Terug naar bibliotheek
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5424 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 12 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBZWB:2025:542412 augustus 2025

Rechtsgebieden

StrafrechtStrafprocesrecht

Uitspraak inhoud

Team strafrecht Locatie Breda

parketnummer: 02-315219-20 rk.nummer: 25-008833

Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a Sv van:

[klager] geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ([land]) wonende te [woonadres] raadsman mr. G.N. Weski, advocaat te Rotterdam

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:

Op 24 juni 2025 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. K. Weijers, klager en mr. G.N. Weski als advocaat van klager gehoord.

Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag op beide telefoons met last tot teruggave aan de klager. Daartoe is aangevoerd dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de telefoons verbeurd zullen worden verklaard, omdat er geen strafbare feiten met de telefoons zijn gepleegd. Daarnaast wordt klager disproportioneel benadeeld door het voortduren van het beslag. Op één van de telefoons staan zijn inloggegevens voor Digid en zonder de telefoon kan klager daar geen gebruik van maken.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide telefoons verbeurd moeten worden verklaard omdat op de telefoons gesprekken en afbeeldingen zijn aangetroffen die gerelateerd kunnen worden aan de handel in drugs.

2 De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.

Met het indienen van het klaagschrift is verzocht om een voorlopige beslissing over het beslag op beide telefoons. De rechtbank stelt vast dat er in de hoofdzaak een inhoudelijk oordeel is gegeven over dit beslag. Gelet hierop heeft verdachte geen belang meer bij een voorlopig oordeel van de rechtbank. Om die reden zal de rechtbank verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

3 De beslissing

De rechtbank verklaart klager niet-ontvankelijk in het beklag.

Deze beslissing is op 12 augustus 2025 genomen door mr. E.G.F. Vliegenberg, voorzitter, mr. R.J.H. Goossens en mr. M.A.E. Dekker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Eekelen, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting op 12 augustus 2025.

INFORMATIE RECHTSMIDDEL Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).