ECLI:NL:RBDHA:2025:17850 - Rechtbank Den Haag - 25 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummer: NL:TZ:2501015:R-RK
vonnis van 25 september 2025
op het verzoek van:
[verzoeker], wonende binnen het arrondissement [plaats] .
Waar deze zaak over gaat [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.
1 De procedure
1.1. [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2. Het verzoek is behandeld op de zitting van 18 september 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- [verzoeker] , vergezeld door [naam 1] (partner),
- [naam 2] , schuldhulpverlener van de [gemeente] .
2 De beoordeling van het verzoek
2.1. [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. In beginsel moet een WSNP-verzoek ook zijn voorafgegaan door een deugdelijke poging om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.
2.2. Uit de stukken en dat wat op de zitting is besproken blijkt dat [verzoeker] dakloos is geweest en te kampen heeft gehad met ernstige persoonlijke problematiek die inmiddels is gestabiliseerd. Als gevolg hiervan is tijdens het minnelijk traject gebleken dat, hoewel alle schulden meer dan drie jaar geleden zijn ontstaan, mogelijk niet alle schulden bekend zijn. [verzoeker] staat al sinds 2019 onder beschermingsbewind. De schuldhulpverlener en [verzoeker] willen niet een minnelijke regeling afronden met het risico dat er toch nog meer schulden blijken te zijn. Daar komt nog bij dat de grootste schuldeiser bij voorbaat te kennen heeft gegeven niet akkoord te gaan met een minnelijke regeling. Onder deze omstandigheden is het naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat het niet mogelijk is om tot een succesvolle buitengerechtelijke schuldregeling te komen.
2.3. [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.4. De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.5. De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.6. Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.7. Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.
2.8. De termijn van de schuldsaneringsregeling gaat in op de dag van deze uitspraak. Het aangeleverde dossier biedt geen of te weinig (concrete en overzichtelijke) aanknopingspunten voor het bepalen van een eerdere ingangsdatum.
3 De beslissing
De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] , wonende binnen het arrondissement [plaats] ;
-
stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 25 september 2025;
-
stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
-
benoemt tot rechter-commissaris mr. drs. J.C.A.T. Frima en tot bewindvoerder:
[naam 3] (Sociaal.nl), Postbus 845 1440 AV Purmerend;
-
geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van [verzoeker] in te zien;
-
bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
o zolang de schuldsaneringsregeling loopt en o voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. drs. J.C.A.T. Frima, rechter, in samenwerking met F.J. Knaap LL.B., griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 september 2025.