Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10996 - Rechtbank Rotterdam - 27 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:1099627 augustus 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Team Jeugd

Zaaknummer: C/10/705348 / JE RK 25-1721 Datum uitspraak: 27 augustus 2025

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,

over

[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen: de GI,

[moeder], hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1] , advocaat mr. N. Roos, kantoorhoudende te Rotterdam,

[vader], hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] .

1 Het verdere verloop van de procedure

1.1. De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:

  • de tussenbeschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 19 augustus 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.

1.2. Op 27 augustus 2025 heeft de kinderrechter de zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:

  • een vertegenwoordiger van de Raad, [persoon A] ;

  • twee vertegenwoordigers van de GI, [persoon B] en [persoon C] .

1.3. De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] uitgenodigd voor een gesprek. [voornaam minderjarige] heeft hiervan gebruik gemaakt. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2 De feiten

2.1. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .

2.2. [voornaam minderjarige] verblijft bij een gezinshuis van Enver.

2.3. De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 19 augustus 2025 [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 19 november 2025.

2.4. De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij diezelfde beschikking een spoedmachtiging verleend om [voornaam minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 16 september 2025.

3 De verzoeken

Het aangehouden verzoek van de Raad

3.1. De Raad verzoekt [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van drie maanden. Ook verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlenen voor de duur van vier weken, met aansluitend een machtiging voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.2. Op een gedeelte van het verzoek is reeds beslist. Er moet nog een beslissing worden genomen op het restant van het verzoek. Te weten de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de periode van 16 september 2025 tot 19 november 2025. Tevens moet worden gehoord op de spoedbeslissing van 19 augustus 2025.

Het mondelinge verzoek van de GI

3.3. De GI verzoekt om vervangende toestemming te verlenen om [voornaam minderjarige] in te schrijven op een middelbare school in Hellevoetsluis.

4 De standpunten

4.1. De Raad handhaaft het verzoek ter zitting en licht het nader toe. [voornaam minderjarige] kan op dit moment niet terug naar de thuissituatie bij de moeder. Daar heeft [voornaam minderjarige] lange tijd haar basale veiligheid gemist. Bij het gezinshuis van Enver zit [voornaam minderjarige] voor nu goed. Uit het gedrag van [voornaam minderjarige] komt een duidelijke ontwikkelingsbedreiging naar voren. [voornaam minderjarige] kampt met zindelijkheidsproblematiek en er zijn zorgen over haar seksuele ontwikkeling. De komende periode moet duidelijk worden welke hulpverlening nodig is om toe te werken naar een terugplaatsing bij de moeder. Op dit moment werkt de moeder nauwelijks samen met het Crisis Interventie Team (hierna: het CIT). Zij geeft geen toestemming om [voornaam minderjarige] in te schrijven op een andere school, waardoor [voornaam minderjarige] straks een uur en vijftig minuten met het openbaar vervoer moet reizen om op school te komen.

4.2. De GI maakt ter zitting kenbaar achter het verzoek van de Raad te staan. De zorgen over de thuissituatie bij de moeder zijn fors. De GI vindt het belangrijk dat [voornaam minderjarige] naar school gaat in de buurt bij het gezinshuis. [voornaam minderjarige] ervaart veel spanning omdat de moeder hier geen toestemming voor geeft. De moeder bagatelliseert de zorgen en stelt zich niet meewerkend op, waardoor op dit moment nog geen ruimte is voor contactherstel. De GI is voornemens om MST-PSB in te zetten voor [voornaam minderjarige] via de Viersprong. Ook is Timon benadert voor ambulante hulpverlening in de thuissituatie bij de moeder. De komende periode moet daarnaast aandacht worden besteed aan het contact tussen [voornaam minderjarige] en de moeder.

