ECLI:NL:RBMNE:2025:5196 - Rechtbank Midden-Nederland - 3 oktober 2025
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Strafrecht
Zittingsplaats: Utrecht
Parketnummers: 16.322701.23 en 21.000694.17 (vordering tul) Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 oktober 2025 in de strafzaak van:
[verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1971 in [geboorteplaats] , wonende op het adres [adres 1] , [postcode] [woonplaats] , hierna: de verdachte.
1 Zitting
De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van 11 september 2025. Het onderzoek is gesloten op 3 oktober 2025.
Op de zitting van 11 september 2025 waren aanwezig:
2 Inleiding
De strafzaak van de verdachte is onderdeel van het strafrechtelijk onderzoek met de naam ‘Ellesmere’. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van informatie uit een ander strafrechtelijk onderzoek met de naam ‘Murray’. Die informatie bestaat uit het resultaat van een OVC (opname vertrouwelijke communicatie). Bij het uitluisteren van die OVC zijn meerdere gesprekken gehoord tussen [medeverdachte 1] [hoofdverdachte] , hoofdverdachte in onderzoek Murray, en [verdachte] , de verdachte in deze zaak. Tijdens een gesprek op 21 maart 2023 spraken [hoofdverdachte] en [verdachte] onder meer over een afspraak op 22 maart 2023 om 18:00 uur op het adres van [hoofdverdachte] . Door de inhoud van het gesprek is het vermoeden ontstaan dat die afspraak was bedoeld voor het ophalen van een bestelling cocaïne. Er is daarom rond dat tijdstip en op die locatie een observatie ingezet. Tijdens die observatie is een auto van het merk Mitsubishi Grandis (hierna: de Grandis) in beeld gekomen. Vervolgens zijn gedurende een periode van meerdere maanden de reisbewegingen van de Grandis gevolgd.
Naar aanleiding van de reisbewegingen van de Grandis volgden nog meer observaties en andere onderzoeken. Daaruit volgde het vermoeden van meerdere drugstransporten, waarbij de Grandis fungeerde als smokkelauto. Uiteindelijk heeft een arrestatieteam op 4 december 2023 ingegrepen tijdens de observatie van een transport. Dat deed het arrestatieteam toen agenten zagen dat een kist gevuld met – naar later bleek – cocaïne werd overgeladen naar de Grandis. Twee mannen zijn daarbij aangehouden als verdachten: medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
Eerder die dag bleek tijdens de observatie dat de Grandis werd gevolgd door een schaduwauto. Dat werd ook bij andere observaties van de Grandis gezien. Die schaduwauto is na de arrestatie van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] achtervolgd. Die achtervolging leidde tot de aanhouding van de bestuurder van de schaduwauto. Dat was medeverdachte [medeverdachte 3] , de stiefzoon van de verdachte.
Tijdens de achtervolging en kort voor zijn arrestatie heeft medeverdachte [medeverdachte 3] een spraakbericht gestuurd naar de verdachte, met daarin een noodkreet. De verdachte, die dit bericht beluisterde in zijn auto, werd door de politie afgeluisterd en te horen was dat hij meteen flink begon te schelden en andere mensen op de hoogte bracht en/of aanspoorde om (onder meer) geld weg te halen. Niet veel later werd ook de verdachte aangehouden.
Het onderzoek heeft er uiteindelijk toe geleid dat de officieren van justitie de verdachte en de hiervoor genoemde medeverdachten beschuldigen van – kortgezegd – het medeplegen van handel en transport van in totaal 423 kilogram cocaïne, het feit dat hierna onder het kopje ‘Tenlastelegging’ staat.
Op 16 april 2025 heeft de rechtbank (in een andere samenstelling) [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] veroordeeld voor hun aandeel in dit feit tot gevangenisstraffen van 6 jaar respectievelijk 42 maanden. De rechtbank heeft [medeverdachte 2] vrijgesproken.
De rechtbank zal de verdachte met dit vonnis ook veroordelen voor het hiervoor genoemde feit. Gelet op de grote rol die de verdachte hierbij in de ogen van de rechtbank heeft gespeeld, wordt aan hem een gevangenisstraf opgelegd van 8 jaar. Het verzoek tot (opnieuw) schorsing van de voorlopige hechtenis zal de rechtbank toewijzen. De vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden wordt afgewezen.
De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot deze beslissingen is gekomen.
3 Tenlastelegging
De officieren van justitie beschuldigen de verdachte ervan dat hij, samengevat:
in de periode van 21 maart 2023 tot en met 4 december 2023 in Hellouw (gemeente West Betuwe) en/of ergens anders in Nederland, samen met anderen, in totaal 423 kilogram cocaïne opzettelijk heeft vervoerd en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of verkocht, in ieder geval opzettelijk aanwezig heeft gehad.
De volledige tekst van de beschuldiging staat in bijlage 1 bij dit vonnis.
4 Bewijs
4.1. Standpunt van de officieren van justitie De officieren van justitie stellen zich op het standpunt dat kan worden bewezen dat de verdachte het feit heeft gepleegd. Het standpunt wordt - voor zover van belang voor de beoordeling - besproken in paragraaf 4.3.
4.2. Standpunt van de verdediging De advocaat verzoekt de rechtbank de verdachte integraal vrij te spreken van het feit. Subsidiair luidt het standpunt dat alleen het transport van 4 december 2023 kan worden bewezenverklaard. De advocaat voert verschillende verweren over het bewijs. Deze worden - voor zover van belang voor de beoordeling - hierna besproken onder paragraaf 4.3.
4.3. Oordeel van de rechtbank
4.3.1. Bewijsmiddelen De rechtbank oordeelt dat bewezen is dat de verdachte het feit heeft gepleegd. De rechtbank baseert dit oordeel op de bewijsmiddelen die in bijlage 2 van dit vonnis staan.
4.3.2. Bewijsoverwegingen
Algemeen [medeverdachte 3] heeft verklaard dat de Grandis werd gebruikt als smokkelauto voor drugstransporten. [medeverdachte 3] volgde de Grandis tijdens die drugstransporten vanaf de omgeving van Utrecht tot aan de parkeerplaats op de [parkeerplaats] in Buren in een zogenaamde schaduwauto. Daar vond een bestuurderswissel plaats en werd de Grandis naar Meteren gereden. [medeverdachte 3] wachtte daar totdat de Grandis weer terugkwam, waarna hij de auto weer volgde tot een locatie in Utrecht. Het ging steeds om transporten van cocaïne
Het gaat in deze zaak om het transport van en handel in cocaïne op een aantal specifieke momenten. De rechtbank gaat hierna in op de verschillende data.
Transport op 21 en 22 maart 2023 Op 22 maart 2023 vond het eerste transport plaats waarmee de verdachte in verband gebracht kan worden. De verdachte en [hoofdverdachte] voerden een dag eerder, op 21 maart 2023, een gesprek met elkaar bij het autobedrijf van [hoofdverdachte] in [plaats 1] . Ze praatten in dat gesprek over ‘tijgers’ die [hoofdverdachte] aan de verdachte kon geven. De vorige keer waren die van goede kwaliteit. Ook praatten ze over een 100% blok en over 20 of 15. “Als het er maar 15 zijn is het goed”, zei de verdachte. Hij kon ze verkopen voor 22. Daarna spraken ze af dat het de dag erna werd opgehaald. De verdachte zei aan het einde van het gesprek tegen [hoofdverdachte] : “Hij is er morgen om zes uur”.
De gebeurtenissen die daarop volgden sluiten naadloos aan bij dit gesprek. Op 22 maart 2023 om 18:29 uur kwam de Grandis het terrein van [hoofdverdachte] in [plaats 1] oprijden. Slechts vijf minuten later reed de Grandis het terrein weer af. De bestuurder van de Grandis was [medeverdachte 3] , die, zoals hierboven al benoemd, heeft verklaard dat de Grandis alleen werd gebruikt voor criminele doeleinden, namelijk voor het vervoer van geld of drugs.
[medeverdachte 3] heeft zowel op 22 maart 2023 om 22:49 uur als op 23 maart 2023 om 17:23 uur een foto gemaakt met zijn mobiele telefoon van een blok omwikkeld in bruine tape met daarop een afbeelding van een tijger. Uit de verklaring van [medeverdachte 3] tijdens de behandeling van zijn strafzaak op zitting volgt dat met ‘tijger’ cocaïne wordt bedoeld.
De rechtbank oordeelt op basis van het voorgaande dat is bewezen dat [medeverdachte 3] op 22 maart 2023 met de Grandis ten minste 15 blokken cocaïne heeft opgehaald bij [hoofdverdachte] nadat de verdachte daarover op 21 maart 2025 een afspraak had gemaakt.
