ECLI:NL:RBROT:2025:9984 - Rechtbank Rotterdam - 21 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Team insolventie
rekestnummer: [nummer] uitspraakdatum: 21 juli 2025
afwijzen gedwongen schuldregeling
in de zaak van:
[verzoekster], wonende te [adres] [postcode] [woonplaats] , verzoekster.
1 De procedure
Verzoekster heeft op 30 april 2025, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a lid 1 Faillissementswet ingediend om drie schuldeisers, te weten:
die weigeren mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
GGN Mastering Credit B.V. heeft namens Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs voorafgaand aan de zitting bij brief van 24 juni 2025 verweer gevoerd op het door verzoekster ingediende verzoek ex. artikel 287a Fw.
Ter zitting van 14 juli 2025 zijn verschenen en gehoord:
Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, met bericht niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.
2 Het verzoek
Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift twintig schuldeisers, waarvan één preferente schuldeiser met één vordering en negentien concurrente schuldeisers met vierentwintig vorderingen. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 34.809,98 van verzoekster te vorderen. Verzoekster heeft bij brief van 12 augustus 2024 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een betaling van 5,93% aan de preferente schuldeisers en 2,96% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. De schuldenlast bedroeg op dat moment € 34.849,98. Omdat de schuldenlast daarna is verlaagd naar € 34.809,98 is het percentage dat aan de schuldeisers is aangeboden hoger geworden. Dat percentage houdt thans een betaling in van 5,93% aan de preferente schuldeisers en 2,97% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoekster is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van haar WIA-uitkering en parttime dienstbetrekking. Verzoekster heeft ter zitting verklaard dat zij voor 42,8% arbeidsongeschikt is verklaard. Verder is zij werkzaam geweest voor gemiddeld drie uur per week in de zorg bij Aafje. Daarnaast volgt zij (nog steeds) een traject bij het UWV waarbij zij begeleid wordt naar werk. Afgesproken is dat als zij een baan vindt er eerst een proefperiode zal volgen alvorens zij een dienstverband aangaat. Verzoekster heeft verder verklaard dat zij inmiddels twee keer per week voor vier uur per dag vrijwilligerswerk doet op de school van haar dochter.
De beschermingsbewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat verzoekster twee maanden geleden is aangemerkt als kind van een gedupeerde van de toeslagenaffaire en reeds € 10.000,-- van de Belastingdienst heeft ontvangen. De beschermingsbewindvoerder heeft aangegeven dat verzoekster deze tegemoetkoming volgens de Belastingdienst niet mag aanwenden voor haar schulden. Indien de tegemoetkoming moet worden aangewend ten behoeve van de schuldeisers dan zal daartoe worden overgegaan. Voorts heeft de beschermingsbewindvoerder verklaard dat ten tijde van de dossierovername van de budgetbeheerder er nieuwe schulden zijn ontstaan bij de verhuurder. Inmiddels is het dossier gestabiliseerd en worden de huurbetalingen tijdig betaald.
Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd.
Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster staat sinds januari 2025 onder beschermingsbewind en haar vaste lasten worden inmiddels door haar beschermingsbewindvoerder voldaan. Haar inkomenssituatie is sindsdien stabiel.
Zeventien schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs stemmen hier niet mee in. Woonbron heeft een vordering van € 736,83 op verzoekster, welke 2,1% van de totale schuldenlast beloopt. Hef wonen heeft een vordering van € 3.594,34 op verzoekster, welke 10,3% van de totale schuldenlast beloopt. Capabel Onderwijs heeft een vordering van € 3.502,34 op verzoekster, welke 10,1% van de totale schuldenlast beloopt.
3 Het verweer
GGN Mastering Credit B.V. stelt in haar brief van 24 juni 2025 aan de rechtbank dat het verzoek om Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs te dwingen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling moet worden afgewezen. Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs stellen zich op het standpunt dat verzoekster niet het maximaal haalbare heeft aangeboden. De aangeboden regeling is immers gebaseerd op een WIA-uitkering en een parttime dienstverband van drie uur per week, terwijl de inkomenspositie van verzoekster de komende tijd nog zou kunnen verbeteren. Verzoekster is nog jong. Voorts stelt GGN Mastering Credit B.V. dat in het dossier van Hef Wonen nog een zaak bij de rechtbank aanhangig is in verband met een huurachterstand. Er is ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd. De mondelinge behandeling zal in september 2025 plaatsvinden.
Hoewel behoorlijk opgeroepen hebben Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunten ter zitting toe te lichten.
4 De beoordeling
Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs bij hun weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat sprake dient te zijn van een goed en betrouwbaar gedocumenteerd voorstel. Daarnaast moet uit het voorstel voldoende blijken dat het aanbod het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. De rechtbank is van oordeel dat daarvan geen sprake is.
De beschermingsbewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat verzoekster twee maanden geleden is aangemerkt als een kind van een gedupeerde van de toeslagenaffaire en dat zij onlangs € 10.000,-- heeft ontvangen van de Belastingdienst. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat verzoekster haar schuldeisers hiervan op de hoogte heeft gesteld. De rechtbank kan hierdoor niet vaststellen dat verzoekster een goed en betrouwbaar voorstel heeft gedaan aan haar schuldeisers. Dat de beschermingsbewindvoerder desgevraagd ter zitting heeft verklaard dat verzoekster, indien dat van haar verlangd wordt, bereid is de tegemoetkoming van € 10.000,-- in te leggen ten behoeve van haar schuldeisers, maakt dat niet anders. Het voorstel dat aan de schuldeisers is gedaan is tegen finale kwijting gedaan. De tegemoetkoming van € 10.000,-- is daarin niet meegenomen. In het minnelijk traject kan geen garantie worden gegeven dat die tegemoetkoming alsnog ten goede komt van de schuldeisers, anders dan in de wettelijke schuldsaneringsregeling. In de wettelijke schuldsaneringsregeling zou de tegemoetkoming van € 10.000,-- op grond van artikel 295 Faillissementswet in de boedel vallen. Tegen deze achtergrond kan de rechtbank niet anders dan vaststellen dat de huidige afloscapaciteit van verzoekster niet het maximale is. De rechtbank oordeelt dan ook dat de belangen van Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs als weigerende schuldeisers in dit geval zwaarder wegen dan die van verzoekster of de overige schuldeisers. Het verzoek om Woonbron, Hef Wonen en Capabel Onderwijs te bevelen in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling wordt daarom afgewezen. De rechtbank zal bij afzonderlijke beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.
5 De beslissing
De rechtbank:
- wijst af het verzoek om een gedwongen schuldregeling te bevelen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van I. van Gemerde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2025.