Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10995 - Rechtbank Rotterdam - 27 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:1099527 augustus 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Team Jeugd

Zaaknummer: C/10/704126 / JE RK 25-1560 Datum uitspraak: 27 augustus 2025

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,

over

[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 1] ,

[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2015 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 2] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder], hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,

[vader], hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] , advocaat mr. W. de Deugd, kantoorhoudende te Dordrecht.

1 Het verloop van de procedure

1.1. De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:

  • het verzoekschrift van de GI met bijlagen, ontvangen op 28 juli 2025;

  • het gezinsplan van de GI, nagezonden op 18 augustus 2025.

1.2. De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2025. Daarbij waren aanwezig:

  • een vertegenwoordiger van de GI, [persoon A] .

1.3. De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige 1] naar zijn mening gevraagd. [voornaam minderjarige 1] heeft geen mening gegeven.

2 De feiten

2.1. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] .

2.2. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij hun moeder.

2.3. De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 augustus 2025 de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengd tot 1 september 2025.

3 Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4 De standpunten

4.1. De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht het nader toe. Het doel van de ondertoezichtstelling is het realiseren van omgang tussen de vader en de kinderen. Op dit moment is omgang niet mogelijk, omdat de kinderen dit weigeren. Het is echter belangrijk voor hun ontwikkeling, dat zij contact hebben met de vader. Indien omgang op termijn weer mogelijk is, dient het verloopt hiervan te worden gemonitord. Er gebeurt op dit moment veel. De kinderen ontvangen telefoontjes en berichten in de naam van de vader, waarbij vervolgens wordt verteld over de problematiek tussen de ouders. De kinderen schrikken hiervan en vooral met [voornaam minderjarige 1] gaat het niet goed. Het is belangrijk dat dit ophoudt. De GI is voornemens om een schriftelijke aanwijzing te geven aan de vader en daarin vast te leggen dat er een periode geen omgang plaatsvindt. De vader blijft aandringen voor omgang met de kinderen, maar op dit moment gaat dat niet. Er is in september 2024 met de vader afgesproken dat hij zou beginnen met het schrijven van brieven naar de kinderen, maar dit heeft hij tot op heden niet gedaan. Ook is hij niet begonnen met zijn hulpverleningstraject. Het is positief om te zien dat de vader wel bereid is om zijn situatie te verbeteren. Gelet op het verleden, is monitoring belangrijk. De GI gunt de kinderen een onbelast leven.

4.2. De moeder maakt ter zitting kenbaar dat de zorgen met name zien op [voornaam minderjarige 1] . Hij heeft veel meegekregen van de situatie tussen de ouders en kampt met trauma’s. De ondertoezichtstelling loopt sinds 2022 maar tot op heden heeft [voornaam minderjarige 1] geen hulpverlening gekregen. [voornaam minderjarige 1] weet niet hoe hij zijn emoties moet reguleren en gebruikt momenteel extra medicatie om zijn gedrag te onderdrukken. Vorige week is ambulante spoedhulp gestart in de thuissituatie, omdat [voornaam minderjarige 1] niet meer weet hoe hij met zijn gevoelens om moet gaan. De kinderarts heeft een verwijzing gedaan naar Mentaal Beter Jong, maar daar vond men de problematiek van [voornaam minderjarige 1] te complex. Nu is [voornaam minderjarige 1] aangemeld bij Yulius. Met de moeder gaat het redelijk goed. Zij heeft een nieuwe baan en is gestart met EMDR-therapie. De moeder begrijpt dat de vader de kinderen mist, maar vindt dat hij eerst zijn leven moet oppakken. De moeder heeft nooit slecht gesproken tegen de kinderen over de vader.

4.3. Namens en door de vader wordt ter zitting geen verweer gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling. De vader is wel van mening dat de ondertoezichtstelling anders moet worden ingevuld de komende periode. De huidige situatie is niet in het belang van de kinderen. De vader schrikt van de informatie die hij ter zitting hoort, want hij wordt niet op de hoogte gehouden. Desondanks deelt de vader de zorgen over de kinderen. De vader maakt zich met name zorgen om [voornaam minderjarige 1] . Hij heeft veel meegemaakt en toont geen emoties meer. Het doet de vader veel pijn dat hij de kinderen al een jaar niet heeft gezien. Er is een beeld gecreëerd van de vader dat niet klopt. De vader was en is een hele goede vader. Het is belangrijk dat wordt gekeken wat er nodig is om in de toekomst contact tussen de vader en de kinderen tot stand te brengen. Daarnaast is het van belang er spoedig hulpverlening start voor zowel de vader als de kinderen.