De verdediging heeft aangevoerd dat het OVC-gesprek op 21 maart 2023 niet over cocaïne ging, maar over hasj. Dat blijkt volgens de verdediging uit de passage waarin de verdachte zegt dat hij het “net effe over hasj had”. De rechtbank ziet dit anders. De rechtbank heeft hiervoor al op basis van de bewijsmiddelen vastgesteld dat [medeverdachte 3] op 22 maart 2023 ten minste 15 blokken cocaïne heeft opgehaald nadat de verdachte daarover afspraken had gemaakt met [hoofdverdachte] . Wat de verdediging aanvoert leidt niet tot twijfel aan die vaststelling. In het gesprek over het ophalen van de blokken, gaat het naast ‘tijger’ ook over ‘pitbull’ en ‘100% blok’. [medeverdachte 3] heeft gezegd dat de termen tijger en pitbull gaan over cocaïne en ook volgens de politie zijn dit termen die bij uitstek passen bij handel in cocaïne. Dat geldt ook voor de term 22 ruggen, oftewel € 22.000,- De prijs voor een kilo cocaïne voor handelaren is door de politie voor het jaar 2022 namelijk vastgesteld op € 22.255,-. Dat in het gesprek tussen de verdachte en [hoofdverdachte] wel op enig moment over hasj werd gesproken, betekent niet dat het gehele gesprek - in weerwil van het voorgaande - over hasj ging. De rechtbank begrijpt de woorden van de verdachte over hasj, aan het einde van het gesprek met [hoofdverdachte] , zo dat hij het, in afwijking van het eerder besprokene (over cocaïne), óók nog even over hasj had.
Dat de cocaïne die [medeverdachte 3] heeft opgehaald niet is gevonden in de Grandis bij een inkijkoperatie door de politie, maakt de conclusie van de rechtbank ook niet anders. Hoewel niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de politie op 22 maart 2023 heimelijk in de Grandis heeft gekeken, ligt dit wel voor de hand. Maar ook als hiervan wordt uitgegaan, sluit dit niet uit dat er die dag door [medeverdachte 3] cocaïne is vervoerd. Uit de verslaglegging van de politie blijkt namelijk dat er tussen 19:38 uur en 23:22 uur geen observatie heeft plaatsgevonden, waardoor het mogelijk is dat de cocaïne ongezien uit de Grandis is gehaald.
De verdediging heeft er nog op gewezen dat de politie tijdens de inkijkoperatie geen verborgen ruimte in de Grandis heeft aangetroffen. Ook dit leidt niet tot twijfel aan de vaststelling dat [medeverdachte 3] op 22 maart 2023 cocaïne vervoerde. Het dossier bevat aanwijzingen dat die verborgen ruimte er [J] in de zomer van 2023 is ingebouwd, wat het niet-aantreffen kan verklaren. Ook is mogelijk dat de verborgen al wel in de Grandis zat, maar tijdens de inkijkoperatie niet is gevonden. Wat daar ook van zij, niet is uitgesloten dat er cocaïne met de auto is vervoerd. Dat kan immers met of zonder verborgen ruimte zijn gebeurd.
Transporten en handel op 13 en 25 september, 6, 13, 18 en 26 oktober 2023 De rechtbank oordeelt dat ook op 13 en 25 september, 6, 13, 18 en 26 oktober 2023 drugstransporten hebben plaatsgevonden, waarbij de verdachte betrokken is geweest.
De Grandis maakte op die data steeds een reisbeweging in zuidelijke richting en terug, wat past bij de route vanuit Utrecht naar de parkeerplaats op de [parkeerplaats] in Buren, waarover [medeverdachte 3] heeft verklaard. Op die route volgde [medeverdachte 3] de Grandis tijdens drugstransporten. Op 13 en 25 september 2023 maakte [medeverdachte 3] foto’s van de blokken die, op die dagen, waren opgehaald met de Grandis. Op 6 oktober, 13 oktober, 18 oktober en 26 oktober 2023 is [medeverdachte 3] ook daadwerkelijk op deze route gezien door de politie.
[medeverdachte 3] heeft op de zitting in zijn zaak bovendien verklaard dat hij bij alle drugstransporten de Grandis heeft gevolgd. Ook heeft hij verklaard dat hij foto’s heeft gemaakt van cocaïneblokken die waren opgehaald met de Grandis op 13 en 25 september 2023.
Cocaïne Dat op alle genoemde data cocaïne is vervoerd volgt uit de verklaring van [medeverdachte 3] , zoals beschreven onder het kopje ‘Algemeen’. Daarnaast heeft [medeverdachte 3] op 13 en 25 september 2023 foto’s en notities aangemaakt in zijn telefoon met de namen ‘ pitbull ’ en ‘ pitbull 2’ . Op 6 en 13 oktober 2023 heeft hij soortgelijke notities aangemaakt met de namen ‘ pitbull 3 ’ en ‘ pitbull 4’. Hierover heeft [medeverdachte 3] verklaard dat deze notities gingen over cocaïne die met de Grandis was vervoerd. Op 18 oktober 2023 is bovendien daadwerkelijk cocaïne aangetroffen, die kon worden herleid naar het transport met de Grandis eerder die dag. Dat geldt ook voor 4 december 2023 (waarover later meer), toen ook cocaïne is aangetroffen. Dat transport is op vrijwel identieke wijze uitgevoerd (modus operandi) als de transporten in september en oktober 2023.
Hoeveelheden Zoals hiervoor benoemd zijn in de telefoon van [medeverdachte 3] notities aangetroffen met de namen ‘ pitbull ’, ‘ pitbull 2’ , ‘ pitbull 3 ’ en ‘ pitbull 4’. [medeverdachte 3] maakte deze notities tijdens de drugstransporten. Hij moest controleren of alles goed ging en hij moest in de notities bijhouden hoeveel cocaïne werd weggebracht of verkocht.
Inhoud van de notities:
De ‘hoofdgetallen’ bovenaan de notities worden steeds gevolgd door namen, kleinere getallen en termen als ‘gekregen’ en ‘betaald’. Dat ziet eruit als een saldolijst. De rechtbank gaat ervan uit dat ‘st’ achter de ‘hoofdgetallen’ staat voor stuk of stuks. Politieagenten hebben opgeschreven dat ambtshalve bekend is dat die afkorting in het criminele circuit wordt gebruikt om een kilogram (cocaïne) aan te duiden.
In een andere telefoon van [medeverdachte 3] is een afbeelding aangetroffen, waarop zes getallen achter elkaar staan. Deze getallenreeks begint met het getal 45 gevolgd door “60+60+60+60+61 van laatste 61 (2van jou)”. [medeverdachte 3] heeft verklaard dat deze getallen een berekening vormen die hij een keer moest noteren van [A] . Die “(2vanjou)” ziet op twee blokken cocaïne die [medeverdachte 3] zelf heeft doorverkocht. Het waren 2 blokken van een grotere hoeveelheid cocaïne die met de Grandis naar Utrecht was gehaald. Deze afbeelding heeft [A] op 28 november 2023 aan [medeverdachte 3] gestuurd en is op die datum ook voor het laatst bewerkt.
De ‘hoofdgetallen’ van de notities van 13 september 2023, 25 september 2023, 6 oktober 2023 en 13 oktober 2023 komen nagenoeg overeen met de getallenreeks van de afbeelding die [A] op 28 november 2023 aan [medeverdachte 3] heeft gestuurd: 45+60+60+60+60+61 van laatste 61 (2van jou). De rechtbank concludeert op basis hiervan dat de ‘hoofdgetallen’ op de notities steeds zien op de hoeveelheid cocaïne die op de desbetreffende dag is getransporteerd. Dat betekent dat op 13 september 2023 een hoeveelheid van 45 kilogram cocaïne is vervoerd, op 25 september 2023, 6 oktober 2023, 13 oktober 2023 en 18 oktober 2023 een hoeveelheid van 60 kilogram en op 26 oktober een hoeveelheid van 61 kilogram cocaïne. De notities laten bovendien zien dat de betrokkenen zich niet alleen bezighielden met het transport van de cocaïne, maar ook met de verkoop en aflevering. Dat werd in de notities allemaal bijgehouden.
De rechtbank ziet in dat de notitie ‘ pitbull 4’ van 13 oktober 2023 eindigt met het ‘hoofdgetal’ 59st. (+2ik), terwijl het daarmee corresponderende deel van de getallenreeks op de afbeelding van [A] er als volgt uitziet: +61 van laatste 61 (2 van jou). De rechtbank ziet hierin echter dezelfde betekenis. Die 2 ziet in beide gevallen op de 2 blokken die [medeverdachte 3] zelf heeft doorverkocht. Dit verschil in notering doet dus niet af aan de conclusie over de getransporteerde hoeveelheden.
Dat op 18 oktober 2023 door de politie bij een inval bij de afnemers ‘slechts’ een hoeveelheid van 15 kilogram cocaïne is aangetroffen, maakt de conclusie van de rechtbank ook niet anders. De agenten hebben de Grandis niet continu kunnen observeren. Dat betekent dat niet kan worden uitgesloten dat een deel van de getransporteerde cocaïne op een ander moment uit de auto is gehaald. Een ander scenario kan zijn dat een deel van de cocaïne zich nog in de Grandis bevond nadat er cocaïne was overgeheveld naar de Mercedes waarmee de cocaïne naar Amersfoort is gebracht. Daarnaast blijkt uit de observatie op 18 oktober 2023 dat er een grote plastic zak uit de achterbak van de Grandis werd gehaald en daarmee werd weggereden in een Renault Clio.
