ECLI:NL:RBDHA:2025:16920 - WSNP-toelating met terugwerkende kracht en verlengde duur zonder inspanningsverplichting - 15 september 2025
Uitspraak
Essentie
De rechtbank laat een verzoeker toe tot de WSNP met een ingangsdatum in het verleden. Deze datum wordt bepaald op het moment van de eerste VTLB-berekening. De looptijd wordt met zes maanden verlengd om de bewindvoerder tijd te geven, waarbij verzoeker wordt ontheven van de inspannings- en afdrachtverplichting.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/25/1049
vonnis van 15 september 2025
op het verzoek van:
[verzoeker] geboren op [geboortedatum] 1962 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [postcode] te [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.
1 De procedure
1.1. [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2. Het verzoek is behandeld op de zitting van 8 september 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- [verzoeker] , vergezeld door [naam 1] , klantbegeleider van de gemeente Den Haag;
- [naam 2] en [naam 3] , schuldhulpverleners van de gemeente Den Haag, vergezeld door een stagiaire.
1.3. De uitspraak is bepaald op vandaag.
2 De beoordeling van het verzoek
2.1. [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.
2.2. [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3. De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.4. De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.5. Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.6. Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.
2.7. [verzoeker] verzoekt aftrek van de maanden van het minnelijk traject en als ingangsdatum 1 juli 2024.
2.8. De rechtbank zal het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen toewijzen. Als uitgangspunt voor aanvang van het minnelijk traject hanteert de rechtbank Den Haag het moment waarop de schuldhulpverlener de afloscapaciteit heeft vastgesteld aan de hand van een eerste correcte berekening van het Vrij te laten bedrag (de vtlb-berekening): zie in dit verband onder meer Rechtbank Den Haag, 10 april 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:5966. Dit geldt ook ingeval van beslag/ontbrekende afdrachtcapaciteit, want bepalend is het moment van vaststelling door de schuldhulpverlener van de (ontbrekende) afdracht en daarvoor is een correcte vtlb-berekening nodig. De vtlb-berekening is vastgesteld op 15 maart 2024 en hieruit blijkt dat geen sprake was en is van afdrachtcapaciteit. Daarbij komt dat uit de overgelegde medische stukken (waaronder het Sociaal Medisch Advies van 28 juli 2025) blijkt dat [verzoeker] al sinds 2023 volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal daarom bepalen dat de termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling vanaf de datum van de eerste correcte vtlb-berekening, te weten 15 maart 2024, begint te lopen.
Duur van de WSNP
2.9. In de uitspraak van vandaag wordt, zoals de wet voorschrijft, ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toe te zien dat [verzoeker] de verplichtingen voortvloeiende uit de WSNP naleeft. De bewindvoerder heeft verdergaande (wettelijke) bevoegdheden dan de schuldhulpverlening. De taak van de bewindvoerder is voorts om de boedel van [verzoeker] te beheren en te vereffenen. De boedel omvat alles wat [verzoeker] nu heeft en wat hij tijdens de looptijd van de WSNP van 18 maanden verkrijgt.
In dit geval is de toepassing van de WSNP ingegaan op 15 maart 2024. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat [verzoeker] sindsdien heeft voldaan aan de op hem rustende inspannings- en afdrachtplicht. De rechtbank volgt de aanbeveling van Recofa op, inhoudend dat de regeling in voorkomende gevallen wordt verlengd, zodat bewindvoerders en rechtbanken voldoende tijd hebben, minimaal zes maanden, om alle (administratieve) werkzaamheden uit te voeren. Daarom zal de looptijd van de WSNP worden verlengd, zodat de regeling eindigt op 15 maart 2026 (zes maanden na de datum van dit vonnis). Omdat [verzoeker] al wel sinds de ingangsdatum heeft voldaan aan de op hem rustende inspannings- en afdrachtverplichting, is [verzoeker] vanaf 15 september 2025 niet meer verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te verzamelen en de inkomsten boven het Vtlb af te dragen aan de boedel. Alle overige verplichtingen blijven gedurende de resterende duur van de WSNP bestaan.
3 De beslissing
De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] geboren op [geboortedatum] 1962 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [postcode] te [woonplaats] ;
-
wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum toe;
-
stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 15 maart 2024;
-
verlengt de termijn van deze regeling met zes maanden, zodat deze loopt tot 15 maart 2026 en ontheft [verzoeker] gedurende die periode van zijn sollicitatie- en afdrachtverplichting;
-
stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
-
benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder:
[naam 4] (Noordzij Insolventies) Postbus 144, 2260 AC Leidschendam;
-
geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van [verzoeker] in te zien;
-
bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
o zolang de schuldsaneringsregeling loopt en o voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 september 2025.