ECLI:NL:RBDHA:2025:18486 - Rechtbank Den Haag - 7 oktober 2025
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.22512
geboren op [datum] van Sierra Leoonse nationaliteit V-nummer: [nummer] (gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen),
en
(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).
- Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de asielaanvraag
[1] van eiser. Eiser is het hier niet mee eens. Hij heeft daarom beroep ingesteld. De rechtbank beoordeelt het beroep mede aan de hand van de beroepsgronden.
Procesverloop
- Eiser heeft op 8 oktober 2022 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd. De minister heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 18 april 2025 in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
2.1. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2. De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
- De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, een tolk en de gemachtigde van de minister.
Beoordeling door de rechtbank
Het asielrelaas
- Eiser stelt dat hij homoseksueel is en dat hij in Sierra Leone twee keer is betrapt op het verrichten van homoseksuele handelingen. Na de tweede betrapping heeft eiser besloten zijn land te verlaten. Eiser vreest bij terugkeer problemen vanwege zijn seksuele gerichtheid.
Het bestreden besluit
-
Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
-
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
-
Eisers homoseksuele gerichtheid en de daaraan verwante problemen.
De minister vindt eisers nationaliteit en herkomst geloofwaardig, maar eisers identiteit niet. Eiser heeft namelijk onvoldoende documenten overgelegd en hij heeft wisselende verklaringen afgelegd over zijn paspoort en het kwijtraken daarvan. Verder heeft eiser wisselend verklaard over zijn identiteitskaart en geboorteakte en heeft hij geen aantoonbare moeite gedaan om de documenten naar Nederland te laten komen. Bovendien zijn er verschillende geboortedata van eiser bekend. De minister vindt het tweede asielmotief niet geloofwaardig, omdat eisers verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen. Eiser heeft wisselend verklaard over het jaar waarin hij Sierra Leone heeft verlaten en zijn verklaring over wanneer hij voor het eerst merkte dat hij homoseksuele gevoelens had, past niet in de tijdlijn die eiser schetst. Verder heeft eiser wisselend en tegenstrijdig verklaard over het wel of niet bespreken van zijn gevoelens met andere homoseksuele jongens en heeft eiser onpersoonlijke en oppervlakkige verklaringen afgelegd over hoe het voor hem was om zijn gerichtheid te moeten verstoppen en over wat hij leuk vond aan zijn vrienden. Eiser heeft ook tegenstrijdig verklaard over de beide betrappingen. Tot slot weet eiser niets over de situatie voor LHBTI in Nederland, zijn de verklaringen over de Pride onpersoonlijk en is zijn deelname aan activiteiten bij Stichting InBeeld onvoldoende om zijn gerichtheid aannemelijk te maken.
De verwijzing naar de zienswijze
- Eiser heeft allereerst verzocht de zienswijze als herhaald en ingelast te beschouwen en aan te merken als gronden bij het beroep. De rechtbank stelt vast dat de overige beroepsgronden van eiser vrijwel identiek zijn aan de zienswijze, met de toevoeging dat de minister in het bestreden besluit volgens hem op de betreffende punten onvoldoende is ingegaan. Hiermee heeft eiser niet gemotiveerd aangegeven waarom de gemotiveerde reactie van de minister op de zienswijze in het bestreden besluit niet juist of onvoldoende zou zijn. De enkele verwijzing naar de zienswijze en herhaling van dezelfde punten uit de zienswijze in de beroepsgronden kan niet worden beschouwd als een gemotiveerde betwisting van het bestreden besluit.
[2] Gelet hierop zal de rechtbank deze gronden niet beoordelen en uitsluitend ingaan op de beroepsgronden die eiser op de zitting nader heeft toegelicht.
De asielmotieven
-
Eiser voert aan dat de minister de homoseksuele gerichtheid van eiser en de problemen die daaruit voortvloeien ten onrechte niet als twee afzonderlijke asielmotieven heeft aangemerkt. Volgens eiser is dit van belang omdat de homoseksuele gerichtheid op zichzelf al voldoende is om in Sierra Leone een reëel risico op ernstige schade te lopen. Dit is van belang als de minister de gestelde problemen als gevolg van eisers homoseksuele gerichtheid niet geloofwaardig vindt, maar de gerichtheid zelf wel.
-
De beroepsgrond slaagt niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister de homoseksuele gerichtheid en daaraan verwante problemen terecht als één asielmotief beschouwd. De problemen die eiser stelt te hebben ondervonden als gevolg van zijn gestelde homoseksuele gerichtheid zijn namelijk geen asielmotieven die los van elkaar staan.
[3] Verder is gesteld noch gebleken dat de minister door de homoseksuele gerichtheid en de daaraan verwante problemen als één asielmotief aan te merken niet het gehele relaas van eiser zou hebben beoordeeld.
Identiteit, nationaliteit en herkomst
-
Eiser voert aan dat de minister ten onrechte heeft tegengeworpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over wat er is gebeurd met zijn paspoort. Eiser heeft eerst gezegd dat hij zijn paspoort kwijt is en later heeft hij zich herinnerd dat het paspoort in Turkije in de rivier is gevallen. Volgens eiser is dat geen tegenstrijdigheid.