[A] De persoon achter het nummer dat in de telefoon van [medeverdachte 3] onder de naam [A] was opgeslagen is degene die op 28 november 2023 in een gesprek met [medeverdachte 3] de reeks met getransporteerde hoeveelheden deelde. De Grandis was van [A] en [A] heeft aan [medeverdachte 3] de opdrachten voor de transporten gegeven.
De rechtbank concludeert dat het niet anders kan zijn dan dat deze [A] de verdachte is. Aan deze conclusie liggen de volgende feiten en omstandigheden ten grondslag, die de rechtbank niet alleen afzonderlijk, maar ook in onderlinge samenhang beziet.
Het telefoonnummer van [A] is in de eerste plaats een Marokkaans telefoonnummer (+ [telefoonnummer 1] ) waarmee [medeverdachte 3] via Signal communiceerde. [medeverdachte 3] sloeg dit nummer op in zijn telefoon op 27 april 2023, een dag waarop de verdachte naar Marokko is gevlogen. De momenten waarop [medeverdachte 3] vervolgens met [A] communiceerde, vallen precies in periodes dat de verdachte in Marokko verbleef. De verdachte is onder meer in Marokko geweest van 29 oktober 2023 tot 30 november 2023. Aan het eind van die periode, op 28 november 2023, communiceerde [medeverdachte 3] nog met [A] .
Daarbij komt dat ene ‘ [B] ’ op 9 november 2023 via Signal aan [medeverdachte 3] een bericht stuurt met de tekst: "Salam broer als is goed heb jij nummer van [bijnaam 2] ik ben [bijnaam 1] ". [medeverdachte 3] stuurde daarop het Marokkaanse nummer dat hij onder de naam [A] in zijn telefoon had opgeslagen. Dit duidt erop dat [A] de vader van [medeverdachte 3] is. De verdachte en [medeverdachte 3] hebben beiden ook meerdere keren verklaard dat zij elkaar als vader en zoon beschouwen. Dat ‘ [bijnaam 2] ’ een bijnaam is van een andere persoon dan de verdachte vindt de rechtbank, mede tegen de achtergrond van het navolgende, onwaarschijnlijk.
Hetzelfde Marokkaanse telefoonnummer kwam ook ter sprake in Signal-chatgesprekken tussen ene ‘ [C] ’ en ‘ [bijnaam 3] ’. Deze chatgesprekken zijn aangetroffen op een telefoon die in beslag werd genomen in het kader van een ander strafrechtelijk onderzoek naar een andere persoon. In die gesprekken - die gaan over het vervoer van geld - werd meermalen de (bij)naam ‘ [bijnaam 4] ’ genoemd. Op 15 mei 2023 stuurde [C] het nummer + [telefoonnummer 1] naar [bijnaam 3] , gevolgd door het bericht: “Dit is Signal van [bijnaam 4] .” [bijnaam 4] behoort - zo blijkt uit een bericht van [C] op 15 januari 2023 - tot een kring waarvan ook “ [D] ” deel uitmaakt. Uit het strafdossier blijkt dat de verdachte goed bevriend is met [D] . [D] is ook één van de personen die de verdachte [bijnaam 4] noemen.
Dat de verdachte [bijnaam 4] wordt genoemd, heeft hij daarnaast zelf op de zitting bevestigd. Hij heeft daarbij weliswaar verklaard dat [bijnaam 4] niet zijn vaste bijnaam is en dat meer mensen zo worden genoemd, maar dat doet niet af aan de conclusie van de rechtbank dat de verdachte de [bijnaam 4] is die hoort bij het Marokkaanse telefoonnummer + [telefoonnummer 1] .
De verdediging heeft aangevoerd dat er onder de verdachte nooit een telefoon in beslag is genomen met het nummer + [telefoonnummer 1] of met het Signal-account [A] . Uit onderzoek met een IMSI-catcher is ook niet gebleken dat een toestel met dit nummer bij de verdachte in gebruik is geweest. Anders dan de verdediging ziet de rechtbank dit niet als een contra-indicatie voor de conclusie dat de verdachte [A] is. Het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] is naar alle waarschijnlijkheid namelijk nooit in Nederland geweest en de politie kan geen onderzoek doen in Marokko. De rechtbank heeft hiervoor al benoemd dat [medeverdachte 3] contact had met het Marokkaanse nummer + [telefoonnummer 1] in de periodes waarin de verdachte zich in Marokko bevond. Daar komt bij dat [A] op 28 november 2023 in de avond naar [medeverdachte 3] stuurde: “En deze neem ik niet mee he dat weet. Ben tot morge te bereiken einde middag nog op deze”. Met morgen werd dus 29 november 2023 bedoeld. Daarna was [A] niet meer bereikbaar op het nummer + [telefoonnummer 1] . Geheel in overeenstemming hiermee volgt uit het strafdossier dat de verdachte op 30 november 2023 terugvloog vanuit Marokko naar Nederland en daarna geen communicatie meer plaatsvond tussen [medeverdachte 3] en [A] .
Transport op 4 december 2023 Op 4 december 2023 volgde [medeverdachte 3] de Grandis opnieuw tijdens een drugstransport. De agenten die dit transport observeerden zagen dat de Grandis en de schaduwauto (met daarin [medeverdachte 3] ) weer parkeerden op de [parkeerplaats] in Buren en dat de Grandis vervolgens verder reed naar een perceel aan de [adres 2] in [plaats 2] . Daar greep het arrestatieteam in en werd [medeverdachte 1] aangetroffen, die in het bijzijn van [medeverdachte 2] , (naar later bleek) cocaïne aan het overladen was van een andere auto in de Grandis. In totaal is toen 62 kilogram cocaïne aangetroffen.
[medeverdachte 3] was in de tussentijd in de omgeving van de [parkeerplaats] in Buren gebleven. Hij had eerder die middag nog via Signal contact gehad met ene ‘ [bijnaam 5] ’ over het ‘pakken’ van 30. Dat zou gebeuren om 18:00 uur. In het chatgesprek met [bijnaam 5] had [medeverdachte 3] ook een foto van een blok met daarop de tekst ‘pitbull’ gestuurd. Het lijkt er dus op dat [medeverdachte 3] van plan was een deel van de op 4 december 2023 getransporteerde cocaïne aan ‘ [bijnaam 5] ’ af te gaan leveren. Zo ver is het niet gekomen, want na de arrestatie van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , is ook [medeverdachte 3] aangehouden. Aan die aanhouding ging een korte achtervolging vooraf.
De rechtbank ziet in het voorgaande bewijs dat op 4 december 2023 - op dezelfde wijze als bij de transporten in september en oktober 2023 - een hoeveelheid van 62 kilogram cocaïne is getransporteerd.
Dat de verdachte ook nauwe betrokkenheid had bij dit transport leidt de rechtbank af uit het volgende. Op het moment dat [medeverdachte 3] werd achtervolgd door de politie, stuurde hij een spraakbericht naar de verdachte waarin hij liet weten dat hij in de problemen zat. Wat die problemen inhielden lichtte hij niet toe, maar uit de reactie van de verdachte volgt, naar het oordeel van de rechtbank, dat hij exact begreep waar het over ging. De verdachte begon na het afluisteren van het bericht namelijk eerst flink te schelden. Daarna belde hij iemand anders met de mededelingen: “We hebben een ‘teringprobleem” en ”Zooitje weg”. Vervolgens belde de verdachte de vrouw van [medeverdachte 3] met het dringende advies al het geld weg te halen, wat zij vervolgens ook deed. De politie trof de vrouw van [medeverdachte 3] namelijk aan in haar auto, wegrijdend van haar woning, met grote bedragen aan contant geld. De reactie van de verdachte past bij iemand die zonet een grote partij cocaïne is kwijtgeraakt, daarvan anderen op de hoogte brengt en probeert te redden wat er nog te redden valt dan wel bewijs weg te maken.
De verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij na het beluisteren van het spraakbericht van [medeverdachte 3] dacht dat [medeverdachte 3] in de problemen zat met zijn autoverhuurbedrijf. Hij vermoedde dat er een plofkraak was gepleegd met één van de auto’s die [medeverdachte 3] verhuurde en dat [medeverdachte 3] dus al zijn auto’s (‘het zooitje’) kwijt was. Deze verklaring vindt de rechtbank gelet op al het voorgaande, volstrekt ongeloofwaardig.
