Artikel 8:107 (Mededeling en stukkenuitwisseling hoger beroep)
1. De griffier van de hogerberoepsrechter doet van het ingestelde hoger beroep zo spoedig mogelijk mededeling aan de griffier van de rechtbank die de uitspraak heeft gedaan.
2. De griffier van de rechtbank stelt de gedingstukken met de aantekeningen van de zitting, voor zover deze op de zaak betrekking hebben, en een afschrift van de uitspraak binnen een week na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde mededeling ter beschikking aan de griffier van de hogerberoepsrechter.
3. Op verzoek van de hogerberoepsrechter stelt de griffier van de rechtbank het proces-verbaal van de zitting of de schriftelijke weergave van een in artikel 8:36e bedoelde beeld- of geluidsopname die het proces-verbaal vervangt, ter beschikking aan de griffier van de hogerberoepsrechter binnen een door de hogerberoepsrechter te bepalen termijn. De griffier van de hogerberoepsrechter stelt dit proces-verbaal of deze schriftelijke weergave ter beschikking aan partijen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De griffier van de hogerberoepsrechter doet van het ingestelde hoger beroep zo spoedig mogelijk mededeling aan de griffier van de rechtbank die de uitspraak heeft gedaan.
Dit lid bepaalt dat de griffier van de hogerberoepsrechter (de instantie die het hoger beroep behandelt) zo spoedig mogelijk mededeling moet doen van het feit dat hoger beroep is ingesteld. Deze mededeling is gericht aan de griffier van de rechtbank die de oorspronkelijke uitspraak heeft gedaan.
2. De griffier van de rechtbank stelt de gedingstukken met de aantekeningen van de zitting, voor zover deze op de zaak betrekking hebben, en een afschrift van de uitspraak binnen een week na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde mededeling ter beschikking aan de griffier van de hogerberoepsrechter.
Dit lid legt een verplichting op aan de griffier van de rechtbank (die de oorspronkelijke uitspraak deed). Na ontvangst van de mededeling uit het eerste lid, moet deze griffier binnen één week de gedingstukken, samen met de aantekeningen van de zitting (voor zover die relevant zijn voor de zaak) en een afschrift van de uitspraak, ter beschikking stellen aan de griffier van de hogerberoepsrechter.
3. Op verzoek van de hogerberoepsrechter stelt de griffier van de rechtbank het proces-verbaal van de zitting of de schriftelijke weergave van een in artikel 8:36e bedoelde beeld- of geluidsopname die het proces-verbaal vervangt, ter beschikking aan de griffier van de hogerberoepsrechter binnen een door de hogerberoepsrechter te bepalen termijn. De griffier van de hogerberoepsrechter stelt dit proces-verbaal of deze schriftelijke weergave ter beschikking aan partijen.
Dit lid beschrijft dat, indien de hogerberoepsrechter hierom verzoekt, de griffier van de rechtbank het proces-verbaal van de zitting, of de schriftelijke weergave van een in artikel 8:36e bedoelde beeld- of geluidsopname die in de plaats komt van het proces-verbaal, ter beschikking moet stellen aan de griffier van de hogerberoepsrechter. Dit dient te gebeuren binnen een termijn die door de hogerberoepsrechter wordt vastgesteld. Vervolgens zal de griffier van de hogerberoepsrechter dit proces-verbaal of deze schriftelijke weergave aan de betrokken partijen ter beschikking stellen.