Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10558 - Rechtbank Rotterdam - 5 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:105585 augustus 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Team familie
Zaaknummer / rekestnummer: C/10/702332 / FA RK 25-4959
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing op 5 augustus 2025 over voorlopige voorzieningen
in de zaak van:
[naam vrouw], hierna: de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. W.M. Smeets te Hellevoetsluis,
t e g e n
[naam man], hierna: de man,
wonende te [woonplaats] ,
doch verblijvende op het adres [adres 1]
.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 30 juni 2025.
1.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 5 augustus 2025. Daarbij zijn verschenen:

2 De vaststaande feiten

2.1. Partijen zijn op [datum] met elkaar gehuwd.
2.2. De vrouw is voornemens een verzoek tot echtscheiding te doen.

3 De beoordeling

3.1. Woning
3.1.1. De vrouw verzoekt te bepalen dat zij met uitsluiting van de man gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en de zich daarin bevindende inboedel, met bevel aan de man die woning te verlaten en deze verder niet te betreden.
3.1.2. De man heeft tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd en zijn standpunten naar voren gebracht.
3.1.3. De rechtbank heeft tijdens de mondelinge behandeling mondeling uitspraak gedaan, omdat een zodanig spoedeisend belang bestond bij de beslissing dat een volledige schriftelijke uitwerking daarvan niet kon worden afgewacht.
3.1.4. Gezien de omstandigheden dat de vrouw met drie meerderjarige kinderen van partijen in de woning woont, dat de uit huis geplaatste voogdijpupil ( [naam] ) van de vrouw vanwege de spanningen in de woning van de gezinsvoogdij-instelling alleen op bezoek mag komen in de woning als de man niet aanwezig zodat er geen risico is op het ontstaan van ruzie en dat de vrouw haar bedrijfsmatige werkzaamheden uitvoert in de woning, moet het belang van de vrouw bij het gebruik van de echtelijke woning groter worden geacht dan het belang van de man daarbij. De omstandigheid dat de man een werkkamer heeft in de woning voor zijn online-werkzaamheden acht de rechtbank minder zwaarwegend. De man hoeft immers zijn online-werkzaamheden niet per se vanuit de woning te verrichten. Daarnaast is gebleken dat de man inmiddels alternatieve woonruimte heeft gevonden. Het verzoek van de vrouw is met ingang 5 augustus 2025 toegewezen.
3.1.5. Omdat in het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning onder andere is begrepen het gebruik van de tot die woning behorende inboedel, behoeft dit onderdeel van het verzoek van de vrouw geen afzonderlijke beslissing.
3.2. Proceskosten
3.2.1. Gelet op de aard van de procedure bepaalt de rechtbank dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

4 De beslissing

De rechtbank:
4.1. bepaalt dat de vrouw met ingang 5 augustus 2025 bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning aan de [adres 2] ;
4.2. beveelt de man met ingang van 5 augustus 2025 de echtelijke woning te verlaten en verbiedt de man deze verder te betreden;
4.3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
4.4. compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.5. wijst af het meer of anders verzochte.