Rol van de verdachte Uit het voorgaande volgt dat de verdachte, onder andere, samen met [medeverdachte 3] betrokken was bij de drugstransporten en -handel. Hun rollen waren echter niet gelijkwaardig. Uit de bewijsmiddelen komt duidelijk naar voren dat de verdachte de drugstransporten op afstand (en uit het zicht van opsporingsinstanties) aanstuurde. De Grandis stond op naam van iemand anders, maar was eigendom van de verdachte. De verdachte was ook degene die onderhandelde en de afspraken maakte over de in de Grandis te vervoeren cocaïne. De verdachte stuurde [medeverdachte 3] vervolgens op pad met de Grandis; eenmalig om zelf de cocaïne op te halen en bij de latere transporten was [medeverdachte 3] , in opdracht van de verdachte, verantwoordelijk voor het toezicht op het verloop daarvan en voor het controleren of de afgesproken hoeveelheden cocaïne werden vervoerd en afgeleverd. [medeverdachte 3] legde daarover verantwoording af aan de verdachte, waarvoor hij notities bijhield in zijn telefoon. Het was ook de verdachte die [medeverdachte 3] opdroeg de eerdergenoemde getallenreeks (60+60+60+60+61 van laatste 61 (2van jou)) te bewaren (“Sla ze op voor dat ze automatisch gewist worden”). De verdachte was, tot slot, de eerste en enige persoon die [medeverdachte 3] op de hoogte bracht van de problemen (de achtervolging door de politie) op 4 december 2025, waarbij de reactie van de verdachte – het schelden en informeren van en opdrachten geven aan anderen – duidt op zeer nauwe betrokkenheid bij de drugstransporten en -handel.
De rechtbank concludeert dan ook dat de verdachte met zijn handelingen nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen en op die manier als medepleger van zowel het vervoeren, als het verkopen, afleveren en verstrekken van de cocaïne kan worden aangemerkt.
4.4. Bewezenverklaring De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte:
in de periode van 21 maart 2023 tot en met 4 december 2023 te Hellouw (gemeente West Betuwe) en/of Meteren (gemeente West Betuwe) en/of elders in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
-
op 22 maart 2023 ten minste 15 kilo cocaïne;
-
op 13 september 2023 ongeveer 45 kilo cocaïne;
-
op 25 september 2023 ongeveer 60 kilo cocaïne;
-
op 6 oktober 2023 ongeveer 60 kilo cocaïne;
-
op 13 oktober 2023 ongeveer 60 kilo cocaïne;
-
op 18 oktober 2023 ongeveer 60 kilo cocaïne;
-
op 26 oktober 2023 ongeveer 61 kilo cocaïne;
-
op 4 december 2023 ongeveer 62 kilo cocaïne;
cocaïne zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De taal- en/of schrijffouten die in de tekst van de beschuldiging voorkomen zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Dit benadeelt de verdachte niet.
5 Kwalificatie en strafbaarheid
5.1 Kwalificatie Het bewezen feit levert het volgende strafbare feit op:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
5.2 Strafbaarheid feit en verdachte Het feit en de verdachte zijn strafbaar.
6 Straf
6.1. Vordering van de officieren van justitie De officieren van justitie eisen dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar, met aftrek van het voorarrest.
6.2. Standpunt van de verdediging De advocaat verzoekt om in geval van een veroordeling een lagere straf op te leggen dan de officieren van justitie hebben geëist. Ook verzoekt de advocaat de voorlopige hechtenis van de verdachte opnieuw te schorsen.
6.3. Oordeel van de rechtbank De rechtbank legt aan de verdachte, conform de eis van de officieren van justitie, een gevangenisstraf van 8 jaar op. De rechtbank schorst de voorlopige hechtenis van de verdachte opnieuw.
Bij het bepalen van deze straf houdt de rechtbank rekening met de ernst van het gepleegde feit en de omstandigheden waaronder de verdachte dit feit heeft gepleegd. Ook weegt de rechtbank het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden mee.
Ernst en omstandigheden van het feit De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het opzettelijk vervoeren, verkopen, afleveren en verstrekken van cocaïne. De verdachte was daarbij opdrachtgever en organisator en zijn rol was daarmee cruciaal en essentieel voor het laten plaatsvinden en doen slagen van de transporten. Daarnaast onderhandelde hij over de prijs van de cocaïne. Zo had hij dus ook een grote rol bij de handel.
De stelselmatigheid van de handelingen en de grote hoeveelheid cocaïne die bij de transporten in omloop was, dragen in dit geval bij aan de ernst van het feit. De rechtbank is gekomen tot een bewezenverklaring van maar liefst 8 transporten van in totaal 423 kilogram cocaïne. Deze transporten vonden op geraffineerde wijze plaats. Er lag een goede organisatie aan ten grondslag, met meerdere betrokken personen, en ten minste één auto met een speciaal daarvoor ingebouwde verborgen ruimte.
De rechtbank vindt het ook ernstig dat de verdachte anderen, waaronder zijn stiefzoon, de risicovolle taken heeft laten uitvoeren en zelf zoveel mogelijk uit het zicht bleef. Het lijkt erop dat hij op die manier vooral de vruchten wilde plukken en de risico’s bij anderen neerlegde.
Bij de bepaling van de ernst van het feit neemt de rechtbank verder mee dat het gebruik van cocaïne zeer schadelijk is voor personen en daarom een ernstige bedreiging van de volksgezondheid vormt. De hoeveelheid cocaïne waarvoor de rechtbank de verdachte samen met anderen verantwoordelijk houdt was bestemd voor verdere verspreiding en handel. Dat blijkt uit de hoeveelheid, en uit de notities in de telefoon van [medeverdachte 3] (de zgn. saldolijsten) en diverse chatgesprekken in het dossier. De handel in en verspreiding van cocaïne gaat gepaard met verschillende vormen van andere (zware) criminaliteit, waaronder de (vermogens)delicten die veel drugsverslaafden plegen ter financiering van hun behoefte aan die stof en ook ernstige geweldsdelicten, zoals ripdeals en zelfs druggerelateerde (pogingen tot) liquidaties. Daarnaast worden met drugshandel grote criminele winsten behaald die veelal worden witgewassen, wat leidt tot een verstoring van het financiële verkeer. Door het vervoeren, afleveren, verstrekken en verkopen van grote hoeveelheden cocaïne heeft de verdachte bijgedragen aan de instandhouding van deze criminele keten.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte In het strafblad van de verdachte van 6 september 2025 ziet de rechtbank dat de verdachte in 2021 door het Hof Arnhem-Leeuwarden ook is veroordeeld voor drugsgerelateerde feiten. Dat is een omstandigheid die in beginsel strafverzwarende werkt. Daarbij merkt de rechtbank wel op dat de feiten van die veroordeling dateren uit 2014. De verdachte is in de tussenliggende periode niet voor andere strafbare feiten met politie en justitie in aanraking gekomen.
Over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte is verder bekend dat hij kostwinner is van zijn gezin en dat hij voetbalmakelaar is. De rechtbank begrijpt dat de oplegging van een langdurige gevangenisstraf ertoe zal leiden dat hij zijn werkzaamheden zal moeten staken en zijn gezin niet meer kan onderhouden. Dat heeft veel impact. De rechtbank ziet daarin echter geen reden voor strafvermindering. De ernst van het feit is zodanig dat niet kan worden volstaan met een straf die geen langdurige vrijheidsbeneming met zich brengt. De oplegging van een langdurige gevangenisstraf is een consequentie van keuzes die de verdachte zelf heeft gemaakt.
Strafkader Om in vergelijkbare zaken zoveel mogelijk gelijk te straffen, werken strafrechters met landelijke oriëntatiepunten. Deze zijn gebaseerd op opgelegde straffen in andere, vergelijkbare zaken. Het oriëntatiepunt voor het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van harddrugs van meer dan 20 kilogram begint bij een gevangenisstraf van 50 maanden. Als de handelingen in georganiseerd verband hebben plaatsgevonden, begint het oriëntatiepunt bij een gevangenisstraf van 6 jaar.
In dit geval gaat het om een aanzienlijk grotere hoeveelheid drugs dan 20 kilogram, namelijk 423 kilogram cocaïne. Ook is sprake van een georganiseerd verband. Daarnaast kijkt de rechtbank naar de rol van de verdachte, zoals zij die hiervoor heeft omschreven. Deze rol weegt de rechtbank substantieel zwaarder dan de rol van de medeverdachten die eerder door de rechtbank zijn veroordeeld. Die medeverdachten hebben een gevangenisstraf opgelegd gekregen van 6 jaar (medeverdachte [medeverdachte 3] ) respectievelijk 42 maanden (medeverdachte [medeverdachte 1] ). Mede vanuit dat oogpunt is een gevangenisstraf van 8 jaar een passende straf. De rechtbank zal deze straf dan ook aan de verdachte opleggen, met aftrek van het voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de straf De gevangenisstraf zal worden tenuitvoergelegd binnen de penitentiaire inrichting, totdat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend.
De voorlopige hechtenis
In de zaken van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] heeft de rechtbank eerder beslist dat de voorlopige hechtenis met ingang van de datum van het veroordelend vonnis moest herleven. De rechtbank maakt in de zaak van de verdachte echter een andere afweging, mede naar aanleiding van het recente arrest van de Hoge Raad van 24 juni 2025.
