Terug naar bibliotheek
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5825 - Rechtbank Overijssel - 2 oktober 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBOVE:2025:58252 oktober 2025

Uitspraak inhoud

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 08.239708.24 (P) Datum vonnis: 2 oktober 2025

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte], geboren op [geboortedatum] 1969 in [geboorteplaats] , wonende aan [adres] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 september 2025.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. U. Yildirim, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer] door mr. M. Mulderij-Anker is aangevoerd.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte met een ander in het openbaar geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] door die [slachtoffer] met een honkbalknuppel tegen de borst te slaan en/of door die [slachtoffer] tegen de borst en/of het hoofd te schoppen (primair) dan weldat hij samen met een ander die [slachtoffer] heeft mishandeld (subsidiair).

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

hij op of omstreeks 26 april 2024 te Zwolle openlijk, te weten op/aan de Goudsbloemstraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer] , door die [slachtoffer] meermaals, althans eenmaal:

  • met een metalen honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, tegen de borst,

althans het lichaam te slaan en/of

  • tegen de borst en/of het hoofd, althans het lichaam te schoppen;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 26 april 2024 te Zwolle tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] meermaals, althans eenmaal:

  • met een metalen honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, tegen de borst,

althans het lichaam te slaan en/of

  • tegen de borst en/of het hoofd, althans het lichaam te schoppen.

3 Het oordeel van de rechtbank

Met de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] met een honkbalknuppel heeft geslagen en/of geschopt. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde feit.

4 De schade van benadeelde

Omdat verdachte van het ten laste gelegde feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij [slachtoffer] op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

5 De beslissing

De rechtbank:

vrijspraak

  • verklaart niet bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;

schadevergoeding

  • bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Ruiter, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. R.J. Postma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Lautenbag, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2025.