Artikel 7
1. Recht op ouderdomspensioen overeenkomstig de bepalingen van deze wet heeft degene, die
a. de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, en b. ingevolge deze wet minimaal één kalenderjaar verzekerd is geweest in het tijdvak, aanvangende met de dag waarop de aanvangsleeftijd is bereikt en eindigende met de dag voorafgaande aan de dag waarop de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt.
2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de herleiding van gedeelten van kalenderjaren tot gehele kalenderjaren.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:CRVB:2025:1011 - Centrale Raad van Beroep - 24 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11193 - AOW-korting zeevarende: bewijslast voor woonplaats en doorlopend dienstverband - 22 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een AOW-korting voor een zeevarende terecht is. De eiser maakt niet aannemelijk dat hij tijdens lange verlofperioden een duurzame band met Nederland had of in een doorlopend dienstverband stond. De bewijslast hiervoor ligt bij de verzekerde zelf.