Bij de beslissing over de schorsing van de voorlopige hechtenis gaat het om een afweging van belangen van enerzijds strafvordering en anderzijds de verdachte. Bij die belangenafweging staat voorop dat de voorlopige hechtenis als ingrijpend dwangmiddel terughoudend moet worden toegepast. Voor het daadwerkelijk ondergaan van voorlopige hechtenis is slechts ruimte als dat noodzakelijk is voor het bereiken van het doel van de voorlopige hechtenis. De omstandigheid dat bij een veroordelend vonnis een gevangenisstraf is opgelegd van langere duur dan de reeds ondergane voorlopige hechtenis, is geen zelfstandige grond voor opheffing van de schorsing of het laten herleven van de voorlopige hechtenis.
In dit geval geldt dat aan de voorlopige hechtenis gevaar voor herhaling ten grondslag ligt. Door het veroordelend vonnis is deze grond bij de belangenafweging in gewicht toegenomen. De voorlopige hechtenis van de verdachte is echter al ruim een jaar geschorst geweest. Gedurende die periode golden schorsingsvoorwaarden waaraan de verdachte zich heeft gehouden. Er hebben geen incidenten plaatsgevonden die erop duiden dat de verdachte zich opnieuw met het plegen van strafbare feiten heeft beziggehouden. Dat betekent dat het doel van de voorlopige hechtenis door het stellen van voorwaarden is (en kan worden) bereikt.
De rechtbank zal de voorlopige hechtenis van de verdachte daarom opnieuw schorsen, onder de voorwaarden die eerder ook zijn opgelegd. Deze voorwaarden zijn in een apart bevel vastgelegd. Eén van die schorsingsvoorwaarden houdt in dat de verdachte niet zonder toestemming naar het buitenland mag reizen. De verdachte heeft hierdoor naar eigen zeggen veel klanten misgelopen. De rechtbank ziet hierin echter onvoldoende reden deze voorwaarde te laten vallen; ook dit is een consequentie van de strafbare keuzes die verdachte zelf heeft gemaakt.
7 In beslag genomen voorwerpen
7.1. Vordering van de officieren van justitie De officieren van justitie eisen de in beslag genomen auto van het merk Mitsubishi Grandis met kenteken [kenteken 1] , goednummer A.04.00.001, verbeurd te verklaren.
7.2. Standpunt van de verdediging De verdediging voeren geen verweer over het beslag.
7.3. Oordeel van de rechtbank De rechtbank zal de onder de verdachte in beslag genomen auto, overeenkomstig de eis van de officieren van justitie, verbeurd verklaren. Voor dit goed geldt dat met behulp daarvan het feit is begaan.
8. Vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf
Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft aan de verdachte in de zaak met parketnummer 21.000694.17 op 20 januari 2021 een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar voor onder meer het opzettelijk aanwezig hebben van 1400,06 gram hasjiesj.
8.1. Vordering van de officieren van justitie De officieren van justitie eisen dat de rechtbank de vordering toewijst, zodat de voorwaardelijk aan de verdachte opgelegde straf ten uitvoer wordt gelegd. Volgens de officieren van justitie heeft de verdachte zich niet gehouden aan de algemene voorwaarde dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit.
8.2. Standpunt van de verdediging De advocaat verzoekt primair om de proeftijd te verlengen. Subsidiair verzoekt de advocaat om de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf.
8.3. Oordeel van de rechtbank De rechtbank constateert dat de voorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd voor feiten die de verdachte in 2014 heeft gepleegd. Gelet op de ouderdom van deze feiten in combinatie met de omstandigheid dat de verdachte in de tussentijd niet opnieuw is veroordeeld voor een strafbaar feit, ziet de rechtbank geen meerwaarde in de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank wijst de vordering tot tenuitvoerlegging daarom af.
9 Toegepaste wetsartikelen
De opgelegde straf en de beslissing op het beslag zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen:
11 De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
-
verklaart bewezen dat de verdachte het feit heeft gepleegd, zoals hierboven in paragraaf 4.4 is omschreven;
-
verklaart het overige dat in de beschuldiging staat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 5.1 is vermeld;
strafbaarheid verdachte
- verklaart de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
-
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 8 jaar;
-
bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
beslag
- verklaart verbeurd de auto van het merk Mitsubishi Grandis met kenteken [kenteken 1] , goednummer A.04.00.001;
vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging (21.000694.17).
voorlopige hechtenis
- schorst de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de datum van dit vonnis om 13:00 uur onder de voorwaarden die in een apart bevel zijn vastgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mr. L.M.M. Heppe en mr. G.K.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.M. Raedts, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2025.
Mr. Wijkerslooth de Weerdesteijn is niet in de gelegenheid dit vonnis mee te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat:
hij op één of meerdere moment(en) in of omstreeks de periode van 21 maart 2023 tot en met 4 december 2023 te Hellouw (gemeente West Betuwe) en/of Meteren (gemeente West Betuwe) en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
-
op 21 en/of 22 maart 2023 (ongeveer) (ten minste) 15 kilo cocaïne;
-
op 13 september 2023 (ongeveer) 45 kilo cocaïne;
-
op 25 september 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
-
op 6 oktober 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
-
op 13 oktober 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
-
op 18 oktober 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
-
op 26 oktober 2023 (ongeveer) 61 kilo cocaïne;
-
op 4 december 2023 (ongeveer) 62 kilo cocaïne;
in elk geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bijlage II: Bewijsmiddelen
Transport en handel op 21/22 maart 2023
Tijdens een OVC gesprek op 21 maart 23 tussen [verdachte] en [hoofdverdachte] is – zakelijk weergegeven – het volgende te horen:
[verdachte] : Ja, hij is wel met vijftien gered ja.
[hoofdverdachte] : Of twintig?
[verdachte] : Voor morgen bedoel je.
[hoofdverdachte] : Ja.
[verdachte] : Maar lukt het niet, dan is 15 ook goed.
[verdachte] : Ik heb, je hebt de vorige keer ook die tijger.
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Relaas Ellesmere t/m 30 november 2023’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende: Opvallend in het OVC-gesprek tussen [verdachte] en [hoofdverdachte] van 21 maart 2023, sessie 144444 is dat er over de volgende zaken wordt gesproken:
Door deze termen, waarvan het ambtshalve aan mij bekend is dat ze gebruikt worden voor de
handel in verdovende middelen (in dit geval: cocaïne), is het vermoeden dat [hoofdverdachte] , [verdachte] en 'hij' (NN) betrokken zijn bij strafbare feiten aangaande verdovende middelen.
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Relaas Ellesmere t/m 30 november 2023’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 22 maart 2023 was een observatieteam van de Politie Oost-Nederland actief in onderzoek
Murray. Zij hadden zicht op het adres [adres 3] te [plaats 1] . Dit betreft het woon- en werkadres van [hoofdverdachte] (DOC-001a).
In het proces-verbaal van observatie woensdag 22 maart 2023 (DOC-001a) staat – zakelijk weergegeven – het volgende
:
Betreft: observatie
Subject: [hoofdverdachte]
Wij hebben, op woensdag 22 maart 2023 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan:
16:06 uur: Aanvang observatie.
18:29 uur: Wij zagen een Mitsubishi, die later voorzien bleek te zijn van
'het kenteken [kenteken 1] , het terrein oprijden van perceel [adres 3]
te [plaats 1] . Om 18.34 uur zagen wij deze Mitsubishi het voornoemde terrein weer afrijden.
18:40 uur: lk ( [E] ) zag dat de bestuurder van de Mitsubishi een licht getinte man was
met een volle bos zwart haar en een volle baard, nader te noemen NN1.
19:06 uur: Ik ( [F] ) zag dat de Mitsubishi via de Haifadreef de [straat 2] te Utrecht
opreed. Ik had de Mitsubishi daarna niet meer onder controle.
19:08 uur: lk ( [E] ) zag dat de Mitsubishi vanuit de richting van de [straat 2] de Haifadreef opreed. Ik herkende NN1 als [medeverdachte 3] , nader te noemen [medeverdachte 3] .
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Mobiele telefoon verdachte [medeverdachte 3] Iphone 12 Mini’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 werd onder verdachte [medeverdachte 3] een mobiele telefoon inbeslaggenomen van het merk lphone, type 12 Mini (SIN AAOA8754NL).
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op de zitting van 4 maart 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard
:
In maart 2023 heb ik in de Mitsubishi Grandis gereden toen ik naar [hoofdverdachte] ging. De Mitsubishi Grandis was de smokkelauto. Het klopt dat met ‘pitbull’, net als met ‘tijger’ cocaïne wordt bedoeld.
De verdachte heeft op de zitting – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: De voorzitter bespreekt het OVC-gesprek dat ik op 21 maart 2023 met [medeverdachte 1] [hoofdverdachte] zou hebben gevoerd. Het klopt dat ik die dag bij [hoofdverdachte] was en dat ik met hem heb gesproken.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft als getuige bij de rechter-commissaris – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
De Grandis is van [A] .
Transport en handel op 13 en 25 september 2023, 6, 13, 18 en 26 oktober 2023
Transportbewegingen en betrokkenheid medeverdachte [medeverdachte 3]
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Mitsubishi Grandis vs [verdachte] ’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende: Middels ANPR-gegevens zijn de reisbewegingen van de Mitsubishi Grandis vanaf 4 september 2023 gemonitord.
In het proces-verbaal van observatie van 18 oktober 2023 staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Wij hebben op 18 oktober 2023 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan:
17:45 uur: In overleg met het tactisch team aanvang observatie op en in de
omgeving van de [parkeerplaats] te Buren.
17:46 uur: lk zag dat er een personenauto, merk Mitsubishi, type Grandis,
voorzien van kenteken [kenteken 1] , over de [parkeerplaats]
te Buren reed.
17:47 uur: Ik zag dat de Grandis op de [parkeerplaats] stond geparkeerd. Ik zag dat er twee mannen naast de Grandis stonden, NN1 en NN2.
17:58 uur: Ik zag dat de Grandis over de Rijksstraatweg te Culemborg reed.
18:24 uur: Ik zag dat de Grandis op de Eufraat te Utrecht werd geparkeerd.
18:25 uur: Ik zag dat NN1 uit de Grandis stapte.
In het proces-verbaal van observatie van 26 oktober 2023 staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Wij hebben op 26 oktober 2023 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan:
14:55 uur: Op verzoek van het tactisch team aanvang observatie op en in de omgeving van [adres 4] te [plaats 2] .
15:00 uur: lk zag dat over de Rijksstraatweg ter hoogte van Buurmalsen een personenauto van het merk Mitsubishi, type Grandis, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , reed. lk zag dat voor de Grandis [kenteken 1] een bestelauto van het merk Mercedes-Benz, type Vito, in de kleur zwart en voorzien van het kenteken [kenteken 2] , reed. De bestuurder van de Vito [kenteken 2] zal nader in dit proces-verbaal NN1 worden genoemd.
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Onderzoek mobiele telefoon [medeverdachte 3] Iphone 14’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 werd onder verdachte [medeverdachte 3] een mobiele telefoon inbeslaggenomen van het merk lphone, type 14 (SIN AAOA8755NL). Vanuit de opgeslagen digitale gegevens kwam naar voren dat de mobiele telefoon in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 3] .
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op de zitting van 4 maart 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard : Ik ben steeds als bestuurder van een schaduwauto met de Mitsubishi Grandis meegereden. Dat was tijdens drugstransporten. De Mitsubishi Grandis was de smokkelauto.
Als ik tijdens drugstransporten de Mitsubishi Grandis volgde, reed ik mee tot aan de parkeerplaats op de [parkeerplaats] in Buren. Daar keek ik vanuit mijn auto of alles goed ging en wachtte ik totdat de Mitsubishi Grandis weer terugkwam. Vervolgens reed ik weer met de Mitsubishi Grandis mee terug tot ergens in Utrecht Overvecht.
Cocaïne
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op de zitting van 4 maart 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard
:
In september 2023 heb ik één keer een foto gemaakt van 1 kilogram cocaïne en één keer van 2 kilogram cocaïne. Het ging om cocaïne die was opgehaald met de Mitsubishi Grandis. Dat was op 13 en 25 september 2023. Die foto’s heb ik ook doorgestuurd. Op de blokken cocaïne stonden afbeeldingen van pitbulls. Het klopt dat met ‘pitbull’, net als met ‘tijger’ cocaïne wordt bedoeld.
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Mobiele telefoon verdachte [medeverdachte 3] Iphone 12 Mini’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
In de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 3] (SINAAOA8754NL) werd op 13 september 2023 te 16:28 uur een afbeelding gemaakt. Op die afbeelding is zichtbaar een blok met daarop een pitbull logo. Identieke blokken werden op 18 oktober 2023 en 4 december 2023 door het onderzoeksteam inbeslaggenomen.
In het proces-verbaal van observatie van 18 oktober 2023 staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Wij hebben op 18 oktober 2023 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan:
17:45 uur: In overleg met het tactisch team aanvang observatie op en in de
omgeving van de [parkeerplaats] te Buren.
17:46 uur: lk zag dat er een personenauto, merk Mitsubishi, type Grandis,
kleur grijs en voorzien van kenteken [kenteken 1] , over de [parkeerplaats]
te Buren reed.
17:47 uur: Ik zag dat de Grandis op de [parkeerplaats] stond geparkeerd. Ik zag dat er twee mannen naast de Grandis stonden, NN1 en NN2.
17:58 uur: Ik zag dat de Grandis over de Rijksstraatweg te Culemborg reed.
18:24 uur: Ik zag dat de Grandis op de Eufraat te Utrecht werd geparkeerd.
18:25 uur: Ik zag dat NN1 uit de Grandis stapte.
In het proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 18 oktober 2023 omstreeks 21:55 uur werd binnengetreden in een woning aan de [adres 7] te [plaats 4] . Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
De bigshoppers (A.01.04.07.003 & A.01 .04.07.004) met hierin de blokken cocaïne,
waren gelijk zichtbaar bij binnenkomst.
In het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Onderzoeksmateriaal met kenmerk: AAQI4809NL – wit poeder uit 8200,8 gram - bevat cocaïne.
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Onderzoeksmateriaal met kenmerk: AAQI4805NL – wit poeder uit 7039,2 gram - bevat cocaïne.
Hoeveelheden
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Onderzoek Apple IPhone AAOA8754NL’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 werd onder verdachte [medeverdachte 3] een mobiele telefoon in beslag genomen van het merk en type Apple iPhone 12 mini. De mobiele telefoon werd voorzien van het Sporen identificatienummer (SIN)AAOA8754NL.
Op 13 september 2023 omstreeks 20:41 uur werd onderstaande notitie in de telefoon opgesteld:
Pitbull Kech 40
- 20 nor
€380k gekregen
- 10 k ouwe van t geld gepakt
[contactnaam 3] 1
[contactnaam 4]
- 1 c3 lolly.
[41]
Zichtbaar is een notitie, getiteld "Pitbull"; met daaronder een saldolijst. Gelet op de titel van de notitie is het aannemelijk dat het hier over de blokken cocaïne ging met het label en stempel "Pitbull".
Op 25 september 2023 omstreeks 16:12 uur werd de notitie met de naam ‘Pitbull 2 60 st’ in de telefoon Apple iPhone 12 mini (SIN AAOA8754NL) opgesteld.
Pitbull2 60st
[contactnaam 6] -20 nor +4 terug = 16
- [contactnaam 2] . 58.500
- [contactnaam 5] betaald 156000 -24 bor -4 terig = 20 -1 [contactnaam 5] betaald -2 ' [contactnaam 7] . 12k gekregen
[contactnaam 1]
- [contactnaam 2] . l9500 -4 [contactnaam 5] 1 ervan betaald.
[contactnaam 2] -3 58500 betaald · [contactnaam 2] -1 en 2 betaald gekregen van [contactnaam 5] 39k van [contactnaam 5] gekregen €19500 van_ [contactnaam 2] zijne gekregen
-
terug naar [contactnaam 6] 2 daar en 2 bij [contactnaam 7]
-
[bijnaam 5] gegeven 19,500 betaald
€750 aangevuld lading 3. €2500 terug gepakt van vullen ton.
351k
[contactnaam 7] 2st· [contactnaam 2] 8st [contactnaam 5] 10 Over 6
€313 gegeven 60rug aangevuld na 400. Heb nu 3x19.5 van mij [bijnaam 5] en [contactnaam 2] . 2
Nog 3 over
- 1 [contactnaam 3] breken 19500 betaald
-2 [contactnaam 7]
Zichtbaar is dat er een prijs wordt gerekend van vermoedelijk 19.500,- euro. Een prijs die marktconform is voor een kilo cocaïne.
Op 6 oktober 2023 werd notitie “ pitbull 3 ” in de telefoon opgesteld. Pitbull 3 60.st.
[contactnaam 2] . 2st. 6st. 2st. 1st €39.500_gekregen 19.750 gekregen €79.000 gekregén €59.065 gekregen
[contactnaam 5] 10st. €140 gekregen €57500 gekregen
[contactnaam 8] . 20st. 19st. €197 gekregen
€65k ik gepakt assie tp
Ik heb 2100 e 2300 laatste '2x bewaren van deze geld
gepakt.
Ik heb 6000 laatste 2x rijden gepakt.
Op 13 oktober 2023 omstreeks 16:45 uur werd een notitie met de naam " Pitbull 4, 60st. 60st. 59st. (+2ik)" opgesteld in de telefoon Apple iPhone 12 mini (SIN AAOA8754NL). Pitbull 4 60st. 60st. 59.st (+2ik)
[bijnaam 5] 9st 5st 35st. 9st 20st €60.000 betaald €120.000 gekregen €74.000 gekregen €100.000 gekregen €349.000 gekregen €102.500 gekregen €137.780 gekregen €182.250 gekregen €109.940 gekregen €79.965 gekregen €15.250 gekregen €119.815 gekregen
[contactnaam 5] 16st 10st 20st 15st €276.500 betaald €217.450 gekregen €19.750 gekregen €19.750 gekregen €210.000 gekregen €292.795 gekregen €117.000 gekregen €27.500 gekregen 24.000 gekregen
[contactnaam 2] 10st 1st 10st 2st 2,5st 6sl 0,5st 0.5st. €197.500 gekregen €31500 gekregen €80.000 gekregen €47.950 gekregen €39.385 gekregen €56.350 gekregen €50.500 gekregen €10.000 gekregen €30.000 gekregen €68.900 gekregen €49.900 gekregen €10.000 gekregen
[contactnaam 3] 0.5st. 1st 0,5st 0,5st 1st 1st. 1st 2st €19.750 betaald €55.000 betaald
[contactnaam 9] 1st €20.000 gekregen
[contactnaam 10]
1st
€21.000 betaald.
