Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:11321 - Rechtbank Noord-Holland - 1 oktober 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2025:113211 oktober 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer : 11735370 BM VERZ 25-1127 KVG

datum : 1 oktober 2025

beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:

Parlan, gevestigd te 1817 EH Alkmaar, Van der Lijnstraat 9, hierna te noemen: verzoeker,

met betrekking tot:

[betrokkene],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], [adres], hierna te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:

Het verzoek is mondeling behandeld op 4 augustus 2025. Daarbij waren verzoeker, betrokkene, haar moeder, haar jeugdbeschermer en de beoogd bewindvoerder aanwezig.

beoordeling

Verzoeker vraagt in eerste instantie om een beperkt bewind in te stellen over het geldbedrag uit de erfenis van de vader van betrokkene dat vrijkomt op haar 18e verjaardag. Ter zitting heeft verzoeker haar verzoek omgezet in een verzoek tot het instellen van een algeheel bewind nu beperkt bewind mogelijk niet voldoende bescherming biedt en niet werkbaar is voor de bewindvoerder.

Verzoeker geeft aan dat betrokkene op haar 18e verjaardag een aanzienlijke bedrag uit de erfenis van haar vader zal ontvangen. Gelet op de huidige situatie bestaat de zorg dat zij niet in staat is om zelfstandig en verantwoord met dit geldbedrag om te gaan, hetgeen haar financiële welzijn in gevaar kan brengen. Betrokkene geeft geen openheid van zaken betreffende haar inkomen en uitgaven. Verzoeker ziet diverse bedragen gestort worden op de rekening van betrokkene, waarvan zij zich afvragen waar de betalingen vandaan komen. Betrokkene licht deze bedragen niet toe. Ook sluit betrokkene impulsief abonnementen af en koopt producten op afbetaling. Daarnaast is betrokkene kwetsbaar binnen haar sociale omgeving.

Betrokkene heeft ter zitting verklaard zelf verantwoordelijk te willen zijn voor haar financiën en zij is zeer gemotiveerd om hier stappen te zetten. Zij voert aan dat niet is gebleken dat zij niet in staat is haar eigen financiën te beheren. Het zelf beheren van haar geld geeft haar de kans om onafhankelijk te zijn, haar eigen leven op de rit te krijgen en daardoor zelfstandig te worden. Daarnaast kan zij terugvallen op haar netwerk indien zij hulp nodig heeft. Betrokkene is akkoord met een beperkt bewind over de erfenis, maar ziet een algeheel bewind niet zitten. Zij is ook van mening dat een algeheel bewind niet nodig is, omdat zij door gebruik te maken van Artificial Intelligence (AI) alle informatie kan vinden die zij nodig heeft.

Hoewel de kantonrechter begrip heeft voor de wens van betrokkene om het eerst zelf te proberen, acht de kantonrechter dit niet in het belang van betrokkene. Daarbij benadrukt de kantonrechter dat het instellen van een bewind ter bescherming is van betrokkene en niet om haar dwars te zitten. De kantonrechter is van oordeel dat bescherming van betrokkene noodzakelijk is nu betrokkene binnenkort meerderjarig wordt, hetgeen veel veranderingen en verantwoordelijkheid met zich meebrengt, ook op financieel gebied. Naast het aanzienlijke bedrag dat zal vrijkomen uit de erfenis dienen er diverse aanvragen gedaan te worden met betrekking ter voorziening voor haar levensonderhoud en eventuele studie. Het feit dat betrokkene een groot eigen vermogen heeft, maakt dit lastig en maakt dit anders dan voor leeftijdsgenoten. Betrokken zal vermoedelijk haar erfenis moeten gebruiken om in haar levensonderhoud te voorzien. Dit betekent dat er, ook als er een beperkt bewind zou worden ingesteld, intensief contact nodig is tussen de bewindvoerder en betrokkene. Dat betrokkene denkt zich te kunnen redden met AI is een overschatting van zowel haar eigen vaardigheden als de mogelijkheden die AI biedt. AI kan namelijk ‘hallucineren’ doordat het soms overtuigd klinkende maar onjuiste of verzonnen informatie geeft, wat gevaarlijk is omdat dit kan leiden tot misleiding of het nemen van een verkeerde beslissing. Dat betrokkene geen openheid van zaken geeft over haar huidige inkomen en uitgaven vindt de kantonrechter ook zorgelijk. De ervaring leert dat jeugdigen met een lastige start in hun leven, snel in de problemen kunnen komen door te veel geld uit te geven, en dat zij vatbaar zijn voor misbruik. Dat hoeft bij betrokkene niet het geval te zijn, maar de signalen die vanuit de omgeving van betrokkene komen, versterken de zorgen en betrokkene neemt die niet weg. De kantonrechter vindt het, alles overwegend, noodzakelijk dat er een algeheel bewind wordt ingesteld en een bewindvoerder wordt benoemd. De kantonrechter zal het bewind tijdelijk instellen voor de duur van 3 jaar. Tijdens deze periode kan betrokkene, in samenwerking met de bewindvoerder, leren haar financiën en vermogen zelfstandig en op verantwoorde wijze te beheren.

De kantonrechter zal bepalen dat deze beschikking zal worden ingeschreven in het Centraal curatele- en bewindregister, zoals bedoeld in artikel 1:391 van het Burgerlijk Wetboek.

De kantonrechter zal de voorgestelde bewindvoerder(s) benoemen, nu daartegen geen bezwaar is.

Betrokkene is op dit moment niet voldoende in staat om de rekening en verantwoording te beoordelen. De rekening en verantwoording dient wel met betrokkene te worden besproken. Betrokkene is op dit moment niet in staat om toestemming te geven voor de handelingen als bedoeld in artikel 1:441 Burgerlijk Wetboek.

beslissing

De kantonrechter:

  • stelt met ingang van 15 oktober 2025 een algeheel bewind in over de goederen die [betrokkene] (zullen) toebehoren vanwege haar lichamelijke of geestelijke toestand tot 15 oktober 2028;

  • benoemt met ingang van 15 oktober 2025 tot bewindvoerder(s): E.M. Vader, h.o.d.n. Metiss Bewindvoering, Kvkno. 58325719, Postbus 9341, 1800GH Alkmaar;

  • bepaalt dat deze beschikking zal worden ingeschreven in het Centraal curatele- en bewindregister, zoals bedoeld in artikel 1:391 van het Burgerlijk Wetboek;

  • bepaalt dat de bewindvoerder voor de (aanvangs)werkzaamheden en voor de met het bewind gemoeide kosten de in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren vastgestelde forfaitaire tarieven, ten laste van het vermogen van betrokkene mag brengen.

Tegen deze beschikking kan – uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam:

a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.