Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:11129 - Rechtbank Noord-Holland - 24 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2025:1112924 september 2025

Genoemde wetsartikelen

Uitspraak inhoud

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 25/4151 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 september 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , uit Hoofddorp, verzoeker

en

de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer,

gemachtigde: mr. J.C. Binnerts, advocaat te Haarlem.

Inleiding

1.1 In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek richt verzoeker tegen het besluit van de burgemeester van 23 september 2025 om voorschriften op te leggen aan de door hem voorgenomen betoging op woensdag 24 september 2025 van 19:00 tot 20:30 uur op de openbare weg direct voor een gebouw aan de Planeetbaan 2 in Hoofddorp.

1.2 Met genoemde voorschriften heeft de burgemeester onder meer aan verzoeker opgelegd dat bij de demonstratie geen open vuur is toegestaan (verbod op open vuur).

1.3 Verzoeker heeft tegen de beslissing van 23 september 2025 bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

1.4 De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, bijgestaan door [naam 1] , en de gemachtigde van de burgemeester, vergezeld door [naam 2] , ambtenaar ten stadhuize.

1.5 Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:

  • wijst het verzoek toe;
  • schorst het in het bestreden besluit opgenomen voorschrift dat open vuur bij de demonstratie niet is toegestaan, doch uitsluitend voor zover dit voorschrift ziet op verbranding van een boek;
  • bepaalt dat tijdens de demonstratie van 23 september 2025 open vuur gebruikt mag worden voor verbranding van een boek als de verbranding niet langer dan een kwartier duurt, het boek wordt verbrand in een bak zand, een brandblusser en een branddeken bij de verbranding aanwezig zijn en het vuur in geval van wanordelijkheden direct wordt gedoofd;
  • bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 194,- aan verzoeker moet vergoeden.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

  1. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

  2. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de burgemeester geen aanleiding heeft gezien om de demonstratie, die verzoeker richt tegen een AZC, op het gevraagde tijdstip en op de gevraagde locatie te verbieden.

  3. De voorzieningenrechter stelt voorts voorop dat verzoeker met zijn verzoek om een voorlopige voorziening alleen wil bereiken dat het voorschrift dat open vuur niet is toegestaan tijdens de demonstratie niet geldt voor het verbranden van een boek. Hij stelt een Koran te willen verbranden en stelt dat dat een meningsuiting is bij de demonstratie, die niet kan worden verboden.

  4. Ter zitting heeft de burgemeester toegelicht dat zij het vernielen van een boek als de Koran, als zijnde gebruik maken van de vrijheid van meningsuiting bij de demonstratie, op zichzelf niet heeft willen verbieden, omdat zij daar geen grondslag voor ziet. Het verbod op open vuur is volgens de burgemeester dus ook niet bedoeld om het vernielen van een boek als de Koran door verbranding te voorkomen, maar om gevaar voor wanordelijkheden en de gezondheid door open vuur tijdens de demonstratie te voorkomen.

6.1 Op grond van artikel 2 van de Wet openbare manifestaties (Wom) kunnen overheidsorganen het recht tot vergadering en betoging alleen beperken ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding en voorkoming van wanordelijkheden.

6.2 Daarbij is bepaald in artikel 5, eerste lid, Wom, - voor zover van belang - dat de burgemeester naar aanleiding van een kennisgeving van een demonstratie voorschriften of beperkingen kan stellen. Op grond van artikel 5, tweede lid, aanhef en onder c, Wom kunnen zulke voorschriften alleen worden gegeven indien één van de in artikel 2 genoemde belangen dat vordert. In het derde lid is daarbij bepaald dat een voorschrift geen betrekking kan hebben op de inhoud van de te openbaren gedachten of gevoelens.

  1. Niet in geschil is dat het verbranden van een boek in open vuur in dit geval een meningsuiting is in de zin van de Wom. De burgemeester heeft gesteld, noch nader onderbouwd dat het gebruiken van open vuur voor het verbranden van een boek tijdens de demonstratie zal leiden tot wanordelijkheden of zal leiden tot een gevaar voor de gezondheid. De burgemeester heeft slechts aangegeven dat er tegendemonstraties zijn aangekondigd en dat wanordelijkheden verwacht worden, maar heeft niet aannemelijk gemaakt dat juist het gebruik van open vuur bij het verbranden van een boek zal leiden tot wanordelijkheden of gevaar voor de gezondheid als bedoeld in artikel 2 Wom.

  2. De voorzieningenrechter ziet daarom geen grond om te oordelen dat een gezondheidsbelang of het belang bij het voorkomen of bestrijden van wanordelijkheden vordert dat open vuur wordt verboden om tijdens de demonstratie een boek te kunnen verbranden. De voorzieningenrechter ziet gelet hierop geen andere mogelijkheid dan het treffen van de voorlopige voorziening.

Conclusie en gevolgen

  1. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe als hiervoor aangegeven. Dat betekent dat open vuur nog steeds verboden is, maar dat op dat verbod een zeer beperkte uitzondering wordt toegestaan. Daarbij houdt de voorzieningenrechter rekening met de beperkingen die verzoeker, zoals hij ter zitting heeft aangegeven, in acht zal (willen) nemen..

  2. De voorzieningenrechter ziet voorts aanleiding te bepalen dat de burgemeester het griffierecht aan verzoeker moet vergoeden. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

  3. Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 september 2025 door mr. R.H.M. Bruin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Degen, griffier.

Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: