Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16928 - Rechtbank past geen eerdere ingangsdatum WSNP toe bij onvoldoende aanknopingspunten - 15 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1692815 september 2025

Essentie

De rechtbank Den Haag laat verzoekers toe tot de WSNP omdat zij voldoen aan de eisen van goede trouw. De ingangsdatum wordt echter niet vervroegd, omdat het dossier onvoldoende concrete en overzichtelijke aanknopingspunten biedt om een eerdere datum te rechtvaardigen op basis van het minnelijk traject.

Rechtsgebieden

Civiel RechtInsolventierecht

Uitspraak inhoud

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team Insolventies

insolventienummers: C/09/25/1050 R en C/09/25/1051 R rekestnummers: NL:TZ:2501627:R-RK en NL:TZ:2501628:R-RK

vonnis van 15 september 2025

op de verzoeken van:

[verzoeker] geboren op [geboortedatum 1] 1981 te [geboorteplaats 1] ( [geboorteland] ), en [verzoekster] geboren op [geboortedatum 2] 1985 te [geboorteplaats 2] ( [geboorteland] ), beiden wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .

Waar deze zaak over gaat [verzoeker] en [verzoekster] bevinden zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor hun schulden te komen hebben [verzoeker] en [verzoekster] allebei een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Deze verzoeken worden toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1 De procedure

1.1. [verzoeker] en [verzoekster] hebben allebei een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.

1.2. De verzoeken zijn behandeld op de zitting van 15 september 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] en [verzoekster] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:

  • [verzoeker] en [verzoekster] , vergezeld door hun dochter (als tolk),
  • [naam 1] en [naam 2] , schuldhulpverleners van de gemeente Den Haag.

2 De beoordeling van het verzoek

2.1. [verzoeker] en [verzoekster] kunnen alleen worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevinden en zij te goeder trouw waren bij het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] en [verzoekster] aan de verplichtingen van de WSNP zullen voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.

2.2. [verzoeker] en [verzoekster] voldoen aan alle eisen en worden toegelaten tot de WSNP.

2.3. De verplichtingen waaraan [verzoeker] en [verzoekster] tijdens de WSNP moeten voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.

2.4. De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] en [verzoekster] .

2.5. Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] en [verzoekster] zich gedurende die periode houden aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] en [verzoekster] kunnen verhalen.

Ingangsdatum termijn van de WSNP

2.6. Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.

2.7. De termijn van de schuldsaneringsregeling gaat in op de dag van deze uitspraak. Het aangeleverde dossier biedt geen of te weinig (concrete en overzichtelijke) aanknopingspunten voor het bepalen van een eerdere ingangsdatum.

3 De beslissing

De rechtbank:

  • spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:

[verzoeker] geboren op [geboortedatum 1] 1981 te [geboorteplaats 1] ( [geboorteland] ), en [verzoekster] geboren op [geboortedatum 2] 1985 te [geboorteplaats 2] ( [geboorteland] ), beiden wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .

  • stelt de termijn van deze regelingen vast op achttien maanden, te rekenen vanaf vandaag;

  • stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;

  • benoemt tot rechter-commissaris mr. D. de Loor en tot bewindvoerder:

[naam 3] (Noordzij Insolventies), Postbus 144, 2260 AC Leidschendam;

  • geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van [verzoeker] en [verzoekster] in te zien;

  • bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:

o zolang de schuldsaneringsregelingen lopen en o voor zover de boedel toereikend is.

Dit is de beslissing van mr. D. de Loor, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 september 2025.