5 De beoordeling

5.1. De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan.[1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.

5.2. Uit de stukken en ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Zij groeien sinds de relatiebreuk van de ouders op in de thuissituatie bij de moeder. In het verleden is in de thuissituatie sprake geweest van hevige spanningen tussen de ouders. De kinderen zijn hiervan getuigen geweest, waardoor zij kampen met trauma’s en een ontwikkelingsstoornis. Vooral met [voornaam minderjarige 1] gaat het al lange tijd niet goed. Hoewel de ouders ondertussen uit elkaar zijn, worden de kinderen nog steeds belast met scheidingsproblematiek. Dit zorgt voor veel onrust en angst. De afgelopen periode is er ingezet op het herstellen van contact tussen de vader en de kinderen, maar zonder succes. Het verleden heeft ertoe geleid dat beide kinderen op dit moment niet openstaan voor contact met de vader. Ook is de afgelopen periode ingezet op hulpverlening voor de kinderen. [voornaam minderjarige 2] heeft behandeling gehad en [voornaam minderjarige 1] is na een doorverwijzing van Mentaal Beter, aangemeld bij Yulius. Langere betrokkenheid van de vaste jeugdbeschermer is belangrijk om het verloop hiervan de monitoren. In de tussentijd is het van belang dat de vader aan zichzelf werkt en verder stabiliseert.

5.3. De kinderrechter merkt op dat het belangrijk is dat de vader de situatie niet over-dramatiseert door te denken in welles-nietes of afgesloten wegen. Door heel hard te roepen dat hij dan maar moet accepteren dat het nooit meer goedkomt, maakt hij de drempel voor de kinderen alleen maar hoger. Zij moeten dan immers gaan zeggen: nee hoor, het komt echt ooit nog wel goed. Het andere scenario is dat zij nu voor zichzelf moeten beslissen dát het nooit meer goedkomt. Hier heeft dus helemaal niemand iets aan. Roepen dat het nooit meer goedkomt, is een schreeuw om bewijs voor het tegendeel, een roep om erkenning van zijn eigen leed en verdriet. Die erkenning krijgt de vader bij deze van de kinderrechter: zijn eindeloze verdriet en leed is gezien en gehoord. Voor nog meer erkenning moet de vader niet bij zijn kinderen zijn. Kinderen hoeven hun ouders niet te erkennen. Ouders zijn verantwoordelijk. Het zou hoogst ongezond zijn als dat anders zou zijn. De vader zal als een volwassen man moeten accepteren dat niemand een glazen bol heeft en dat niemand weet hoe het leven zich zal ontwikkelen, zoals dat altijd het geval is. De vader moet de vraag naar wel of geen contact niet zo vreselijk verzwaren met zijn eigen emoties, omdat hij daarmee het tegendeel bereikt van wat hij wil. Mocht het moment komen dat de kinderen zich melden, dan is ook belangrijk dat zij tegen een emotioneel stabiele vader aanlopen. Als zij een vader treffen die geleefd wordt door zijn eigen emoties met bijbehorend gedrag en die hen verantwoordelijk maakt voor zijn eigen geluk en ongeluk, wordt het niets. Alleen met ruimte, stabiliteit en emotionele volwassenheid kan in de toekomst de mogelijkheid ontstaan voor onbelast contact tussen de vader en de kinderen. De kinderrechter roept de vader op hier eens goed bij stil te staan en hierover in gesprek te gaan met iemand die hem hierbij kan helpen.

5.4. De ondertoezichtstelling is daarom nog steeds nodig. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] voor de duur van een jaar.

5.5. De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6 De beslissing

De kinderrechter:

6.1. verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] tot 1 september 2026;

6.2. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:

Artikel 1:260 BW.


Voetnoten

Artikel 1:260 BW.