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Signal gesprek tussen [medeverdachte 3] en ‘ [A] ’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 is onder [medeverdachte 3] (hierna [medeverdachte 3] ) een iPhone 12 mini in beslag
genomen (SINAAOA8754NL). Op deze telefoon is een gesprek aangetroffen met ' [A] '. [medeverdachte 3] is de gebruiker van deze IPhone 12 mini.
Één van de afbeeldingen (DOC-041)
Vergelijking afbeelding ‘ [A] ’ met bevindingen telefoon [medeverdachte 3] :
Ik zag in de telefoon van [medeverdachte 3] een viertal notities met de naam ' Pitbull '.
Respectievelijk zijn deze afbeeldingen in het onderzoeksdossier opgenomen onder DOC-032, DOC-033, DOC-035 en DOC-034.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op de zitting van 4 maart 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard : Ik stuurde ook berichten over de drugstransporten. In die berichten stonden onder andere aantallen. De chauffeur van de Mitsubishi Grandis gaf die aantallen aan mij door. Ik moest zo controleren of de aantallen aan het begin en het einde van het transport gelijk waren. Ik moest daarvan notities maken. Ik wist dat die notities gingen over cocaïne.
De notitie ‘45+60+60+60+60+61 van laatste 61 (2van jou)’ is een berekening die ik een keer moest noteren van [A] . Die ‘(2vanjou)’ slaat op twee blokken cocaïne die ik zelf heb doorverkocht. Het waren twee blokken van een hoeveelheid cocaïne die met de Mitsubishi Grandis naar Utrecht was gehaald.
[A]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op de zitting van 4 maart 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard
:
Ik ben steeds als bestuurder van een schaduwauto met de Mitsubishi Grandis meegereden. Dat was tijdens drugstransporten. De Mitsubishi Grandis was de smokkelauto.
De opdrachten ontving ik via Signal van ‘ [A] ’. Hij stuurde mij op pad om de Mitsubishi Grandis te volgen.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft als getuige bij de rechter-commissaris – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
De Grandis is van [A] .
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Signal gesprek tussen [medeverdachte 3] en ‘ [A] ’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 is onder [medeverdachte 3] (hierna [medeverdachte 3] ) een iPhone 12 mini in beslag
genomen (SINAAOA8754NL). Op deze telefoon is een gesprek aangetroffen met ' [A] '. [medeverdachte 3] is de gebruiker van deze IPhone 12 mini.
Uit de historische vluchtgegevens van [verdachte] (DOC-003
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Signal gesprek tussen [medeverdachte 3] en ‘ [A] ’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 is onder [medeverdachte 3] (hierna [medeverdachte 3] ) een iPhone 12 mini in beslag
genomen (SINAAOA8754NL). Op deze telefoon is een gesprek aangetroffen met ' [A] '. [medeverdachte 3] is de gebruiker van deze IPhone 12 mini.
Één van de afbeeldingen (DOC-041)
Op 28 november 2023 om 21:37 uur stuurt ‘ [A] ’ een bericht naar [medeverdachte 3] , namelijk:
“En deze neem ik niet mee he dat weet. Ben tot morge te bereiken einde middag nog op deze. Ik stuur je wat fotos moet je op slaan ok”.
Uit opgevraagde en ontvangen vluchtgegevens kwam naar voren dat [verdachte] op 29 oktober 2023 naar Casablanca, Marokko is gevlogen en op 30 november 2023 om 16.15 uur terug zou keren naar Schiphol, Amsterdam.
Op 09 november 2023 ontvangt [medeverdachte 3] een bericht via de app 'Signal' van + [telefoonnummer 2] ,
[B] . [B] vraagt: "Salam broer als is goed heb jij nummer van [bijnaam 2] ". [medeverdachte 3] reageert op deze vraag door het nummer van ' [A] ', + [telefoonnummer 1] , te sturen.
In het proces-verbaal van bevindingen [bijnaam 4] staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 18 december 2023 is bij de doorzoeking aan de [adres 8] en de aanhouding van [H] in het kader van het onderzoek Titanic onder andere een iPhone 13 Pro in beslag genomen. Op de telefoon is een Signal-chat aangetroffen tussen ‘ [C] ’ en ‘ [bijnaam 3] ’. In dit chatgesprek wordt gesproken over een persoon met de bijnamen ' [bijnaam 4] ' en ` [bijnaam 7] '.
In het proces-verbaal bevindingen [bijnaam 4] staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
lk heb de iPhone 12 mini met sincode AAOA8762NL (hierna iPhone 12 mini) doorzocht.
In de iPhone 12 mini trof ik meerdere foto's en video's gemaakt met de iPhone 12 mini aan. Het gaat onder andere om intieme beelden en een foto van het paspoort van [verdachte] . Ook trof ik honderden verzonden spraakberichten aan gemaakt door [verdachte] waarbij ik de stem van [verdachte] herkende. [verdachte] droeg deze telefoon ook bij zich tijdens zijn aanhouding. Aan de hand van voornoemde feiten stel ik vast dat [verdachte] de gebruiker is van de iPhone 12 mini.
In een nieuwsbericht staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
[I] is zaterdagavond gedoopt in een kerkje op Ibiza. Peetoom. van het kleine ventje is [verdachte] de beste vriend van [D] .
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op de zitting van 4 maart 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard
:
[verdachte] is mijn stiefvader.
De verdachte heeft op de zitting – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard : Het klopt dat [medeverdachte 3] mij als vader beschouwt. Ik word wel eens [bijnaam 4] genoemd.
Transport en handel op 4 december 2023
In het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 omstreeks 17:25 uur werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in de woning [adres 2] en de daarbij behorende loods te [plaats 2] .
- Beslag: Zwarte bak met blokken cocaïne uit Grandis: A.04.00.002
[75] - goednummer 3261756[76] .
Naast de loods stond een bestelauto van het merk/type Mercedes-Benz Vito, voorzien van het kenteken [kenteken 6] . lk zag dat de klep van de laadruimte van de [kenteken 6] openstond. lk zag dat er achterin de [kenteken 6] een zelfde soort zwarte kist stond, die ook achterin de [kenteken 1] stond. lk zag dat er in deze kist dezelfde soort blokken zaten, als in de zwarte kist in de [kenteken 1] . Uit later onderzoek is gebleken dat dit blokken met cocaïne betroffen.
- Beslag: Zwarte bak met blokken cocaïne uit Mercedes-Benz Vito: A.05.00.001
[78] - goednummer 3261753[79] .
In het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
30 blokken pitbull komt overeen met ongeveer 30 kg netto.
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Onderzoeksmateriaal met kenmerk: AAQI5032NL – wit poeder uit 8200,8 gram - bevat cocaïne.
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Onderzoeksmateriaal met kenmerk: AAQ5033NL – wit poeder uit 1005,3 gram - bevat cocaïne.
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Onderzoeksmateriaal met kenmerk: AAQI4804NL – wit poeder uit 27000 gram - bevat cocaïne.
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Onderzoeksmateriaal met kenmerk: AAQU1191NL – wit poeder uit 4000 gram - bevat cocaïne.
In het proces-verbaal ‘Analyseren van historische locatie gegevens’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 ten minste tussen 15:52 uur tot en met 16:56 uur was de telefoon Apple iPhone 14 Pro met IBN nummer AAOA8755NL (in gebruik bij [medeverdachte 3] ) aanwezig op of rond de parkeerplaats op de [parkeerplaats] te Buren.
In het proces-verbaal van bevindingen ‘Onderzoek Apple IPhone AAOA8754NL’ staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
In de vastgelegde gegevens van de telefoon zag ik dat een chatgesprek via Signal was gevoerd met een contact dat was opgeslagen onder de naam ‘ [bijnaam 5] Signal’.
In het proces-verbaal van bevindingen telefoon [medeverdachte 3] staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 4 december 2023 werd onder verdachte [medeverdachte 3] een mobiele telefoon in beslaggenomen van het merk Iphone type 14 pro. Deze mobiele telefoon werd voorzien van het SIN-nummer AAOA8755NL. Vanuit de opgeslagen gegevens kon worden vast gesteld dat verdachte [medeverdachte 3] de gebruiker was van de mobiele telefoon.
lk zag dat [medeverdachte 3] via de applicatie 'Whatsapp' op 4 december om 16:13 uur een spraakbericht stuurde naar telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Dit telefoonnummer staat in de telefoon van [medeverdachte 3] opgeslagen als ' [J] '.
