ECLI:NL:HR:2012:BX748423 november 2012Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Europees Civiel Recht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH7602

ECLI:NL:HR:2009:BH760219 juni 2009Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:841

ECLI:NL:HR:2015:8413 april 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Informatierecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:1938 - Hoge Raad: Muziek in gemeenschappelijke woonkamer zorginstelling is openbaarmaking

ECLI:NL:HR:2022:193823 december 2022Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Het afspelen van muziek in gemeenschappelijke woonkamers van een zorginstelling kwalificeert als 'mededeling aan het publiek'. De bewoners, hun bezoek en personeel vormen geen private groep. De zorginstelling speelt een centrale rol, waardoor een auteursrechtelijke vergoeding is verschuldigd.

Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2013:CA0265

ECLI:NL:HR:2013:CA026512 juli 2013Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1935:137

ECLI:NL:HR:1935:13714 februari 1935Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak