Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17786 - Rechtbank Den Haag - 19 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1778619 september 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige kamer

Rekestnummer: FA RK 24-8236

Zaaknummer: C/09/675781

Datum beschikking: 19 september 2025

Omgang

Beschikking op de op 14 november 2024 ingekomen verzoeken van:

[de vader] ,

de vader, wonende op een voor de rechtbank bekend adres, advocaat: mr. J.M.C. Wittens te ’s-Gravenhage.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder, wonende op een voor de rechtbank bekend adres, advocaat: mr. M.B. Brouwer te ’s-Gravenhage.

Procedure

Bij beschikking van 7 februari 2025 van deze rechtbank:

De rechtbank heeft nogmaals kennis genomen van de stukken, waaronder nu ook:

  • het rapport en advies van de Raad van 23 mei 2025, kenmerk [kenmerk] ;

  • het F9-bericht van 1 september 2025 van de zijde van de vader;

  • het F9-bericht van 3 september 2025 van de zijde van de moeder.

Gelet op de inhoud van het adviesrapport van de Raad en de daarop gegeven reacties namens de vader en de moeder ziet de rechtbank aanleiding om – met instemming van partijen – zonder nadere mondelinge behandeling een eindbeslissing te wijzen op het nog voorliggende verzoek van de vader om een omgangsregeling tussen hem en [de minderjarige] vast te stellen.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist.

Uit het raadsrapport volgt samengevat het volgende. Het traject omgangsbegeleiding wordt uitgevoerd door Sensazorg. Het contact tussen de vader en [de minderjarige] is tijdens dit traject hersteld en de omgang verloopt goed. Conform de eerdere beschikking wordt de omgang stap voor stap opgebouwd. Ten tijde van het raadsrapport zag [de minderjarige] zijn vader 2 uur per week. [de minderjarige] is blij om zijn vader te zien en andersom geldt dat ook.

Vanwege een contactverbod dat geldt tot augustus 2026 hebben de beide ouders onderling geen contact met elkaar. Hierdoor vindt de communicatie via de omgangsbegeleider plaats. Zodra de omgang niet meer begeleid wordt, zullen de ouders naar verwachting hulp en ondersteuning nodig blijven hebben bij het maken van afspraken. Daarom zal Senzazorg bij afronding van het traject zorgdragen voor overdracht van de begeleiding aan een geschikte instantie.

Omdat [de minderjarige] drie jaar is en (ten tijde van het raadrapport) nog slaapt tussen de middag, de vader nog niet over zelfstandige woonruimte beschikt en omdat de omgangsregeling nog in opbouw is, adviseert de Raad om toe te werken naar een omgangsregeling waarbij [de minderjarige] een dagdeel per week (bijvoorbeeld op zondagochtend) bij zijn vader is, uiteindelijk onbegeleid.

De beide ouders hebben aangegeven dat zij instemmen met het advies van de Raad.

Omdat de rechtbank ook niet is gebleken dat sprake is van contra-indicaties in de zin van artikel 1:377a lid 3 Burgerlijk Wetboek, zal de rechtbank de door de Raad geadviseerde omgangsregeling in deze beschikking vastleggen. Omdat in het raadsrapport is opgenomen dat [de minderjarige] op dit moment zijn vader wekelijks twee uur ziet, zal de rechtbank dat in de beslissing opnemen. De rechtbank benadrukt dat als uitbreiding van de omgang door de hulpverlenende instantie in het belang van [de minderjarige] wordt geacht, of als uitbreiding inmiddels al heeft plaatsgevonden, de regie daartoe bij de hulpverlenende instantie ligt. Daarbij merkt de rechtbank op dat als de hulpverlenende instantie die de omgang begeleidt daartoe aanleiding ziet, uitbreiding van de omgang ook kan inhouden dat [de minderjarige] uiteindelijk op één of meer feestdagen bij zijn vader is. Zover is het op dit moment nog niet en om die reden zal de rechtbank geen vakantie- en feestdagenregeling vastleggen. Het meer of anders door de vader verzochte zal de rechtbank afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:

bepaalt dat de minderjarige: - [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats] ; wekelijks gedurende twee uur onder begeleiding van de betrokken hulpverleningsinstantie omgang met de vader heeft, welke omgangsregeling onder regie van de hulpverleningsinstantie kan worden uitgebreid;;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders verzochte.