ECLI:NL:RBZWB:2025:5908 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/438832 / FA RK 25-4219
Datum uitspraak: 18 augustus 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor:
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: betrokkene, wonend te [plaats] , thans verblijvende te [stichting] , advocaat: mr. E.S. van Aken te Zierikzee.
1 Het verloop van de procedure
1.1. De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 14 augustus 2025.
1.2. De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2025 in de hierboven genoemde accommodatie. Daarbij zijn verschenen en gehoord:
-
betrokkene, bijgestaan door haar waarnemend advocaat, mr. R.T.K. Davidse;
-
de heer [persoon 1] , arts;
-
de heer [persoon 2] , begeleider.
2 Wat vaststaat
2.1. Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [stichting] . De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 13 augustus 2025 afgegeven.
3 Het verzoek
3.1. De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor de duur van drie weken, met de volgende vormen van verplichte zorg:
-
het toedienen van vocht en voeding;
-
het toedienen van medicatie;
-
het beperken van de bewegingsvrijheid;
-
het insluiten;
-
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
-
het onderzoeken aan kleding of lichaam;
-
het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
-
het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
-
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
-
het opnemen in een accommodatie.
4 De standpunten
4.1. Betrokkene benoemt tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd dat zij nog steeds last heeft van stemmen in haar hoofd, die haar opdrachten geven om de behandeling te weigeren en suïcide te plegen. Betrokkene vertelt dat zij op de woongroep een poging had ondernomen en toen in [stichting] is opgenomen. Sindsdien gaat het nog vrijwel niet beter met betrokkene. Zij wil dan ook graag weer naar huis.
4.2. De (waarnemend) advocaat bepleit namens betrokkene afwijzing van het verzoek. Betrokkene voert geen verweer tegen de vermoedelijke psychische stoornis en zij erkent dat daar het in de stukken beschreven ernstig nadeel uit voort vloeit. Desalniettemin wil betrokkene weer naar huis gaan, zoals de stemmen in haar hoofd haar opdragen.
4.3. De arts benoemt dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een verhoogde suïcidaliteit. Betrokkene heeft last van stemmen in haar hoofd die haar de opdracht geven om zich van het leven te beroven. Onder invloed daarvan heeft betrokkene afgelopen weekend in [stichting] nogmaals een zelfmoordpoging gedaan. De situatie van betrokkene is sinds de verplichte opname dan ook nog niet verbeterd. Ook mag betrokkene van de stemmen in haar hoofd niet meewerken aan de benodigde behandeling en medicatie.
4.4. In aanvulling op de arts benoemt de begeleider dat betrokkene thans wel haar (verplichte) medicatie inneemt. Dit is elke keer weer een strijd.
5 De beoordeling
5.1. De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade.
5.3. De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene voorafgaand en tijdens de opname een suïcidepoging heeft gepleegd door strangulatie, onder invloed van de stemmen in haar hoofd. Deze stemmen zijn nog steeds continu aanwezig. De vrees bestaat dat betrokkene zonder verplicht zorgkader opnieuw onder invloed van deze stemmen een zelfmoordpoging zal doen.
5.4. Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
5.5. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6. De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
-
het toedienen van medicatie;
-
het beperken van de bewegingsvrijheid;
-
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
-
het onderzoeken aan kleding of lichaam;
-
het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
-
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
-
het opnemen in een accommodatie.
Daarnaast zal de rechtbank op grond van artikel 6:4, tweede lid Wvggz ambtshalve als verplichte vorm van zorg in de zorgmachtiging opnemen:
- het verrichten van medische controles.
De rechtbank zal het verzoek voor zover dat ziet op het opnemen van de overige vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging afwijzen, omdat daartoe naar het oordeel van de rechtbank geen noodzaak bestaat en het onvoldoende voorzienbaar is dat deze vormen van verplichte zorg in de komende periode noodzakelijk zullen zijn.
5.7. Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Betrokkene weigert, onder invloed van de stemmen in haar hoofd, de benodigde behandeling, opname en medicatie.
5.8. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9. De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
5.10. Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken, met ingang van heden en tot en met 8 september 2025.
6 De beslissing
De rechtbank:
6.1. verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in 5.6. staan kunnen worden toegepast;
6.2. bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 september 2025;
6.3. wijst af het meer of anders verzochte.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.