Artikel 1
1. Degene die bij of krachtens de wet belast is met de opsporing van strafbare feiten of enig ander onderzoek, met de uitvoering van een wettelijk voorschrift of met het toezicht op de naleving daarvan, dan wel een bevoegdheid tot vrijheidsbeneming uitoefent, en uit dien hoofde in een woning binnentreedt, is verplicht zich voorafgaand te legitimeren en mededeling te doen van het doel van het binnentreden. Indien twee of meer personen voor hetzelfde doel in een woning binnentreden, rusten deze verplichtingen slechts op degene die bij het binnentreden de leiding heeft.
2. Indien de naleving van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen naar redelijke verwachting ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van personen of goederen, feitelijk onmogelijk is dan wel naar redelijke verwachting de strafvordering schaadt ten aanzien van misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, gelden deze verplichtingen slechts voor zover de naleving daarvan in die omstandigheden kan worden gevergd.
3. Een persoon in dienst van een bestuursorgaan die zich ingevolge het eerste lid legitimeert, toont een legitimatiebewijs dat is uitgegeven door of in opdracht van dat bestuursorgaan. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de houder en vermeldt diens naam en hoedanigheid. Indien de veiligheid van de houder van het legitimatiebewijs vordert dat zijn identiteit verborgen blijft, kan in plaats van zijn naam zijn nummer worden vermeld.
4. De persoon, bedoeld in het eerste lid, die met toestemming van de bewoner wenst binnen te treden, vraagt voorafgaand aan het binnentreden diens toestemming. De toestemming moet blijken aan degene die wenst binnen te treden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:PHR:2024:162 - Parket bij de Hoge Raad - 12 februari 2024
ECLI:NL:HR:2014:144 - Verzuim mededeling binnentredingsdoel leidt niet automatisch tot bewijsuitsluiting - 20 januari 2014
Een verweer dat binnentreding onrechtmatig is omdat het doel niet is medegedeeld (art. 1 Awbi), leidt niet tot bewijsuitsluiting als het verweer onvoldoende is gemotiveerd. De verdediging moet specifiek het belang van het voorschrift, de ernst van het verzuim en het veroorzaakte nadeel onderbouwen.
ECLI:NL:HR:2014:3109 - Hoge Raad - 3 november 2014
ECLI:NL:GHSHE:2024:1075 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 25 maart 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:6028 - Rechtbank Gelderland - 3 juni 2024
ECLI:NL:HR:2011:BT6402 - Onrechtmatig binnentreden en hulpverleningsplicht: schending Awbi-voorschriften versus Politiewet - 21 november 2011
Het niet naleven van de legitmatie- en mededelingsplicht uit de Algemene wet op het binnentreden (Awbi) leidt tot onrechtmatig binnentreden, ook bij toestemming van de bewoner. Dit vormverzuim hoeft echter niet tot bewijsuitsluiting te leiden als de politie bevoegd was binnen te treden voor hulpverlening (art. 2 Politiewet).
ECLI:NL:RVS:2024:1592 - Raad van State - 16 april 2024
ECLI:NL:HR:2012:BV8288 - Toestemming binnentreden zonder consultatie advocaat na aanhouding - 26 maart 2012
Het consultatierecht van een aangehouden verdachte strekt niet zo ver dat de politie pas na raadpleging van een advocaat toestemming mag vragen voor het binnentreden van een woning. Het verlenen van toestemming is geen onderdeel van het verhoor waarop het recht op consultatie betrekking heeft.