Algemene wet bestuursrecht

1. Het bestuursorgaan legt het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage, met uitzondering van stukken waarvoor bij wettelijk voorschrift mededeling op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze is voorgeschreven.

Dit betekent dat het bestuursorgaan het concept (ontwerp) van het besluit dat het wil nemen, samen met de documenten die daarbij horen en die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om het ontwerp te kunnen beoordelen, beschikbaar moet stellen zodat men deze kan inzien (ter inzage). Dit geldt niet voor stukken waarvoor een wettelijk voorschrift bepaalt dat mededeling moet gebeuren op de manier zoals omschreven in artikel 12 van de Bekendmakingswet.

2. Artikel 5.1 van de Wet open overheid is van overeenkomstige toepassing. Indien op grond daarvan bepaalde stukken niet ter inzage worden gelegd, wordt daarvan mededeling gedaan.

Dit betekent dat artikel 5.1 van de Wet open overheid op een vergelijkbare manier van toepassing is. Als op basis van dat artikel bepaalde documenten niet ter inzage worden gelegd, dan wordt hiervan een mededeling gedaan.

3. De stukken liggen ter inzage gedurende de in artikel 3:16, eerste lid, bedoelde termijn.

Dit betekent dat de documenten ter inzage liggen gedurende de termijn die genoemd wordt in artikel 3:16, eerste lid.