Artikel 5:4 (Legaliteitsbeginsel bestuurlijke sancties)
1. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie bestaat slechts voor zover zij bij of krachtens de wet is verleend.
2. Een bestuurlijke sanctie wordt slechts opgelegd indien de overtreding en de sanctie bij of krachtens een aan de gedraging voorafgaand wettelijk voorschrift zijn omschreven.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie bestaat slechts voor zover zij bij of krachtens de wet is verleend.
Dit lid betekent dat de bevoegdheid om een bestuurlijke sanctie op te leggen uitsluitend bestaat indien en voor zover deze bevoegdheid bij of krachtens de wet is verleend.
2. Een bestuurlijke sanctie wordt slechts opgelegd indien de overtreding en de sanctie bij of krachtens een aan de gedraging voorafgaand wettelijk voorschrift zijn omschreven.
Dit lid stelt dat een bestuurlijke sanctie alleen wordt opgelegd als de overtreding en de sanctie zelf zijn omschreven bij of krachtens een wettelijk voorschrift dat al bestond voorafgaand aan de gedraging.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBZWB:2025:4695 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4696 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 juli 2025
ECLI:NL:CBB:2025:569 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 21 oktober 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3087 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:CBB:2025:533 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5659 - Voorzieningenrechter schorst last onder dwangsom vanwege onredelijk korte begunstigingstermijn - 22 september 2025
De voorzieningenrechter oordeelt dat een begunstigingstermijn bij een last onder dwangsom weliswaar niet onnodig lang mag zijn, maar dat een bestuursorgaan bij bijzondere omstandigheden de belangen van de overtreder, zoals aanzienlijke en onomkeerbare schade, zwaarder moet laten wegen dan het algemeen belang bij handhaving.