ECLI:NL:RVS:2024:3946 - Raad van State - 1 oktober 2024
Uitspraak
Uitspraak inhoud
AFDELINGBESTUURSRECHTSPRAAK
Tussenuitspraak met toepassing van artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op de hoger beroepen van:
[appellant A] en [appellant B], wonend te Appingedam,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank NoordNederland van 23 mei 2023 in zaak nr. 22/1033 en 22/1034 in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B]
en
de staatssecretaris Herstel Groningen (voorheen: de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat).
Procesverloop
Bij besluit van 7 april 2021 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten dat de woning van [appellant B] niet voor beoordeling in aanmerking komt.
Bij besluit van 20 april 2021 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten dat de woning van [appellant A] niet voor beoordeling in aanmerking komt.
Bij afzonderlijke besluiten van 25 januari 2022 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat de door [appellant A] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 mei 2023 heeft de rechtbank de door [appellant A] (zaak 22/1033) en [appellant B] (zaak 22/1034) daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben [appellant A] en [appellant B] hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellant A] en [appellant B] hebben nadere stukken overgelegd.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 april 2024, waar [appellant A], ook als gemachtigde van [appellant B], en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. R.M. Don en mr. T.C.A. Hofman, vergezeld door R. Kamer, deskundige, zijn verschenen.
Overwegingen
Procedure in de zaak van [appellant A]
Procedure in de zaak van [appellant B]
De uitspraak van de rechtbank
Betoog in hoger beroep
Beoordeling door de Afdeling
Het onderzoek door Smeets
Betoog van [appellant A] en.[appellant B]
Beoordeling door de Afdeling
[appellant A] en [appellant B] hebben niet duidelijk gemaakt waarom de schaderapporten toch van belang zijn voor de beoordeling of de woningen aan de veiligheidsnorm voldoen.
Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de deskundige
Conclusie
Opdracht aan de staatssecretaris
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
draagt de staatssecretaris Herstel Groningen op om binnen twaalf weken na de verzending van deze tussenuitspraak:
Aldus vastgesteld door mr. W. den Ouden, voorzitter, en mr. J.M. Willems en mr. A.B. Blomberg, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.A.E. Planken, griffier.
w.g. Den Oudenvoorzitter
w.g. Plankengriffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2024
299