-
De beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat de minister eisers identiteit niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. De minister heeft daarbij kunnen wijzen op het feit dat eiser op verschillende onderdelen tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Eiser heeft tegenstrijdig verklaard over zijn paspoort en identiteitskaart en de geboortedatum die hij heeft opgegeven. Eiser heeft namelijk tijdens het gehoor bij de politie verklaard dat hij zijn documenten is kwijtgeraakt en niet weet waar hij ze is kwijtgeraakt
[4] , terwijl hij tijdens het aanmeldgehoor heeft verklaard dat zijn paspoort in Turkije in de rivier is gevallen.[5] Eisers verklaring dat hij zich pas later herinnerde dat het paspoort in de rivier was gevallen, is naar het oordeel van de rechtbank geen plausibele verklaring. Van eiser mag worden verwacht dat hij zich herinnert wat met een belangrijk document als een paspoort is gebeurd. Bovendien heeft de minister in het verweerschrift erop gewezen dat eisers broer heeft verklaard dat het paspoort in Turkije bij de reisagent moest worden ingeleverd. Eiser heeft dit niet betwist.
De seksuele gerichtheid
-
Eiser heeft in beroep zijn medisch dossier van de huisarts overgelegd. Daaruit blijkt volgens eiser dat hij heeft aangegeven dat hij klachten heeft met zijn geheugen en dat hij nachtmerries en herbelevingen heeft. Dat is volgens eiser relevant voor de beoordeling van zijn verklaringen. Verder draagt het feit dat hij bij de arts heeft gemeld dat er problemen zijn vanwege zijn homoseksuele gerichtheid bij aan de geloofwaardigheid van zijn gerichtheid. Eiser voert verder aan dat de minister ten onrechte heeft tegengeworpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over wanneer hij uit Sierra Leone is gevlucht. De minister werpt ook ten onrechte tegen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over de vraag of hij in Sierra Leone met anderen sprak over zijn gerichtheid. Hij heeft wel besproken dat hij zich anders voelde, maar het woord homoseksualiteit wordt daarbij niet gebruikt vanwege het taboe dat daarop rust. De foto’s en deelname aan activiteiten van de Stichting InBeeld dragen volgens eiser wel degelijk bij aan het aannemelijk maken van zijn seksuele gerichtheid.
-
De beroepsgrond slaagt niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister in het bestreden besluit voldoende gemotiveerd waarom hij de homoseksuele gerichtheid van eiser niet geloofwaardig vindt. De minister heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eisers verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen.
12.1. De minister heeft daarbij aan eiser kunnen tegenwerpen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over wanneer hij uit Sierra Leone is gevlucht. Eiser heeft tijdens het aanmeldgehoor meerdere keren verklaard dat hij Sierra Leone in 2013 heeft verlaten
12.2. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister verder niet ten onrechte tegengeworpen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over of hij in Sierra Leone met anderen sprak over zijn seksuele gerichtheid. Eiser heeft in het nader gehoor verklaard dat hij zijn gevoelens met sommige vrienden besprak, dat hij met hen sprak over ‘privézaken over seks of als jij een vriend hebt’.
12.3. De minister heeft in de overgelegde foto’s en de deelname aan activiteiten van de Stichting InBeeld geen aanleiding hoeven zien om tot een ander oordeel over de geloofwaardigheid van eisers gestelde homoseksuele gerichtheid te komen. De minister heeft er daarbij op kunnen wijzen dat uit de foto’s niet blijkt dat eiser sinds 2022 betrokken is bij deze stichting en dat niet duidelijk is of de overgelegde brief is opgesteld voor eisers broer of voor eiser. Verder kon de minister overwegen dat de enkele aanwezigheid bij de activiteiten op zichzelf onvoldoende is om eisers gerichtheid aannemelijk te maken, mede gelet op de overige – ontoereikende - verklaringen van eiser. De rechtbank volgt tot slot niet eisers stelling dat het feit dat hij bij de huisarts heeft gemeld dat er problemen zijn door zijn homoseksuele gerichtheid zou bijdragen aan de geloofwaardigheid van de gestelde gerichtheid. De aantekening in het medisch dossier is namelijk uitsluitend gebaseerd op een verklaring van eiser zelf.
Conclusie en gevolgen
- De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten - Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is bekendgemaakt. Deze datum staat hierboven. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000.
Zie de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2169, en 7 april 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1028.
Zie Werkinstructie 2024/6 Geloofwaardigheidsbeoordeling (asiel).
P. 2 van het verhoor bij de politie van 8 oktober 2022.
P. 7 en 8 van het aanmeldgehoor van 9 november 2022.
Zie p. 4 en 10 van het aanmeldgehoor.
P. 9 van het nader gehoor.
P. 10 van het nader gehoor.
P. 13 en 14 van het nader gehoor.