Advocatenwet

1. Voor zover niet bij wet anders is bepaald, is de advocaat ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn beroepsuitoefening als zodanig kennis neemt tot geheimhouding verplicht. Dezelfde verplichting geldt voor medewerkers en personeel van de advocaat, alsmede andere personen die betrokken zijn bij de beroepsuitoefening.

Dit betekent dat, tenzij een wet expliciet iets anders voorschrijft (voor zover niet bij wet anders is bepaald), de advocaat verplicht is tot geheimhouding. Deze verplichting tot geheimhouding betreft alles waarvan de advocaat kennis neemt als direct gevolg van (uit hoofde van) en in de context van zijn beroepsuitoefening als advocaat (als zodanig). Deze zelfde verplichting tot geheimhouding (dezelfde verplichting) geldt ook voor de medewerkers en het personeel van de advocaat. Bovendien (alsmede) geldt deze plicht voor andere personen die op enige wijze betrokken zijn bij de beroepsuitoefening van de advocaat.

2. De geheimhoudingsplicht, bedoeld in het eerste lid, blijft voortbestaan na beëindiging van de beroepsuitoefening of de betrekking waarin de werkzaamheden zijn verricht.

Dit houdt in dat de geheimhoudingsplicht, zoals genoemd in het eerste lid, blijft voortbestaan. Dit is het geval na de beëindiging van de beroepsuitoefening (door de advocaat) of na de beëindiging van de betrekking (door medewerkers, personeel of andere betrokkenen) waarin de werkzaamheden zijn verricht.