In het proces-verbaal van bevindingen OVC 4 december 2023 auto [verdachte] staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
In dit proces-verbaal beschrijf ik de bevindingen op maandag 4 december 2023 uit de opname vertrouwelijke communicatie (hierna: OVC) in de auto van [verdachte] (hierna: [verdachte] ). De beschrijving start omstreeks 17 .12 uur tot aan het moment dat [verdachte] wordt aangehouden om omstreeks 18:22 uur.
In het proces-verbaal van bevindingen [straat 2] [K] staat – zakelijk weergegeven – het volgende:
[medeverdachte 3] is woonachtig op de [adres 9] te [plaats 5] , samen met zijn partner [K] en hun kinderen.
Op 4 december 2023 omstreeks:17:25 kwam ik aan op de [straat 2] te Utrecht. lk zag dat er ter hoogte van het portiek [nummer 1] — [nummer 2] op de [straat 2] een rode Seat Ibiza voorzien. Van het kenteken [kenteken 7] bezig was met uitparkeren. Het was mij ambtshalve bekend dat [K] de tenaamgestelde was van dit voortuig. lk zag dat er een vrouw achter het stuur zat en vroeg haar naar haar naam. Ik hoorde haar zeggen dat zij [K] was.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op de zitting van 4 maart 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard
:
Op 4 december 2023 volgde ik de Mitsubishi Grandis tijdens een drugstransport. Toen ik die middag werd achtervolgd door het arrestatieteam, heb ik een spraakbericht gestuurd naar [verdachte] . Het woord ‘grad’ dat ik in dat spraakbericht gebruikte, betekent ‘probleem’.
ECLI:NL:HR:2025:987.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de FIOD met nummer 73320, doorgenummerd pagina 1 tot en met 3030. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt proces-verbaal. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 van het Wetboek van Strafvordering worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
Bijlage 2 bij proces-verbaal restinformatie [verdachte] van 4 september 2023 (DOC-001), pag. 557
Bijlage 2 bij proces-verbaal restinformatie [verdachte] van 4 september 2023 (DOC-001), pag. 558
Bijlage 2 bij proces-verbaal restinformatie [verdachte] van 4 september 2023 (DOC-001), pag. 559
Bijlage 2 bij proces-verbaal restinformatie [verdachte] van 4 september 2023 (DOC-001), pag. 561
Bijlage 2 bij proces-verbaal restinformatie [verdachte] van 4 september 2023 (DOC-001), pag. 562
Proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023, pag. 398
Proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023, pag. 399
Proces-verbaal van observatie van 24 maart 2023 (DOC-001a, AH432), pag. 563
Proces-verbaal van bevindingen van 25 december 2023 (AMB-063-001), pag. 916
Proces-verbaal van bevindingen van 25 december 2023 (AMB-063-001), pag. 918
Proces-verbaal van bevindingen van 25 december 2023 (AMB-063-001), pag. 919
Vonnis van rechtbank Midden-Nederland in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] van 16 april 2025, parketnummer 16.322691.23, pag. 16
Proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris van 22 oktober 2024, pag. 6
Proces-verbaal van bevindingen van 1 december 2023 (AMB-018-01), pag. 440
Proces-verbaal van observatie van 19 oktober 2023 (OBS-001-04), pag. 538
Proces-verbaal van observatie van 19 oktober 2023 (OBS-001-04), pag. 539
Proces-verbaal van observatie van 27 oktober 2023 (OBS-001-05), pag. 545
Proces-verbaal van observatie van 27 oktober 2023 (OBS-001-05), pag. 546
Proces-verbaal van observatie van 27 oktober 2023 (OBS-001-05), pag. 547
Proces-verbaal van observatie van 27 oktober 2023 (OBS-001-05), pag. 548
Proces-verbaal van bevindingen van 1 maart 2024 (AMB-059-01), pag. 881
Proces-verbaal van bevindingen van 1 maart 2024 (AMB-059-01), pag. 883
Proces-verbaal van bevindingen van 1 maart 2024 (AMB-059-01), pag. 884
Vonnis van rechtbank Midden-Nederland in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] van 16 april 2025, parketnummer 16.322691.23, pag. 16
Vonnis van rechtbank Midden-Nederland in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] van 16 april 2025, parketnummer 16.322691.23, pag. 16
Proces-verbaal van bevindingen van 25 december 2023 (AMB-063-001), pag. 920
Proces-verbaal van observatie van 19 oktober 2023 (OBS-001-04), pag. 538
Proces-verbaal van observatie van 19 oktober 2023 (OBS-001-04), pag. 539
Proces-verbaal van observatie van 19 oktober 2023 (OBS-001-04), pag. 540
Proces-verbaal van observatie van 19 oktober 2023 (OBS-001-04), pag. 541
Proces-verbaal van observatie van 19 oktober 2023 (OBS-001-04), pag. 542
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 19 oktober 2023 (DOC-025), pag. 2300
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 19 oktober 2023 (DOC-025), pag. 2308
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 19 oktober 2023 (DOC-025), pag. 2309
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 20 oktober 2023 (DOC-030), pag. 2320, 2322, 2323 en 2324.
Een verslag van een deskundige, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag, van 20 oktober 2023, opgemaakt door C.M.M. Diever-Heezen, pag. 2327.
Een verslag van een deskundige, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag, van 20 oktober 2023, opgemaakt door C.M.M. Diever-Heezen, pag. 2328.
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 886
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 903
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 904
DOC-032 onderzoek Ellesmere, pag. 2334
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 905
DOC-032 onderzoek Ellesmere, pag. 2335
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 905
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 908
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 929
DOC-041 onderzoek Ellesmere, pag. 2342
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 930
Vonnis van rechtbank Midden-Nederland in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] van 16 april 2025, parketnummer 16.322691.23, pag. 16
Vonnis van rechtbank Midden-Nederland in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] van 16 april 2025, parketnummer 16.322691.23, pag. 16
Proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris van 22 oktober 2024, pag. 6
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 929
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 930
DOC-003, historische vluchtgegevens [verdachte] , pag. 2165
Bijlage bij proces-verbaal van , pag. 223
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 934
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 929
DOC-041 onderzoek Ellesmere, pag. 2342
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 930
Bijlage bij proces-verbaal van , pag. 221
Bijlage bij proces-verbaal van , pag. 223
Proces-verbaal uitluisteren OVC auto [verdachte] van 22 januari 2024 (AMB-068-01) met verwijzing naar BOB-010, pag. 928
Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2024 (AMB-069-01), pag. 935
Proces-verbaal van bevindingen van 19 december 2024 in onderzoek 60Titanic72561 / 6072561, pag. 1 van het proces-verbaal
Proces-verbaal van bevindingen van 19 december 2024 in onderzoek 60Titanic72561 / 6072561, pag. 2 van het proces-verbaal
Proces-verbaal van bevindingen van 19 december 2024 in onderzoek 60Titanic72561 / 6072561, pag. 5 van het proces-verbaal
Proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2024 (AMB-097-01), pag. 1 van het proces-verbaal
Proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2024 (AMB-097-01), pag. 3 van het proces-verbaal
Proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2024 (AMB-097-01), pag. 4 van het proces-verbaal
Vonnis van rechtbank Midden-Nederland in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] van 16 april 2025, parketnummer 16.322691.23, pag. 16
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 6 december 2023 (IBN-001-03), pag. 578
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 6 december 2023 (IBN-001-03), pag. 602.
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 6 december 2023 (IBN-001-03), pag. 603
Kennisgeving van inbeslagneming, IBN-001-28, pag. 1851
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 6 december 2023 (IBN-001-03), pag. 603
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 6 december 2023 (IBN-001-03), pag. 604
Kennisgeving van inbeslagneming, IBN-001-32, pag. 1859
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 6 december 2023 (DOC-029), pag. 2311, 2312 en 2313.
Een verslag van een deskundige, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag, van 6 december 2023, opgemaakt door N. van Doorn, pag. 2316.
Een verslag van een deskundige, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag, van 6 december 2023, opgemaakt door N. van Doorn, pag. 2317.
Een verslag van een deskundige, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag, van 7 december 2023, opgemaakt door C.M.M. Diever-Heezen, pag. 2318.
Een verslag van een deskundige, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag, van 6 december 2023, opgemaakt door N. van Doorn, pag. 2319
Proces-verbaal van ambtshandelingen van 1 maart 2024 (AMB-084-01), pag. 1015
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 886
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 890
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 891
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023 (AMB-060-01), pag. 892
Proces-verbaal van bevindingen van 11 december 2023 (AMB-047-01), pag. 788
Proces-verbaal van bevindingen van 11 december 2023 (AMB-047-01), pag. 789
Proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023 (AMB-048-01), pag. 790
Proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023 (AMB-048-01), pag. 791
Proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023 (AMB-048-01), pag. 792
Proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023 (AMB-048-01), pag. 794
Proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023 (AMB-026-01), pag. 457
Proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023 (AMB-026-01), pag. 458
Vonnis van rechtbank Midden-Nederland in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] van 16 april 2025, parketnummer 16.322691.23, pag. 16