4.3. Namens en door de moeder wordt ter zitting kenbaar gemaakt dat zij de verzoeken van de Raad begrijpt. De moeder heeft [voornaam minderjarige] het liefst thuis, maar om dit succesvol te laten verlopen moet eerst hulpverlening worden ingezet. De uithuisplaatsing kan op vrijwillige basis plaatsvinden, want de moeder staat erachter. Sinds de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] heeft er echter nog geen omgang plaatsgevonden. De moeder heeft [voornaam minderjarige] alleen afgelopen maandag op haar verjaardag kort gezien. De moeder ziet graag dat er weer contact komt tussen het gezin en [voornaam minderjarige] . Ook vindt de moeder het belangrijk dat [voornaam minderjarige] haar school niet wordt gewijzigd, zodat zij haar vriendschappen kan behouden. Namens de moeder wordt aangestipt dat het spoedverzoek voornamelijk gemotiveerd is door te stellen dat de plek bij het gezinshuis nog maar één dag voor [voornaam minderjarige] beschikbaar zou zijn en dat er daarom snel gehandeld moest worden. Dit blijkt achteraf niet te kloppen, aangezien het spoedverzoek dateert van 19 augustus 2025 en [voornaam minderjarige] pas sinds 26 augustus 2025 bij het gezinshuis verblijft.

4.4. De vader maakt ter zitting kenbaar dat hij het eens is met de spoedbeslissing. Hij is heel blij om weer contact te hebben met [voornaam minderjarige] . De vader vindt de bevindingen van de Raad erg zorgelijk. Hij vindt het belangrijk dat [voornaam minderjarige] de komende periode bij het gezinshuis verblijft en dat vanuit daar aandacht wordt besteed aan het contact tussen [voornaam minderjarige] en de voor haar belangrijke volwassenen. Voorkomen moet worden dat [voornaam minderjarige] in een loyaliteitsconflict terecht komt.

5 De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek van de Raad

5.1. Op basis van de stukken en de zitting is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding.[1]

5.2. [voornaam minderjarige] groeide tot voor kort op in de thuissituatie bij haar moeder en stiefvader, samen met haar halfzus, halfbroer en halfbroertje. Na een escalatie in de thuissituatie tussen [voornaam minderjarige] en de moeder waarbij [voornaam minderjarige] is weggelopen en in haar eentje werd aangetroffen ver van huis, is [voornaam minderjarige] op vrijwillige basis op een crisisgroep geplaatst. Hier heeft [voornaam minderjarige] ruim zes weken gezeten. In de tussentijd heeft [voornaam minderjarige] zorgelijke uitlatingen gedaan over de thuissituatie bij de moeder en de stiefvader. [voornaam minderjarige] wordt soms opgesloten op haar slaapkamer en vertelt fysiek te worden mishandeld door de moeder. Dit maakt dat de fysieke en emotionele veiligheid van [voornaam minderjarige] in de thuissituatie bij de moeder en de stiefvader op dit moment niet voldoende kan worden gewaarborgd. Gelet hierop is er gezocht naar een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige] . Sinds 26 augustus 2025 verblijft [voornaam minderjarige] bij een gezinshuis van Enver. Hier komt [voornaam minderjarige] tot rust en gaat het - naar omstandigheden - goed met haar.

5.3. De kinderrechter constateert dat de bovengenoemde zorgen onverminderd aanwezig zijn. De relatie tussen de [voornaam minderjarige] en de moeder is nog steeds ernstig verstoord. Voordat een terugplaatsing kan worden overwogen, dient hulpverlening ingezet te worden om de relatie tussen [voornaam minderjarige] en de moeder te herstellen. In de tussentijd is het van belang dat [voornaam minderjarige] ergens verblijft waar zij zich veilig voelt. Dit maakt dat de plaatsing van [voornaam minderjarige] bij het gezinshuis van Enver de komende periode moet worden voortgezet. Nu er een voorlopige ondertoezichtstelling loopt, is een machtiging hiervoor noodzakelijk. Daarnaast is de moeder wisselend in haar bereidheid om mee te werken aan de nodige hulpverlening.

Ten aanzien van het verzoek van de GI

5.4. Ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] bijna twee uur moet reizen om vanaf het gezinshuis op haar huidige school te komen. Hoewel de kinderrechter de moeder kan volgen in haar standpunt dat een kind niet te veel van school moet wisselen en dat ze misschien binnenkort wel weer in de buurt van haar huidige school verblijft, is het onduidelijk wat over drie maanden de stand van zaken is. Hierop voorsorteren, met als gevolg dat [voornaam minderjarige] vijf dagen per week bijna twee uur naar en van school moet reizen, is niet in haar belang.

5.5. Dit betekent dat de kinderrechter vervangende toestemming zal verlenen aan de GI om [voornaam minderjarige] in te schrijven op een middelbare school in de buurt van het gezinshuis.

