Terug naar bibliotheek
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:7232 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 20 oktober 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBZWB:2025:723220 oktober 2025

Rechtsgebieden

StrafrechtStrafprocesrecht

Uitspraak inhoud

Verschoningskamer
Locatie: Breda
Procedurenummer: C/02/440962 HA RK 25-237
beslissing van 20 oktober 2025
in de zaak van
mr. Pooyé,
rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant
hierna: de rechter
belast met de behandeling van het klaagschrift onder het raadkamernummer 25-01722, behorend bij de strafzaak met parketnummer 02-122193-25 van:
[verdachte],
bijgestaan door mr. Damen,
met [belanghebbende 1] als belanghebbende
bijgestaan door mr. P.G. Grijpstra,
met [belanghebbende 2] V.O.F. als belanghebbende.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van de rechter van 20 oktober 2025.
1.2. Er heeft geen mondelinge behandeling van het verzoek tot verschoning plaatsgevonden.

2 Het verschoningsverzoek

De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd. De rechter meent de zoon van [belanghebbende 1] als advocaat te hebben bijgestaan. [belanghebbende 1] was daar destijds nauw bij betrokken. Door deze omstandigheid zou volgens de rechter de schijn van partijdigheid kunnen worden gewekt.

3 De beoordeling

3.1. Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2. Gelet op wat de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4 De beslissing

De verschoningskamer:
4.1. wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2. bepaalt dat, met inachtneming van het toegewezen verzoek, het proces in de klaagschriftprocedure wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3. beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
 de rechter;
 de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is;
 de partijen in de klaagschriftprocedure.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 20 oktober 2025 door mr. Peters, rechter en voorzitter, mr. Leppens en mr. Marsé, rechters, in aanwezigheid van mr. Rockx, griffier en wordt ondertekend door mr. Marsé. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.