Terug naar bibliotheek
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:387 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 januari 2024

Uitspraak

ECLI:NL:RBZWB:2024:38723 januari 2024Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Uitspraak inhoud

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken

Bergen op Zoom

zaaknummer: 10818983 OV VERZ 23-5911

beschikking d.d. 24 januari 2024 op een verzoek ex artikel 4:193 lid 1 BW

ingediend door:

[verzoekster], werkzaam bij [bewindvoering] te [plaats 1] , hierna te noemen “verzoekster”.

1. Het verzoek en de beoordeling

1.1. Ter griffie werd op 29 november 2023 een verzoekschrift met bijlagen ontvangen. Het verzoek strekt ertoe de machtiging van de kantonrechter te verkrijgen om namens [rechthebbende], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1934, wonende te [plaats 2] , een nalatenschap te kunnen verwerpen.

1.2. Uit het verzoekschrift met bijlagen volgt dat op [datum] 2023 te [plaats 3] is overleden de heer [erflater] , geboren te [plaats 4] , op [geboortedag 2] 1958, laatstelijk gewoond hebbend te [plaats 5] .

1.3. Verzoeker heeft voorts gesteld dat zij de bewindvoerder is van de [rechthebbende] voornoemd en dat laatstgenoemde tot de nalatenschap van erflater is geroepen. Om redenen als vermeld in het verzoekschrift is de wens aanwezig om de nalatenschap te kunnen verwerpen.

1.4. Ingevolge artikel 4:193 lid 1 BW is de wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam in beginsel verplicht een verklaring van beneficiaire aanvaarding of verwerping af te leggen binnen drie maanden nadat de nalatenschap de erfgenaam is toegekomen. In dit geval is de nalatenschap aan de rechthebbende toegekomen op het moment dat erflater overleed op [datum] 2023. Dit brengt met zich dat er namens de rechthebbende uiterlijk op 26 september 2023 een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping had moeten worden afgelegd. Het verzoek tot machtiging tot verwerping van de nalatenschap is ruim na het verstrijken van deze termijn ingediend.

1.5. Bij brief van 30 november 2023 is aan verzoekster medegedeeld dat de kantonrechter, om redenen zoals hierboven vermeld, voornemens is het verzoek af te wijzen. Verzoekster is in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit voornemen, indien gewenst ter gelegenheid van een mondelinge behandeling. Van verzoeker werd geen reactie ontvangen.

1.6. Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek zal worden afgewezen. Dit brengt met zich, dat de nalatenschap ingevolge artikel 4:193 lid 2 BW geldt als beneficiair aanvaard. In beginsel leidt deze beneficiaire aanvaarding tot de verplichting voor de erfgenamen om de nalatenschap te vereffenen volgens de wet en treedt verzoeker daarbij namens de rechthebbende erfgenaam op als vereffenaar. Voor de taken van de vereffenaar wordt verwezen naar hetgeen is bepaald in boek 4, titel 6, afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek en de ‘Richtlijnen Vereffening nalatenschappen’ die op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd.

2. De beslissing

De kantonrechter:

wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Burgt, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.