5.6. De kinderrechter verklaart de beslissingen uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6 Brief aan [voornaam minderjarige]

6.1. De kinderrechter heeft een brief geschreven aan [voornaam minderjarige] waarin zij de beslissing uitlegt. Die brief wordt afzonderlijk naar haar verstuurd. De inhoud ervan luidt als volgt.

Beste [voornaam minderjarige] ,

Wij hebben samen een gesprek gevoerd voordat de zitting begon. Die zitting ging over jou. Ik had jou beloofd dat ik jou een brief zou sturen om uit te leggen wat ik heb beslist.

Jij hebt in de afgelopen weken een hoop ellende meegemaakt. Daarvoor ook. Het ging niet goed thuis. Tussen jou en je moeder lopen de spanningen voortdurend hoog op. Jij hebt hele nare dingen meegemaakt thuis, die echt niet mogen gebeuren. Ik heb jou gezegd dat dat niet jouw schuld is. Je bent een kind. Opvoeden kan ingewikkeld zijn, maar het is wel belangrijk om te begrijpen dat ouders verantwoordelijk zijn voor het begeleiden, sturen en vormen van kinderen, ook als het moeilijk wordt. Ik heb jouw moeder gesproken op de zitting. Zij heeft uit machteloosheid soms niet de goede dingen gedaan. Dat maakt het resultaat voor jou helaas niet anders.

Je bent op een dag weggelopen van huis tot je werd gevonden op een bankje ergens ver weg. Daarna kwam je op een crisisplek terecht. Niet voor even, maar voor zes hele weken. Terug naar huis zat er niet in. Via een spoedbeslissing van een collega-kinderrechter kwam je terecht in het gezinshuis waar je nu zit. Daar heb je het fijn, al was je er pas kort toen wij elkaar spraken. Ik ben blij dat je op een plek zit waar mensen aardig voor je zijn, want dat verdien je.

In een korte tijd heb je veel ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt. Dat doet iets met een mens, zeker nu je nog maar zo jong bent. Het gezinshuis is ook nog eens ver van huis, waardoor ik ook heb beslist dat je ingeschreven mag worden op een andere school dichterbij. Ook die verandering komt er nog bij.

De komende tijd is belangrijk dat je de dingen die gebeurd zijn een plekje kunt gaan geven. Ook is belangrijk dat onderzocht wordt hoe jij met je moeder kunt omgaan. Je vertelde me dat je het moeilijk vindt dat het altijd in gedoe eindigt tussen jullie. Dat snap ik. Ik hoop dat jullie geholpen kunnen worden met advies over hoe het anders kan. Met je biologische vader heb je sinds kort ook contact. Hij was ook op de zitting. Hij is erg begaan met jou. Hij wil er graag voor jou zijn. Weet dat je bij hem terecht kunt als het moeilijk is.

Ik herhaal nog een keer wat ik ook in het gesprek tegen je heb gezegd: dit is allemaal niet jouw schuld. Wel is het jouw verantwoordelijkheid om iets heel moois van je leven te gaan maken. Met een rugzak is dat niet makkelijk, maar soms wel interessanter. Van alles wat je hebt meegemaakt kun je iets meenemen om je eigen leven mee te gaan inrichten. Gelukkig zijn er mensen die jou daarbij willen helpen. De komende periode gaat onderzocht worden wat nodig is om jou die hulp te kunnen geven. In de tussentijd blijf je bij het gezinshuis.

[voornaam minderjarige] , ik ben ervan overtuigd dat jij sterk en moedig genoeg bent om een basis voor je leven te creëren. Ik hoop dat jij alle hulp die je kan krijgen daarvoor gebruikt. Na alles wat er is gebeurd, heb je wel recht op wat extra hulp.

Ik wens je veel succes op je nieuwe school waardoor je in elk geval niet zo ver hoeft te reizen. Ik hoop dat je ontdekt wat je echt heel erg leuk vindt om te doen en dat je daar dan tijd voor maakt. Het leven is ook bedoeld om leuke dingen te doen, denk daar maar aan.

Met hartelijke groet, De Kinderrechter

7 De beslissing

De kinderrechter:

7.1. handhaaft de spoedbeschikking van 19 augustus 2025;

7.2. verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 19 november 2025;

7.3. verleent vervangende toestemming aan de GI om [voornaam minderjarige] in te schrijven op een middelbare school in de buurt van het gezinshuis;

7.4. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:

Artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek.


Voetnoten

Artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek.