Terug naar bibliotheek
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5872 - Rechtbank Oost-Brabant - 17 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBOBR:2025:587217 juli 2025

Rechtsgebieden

Genoemde wetsartikelen

Uitspraak inhoud

Familie- en Jeugdrecht

Zaaknummer: C/01/417488 / JE RK 25-966 Datum uitspraak: 17 juli 2025

Beschikking van de kinderrechter over een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT, statutair gevestigd te ‘s-Hertogenbosch, vestiging [plaats] , hierna te noemen: de Gecertificeerde Instelling (GI),

over

[minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , hierna te noemen [de minderjarige] , advocaat mr. B.J. de Jong.

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder], hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,

[de vader], hierna te noemen de vader, wonende in [woonplaats 2] .

1 Het verloop van de procedure

1.1. De kinderrechter neemt mee in de beoordeling:

2 De feiten

2.1. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .

2.2. Bij beschikking van deze rechtbank van 12 juni 2025 heeft de kinderrechter [de minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI voor de duur van een jaar, zijnde tot 12 juni 2026. Bij diezelfde beschikking heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van een jaar, met ingang van 12 juni 2025 tot 12 juni 206.

2.3. [de minderjarige] verblijft op een open groep.

3 Het verzoek

3.1. De GI verzoekt een spoedmachtiging te verlenen om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier weken. De GI verzoekt hierop te beslissen zonder de belanghebbenden te horen.

3.2. De GI verzoekt daarnaast om aansluitend een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling.

4 De beoordeling

4.1. De kinderrechter kan een spoedmachtiging tot gesloten jeugdhulp verlenen als aan een aantal voorwaarden is voldaan (artikel 6.1.3 Jeugdwet). De spoedmachtiging tot gesloten jeugdhulp moet noodzakelijk zijn vanwege (een ernstig vermoeden van) ernstige opgroei- of opvoedproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Daarnaast moet het verblijf in een gesloten instelling noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige niet meewerkt aan de hulp die hij nodig heeft of om te voorkomen dat anderen ervoor zorgen dat hij deze hulp niet krijgt. Verder mogen er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- of opvoedproblemen te behandelen.

4.2. De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp wordt voldaan. [de minderjarige] accepteert al langere tijd geen gezag, stelt haar eigen grenzen en bepaalt zelf met wie ze omgaat en wanneer ze op de groep terugkomt. Er is geen enkel zicht op haar veiligheid buiten de groep. Op de groep is sprake van grensoverschrijdend gedrag van [de minderjarige] , zowel fysiek als verbaal. Dit levert een ernstig onveilige situatie op voor de groepsleiding, de medebewoners en voor [de minderjarige] zelf. De situatie is inmiddels zo geëscaleerd dat [de minderjarige] niet langer op de groep kan blijven en deze op 18 juli 2025 moet verlaten. [de minderjarige] kan niet bij haar ouders wonen. Er is geen ander alternatief meer mogelijk dan een onmiddellijke plaatsing van [de minderjarige] in een gesloten setting. De kinderrechter heeft een ernstig vermoeden dat er ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten instelling noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen.[1]

4.3. De kinderrechter is verder van oordeel dat een zitting niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [de minderjarige] .

4.4. Bij het verzoek ontbreekt een verklaring van een gedragswetenschapper, die [de minderjarige] fysiek heeft gesproken. De gedragswetenschapper heeft wel op basis van het dossier ingestemd met het verzoek.

4.5. Op basis van het voorgaande wijst de kinderrechter het spoedverzoek toe. De machtiging zal worden verleend voor de duur van vier weken.

4.6. Het is noodzakelijk dat feitelijk onderzoek van [de minderjarige] door een gedragswetenschapper alsnog zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. De kinderrechter verzoekt de GI de verklaring van de gedragswetenschapper vóór de hieronder genoemde zittingsdatum bij de rechtbank in te dienen en naar de belanghebbenden te sturen.

4.7. [de minderjarige] , haar advocaat en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5 De beslissing

De kinderrechter:

5.1. verleent een spoedmachtiging om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier weken, met ingang van 17 juli 2025 tot 14 augustus 2025;

5.2. houdt de beslissing op het verzoek voor het overige aan;

5.3. roept [de minderjarige] , haar advocaat, de moeder, de vader en de GI op voor de zitting van de rechtbank op 29 juli 2025 om 11.05 uur in het gerechtsgebouw van de rechtbank Oost-Brabant, locatie 's-Hertogenbosch, aan Leeghwaterlaan 8 in 's-Hertogenbosch;

5.4. bepaalt dat deze beschikking geldt als oproep voor de zitting.

Deze beschikking is gegeven door mr. N.G. Zandee, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2025, in aanwezigheid van de griffier.

Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:

Artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet (Jw).


Voetnoten

Artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet (Jw).