ECLI:NL:RBDHA:2025:16758 - Rechtbank Den Haag - 25 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Team Insolventie
Zittingsplaats ’s-Gravenhage
Rekestnummer: NL:TZ:2500962:R-RK en NL:TZ:2500963:R-RK
Vonnis van 25 augustus 2025
In de zaak van
[verzoekster 1], geboren op [geboortedatum 1] 1988 te [geboorteplaats 1] ,
en
[verzoekster 2], geboren op [geboortedatum 2] 1984 te [geboorteplaats 2] (Polen), beiden wonende te [adres] , [postcode] [plaats] , hierna: [verzoekster 1] en [verzoekster 2] ,
Waar deze zaak over gaat [verzoekster 1] en [verzoekster 2] bevinden zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor hun schulden te komen hebben [verzoekster 1] en [verzoekster 2] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.
1 De procedure
1.1. [verzoekster 1] en [verzoekster 2] hebben een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP. Daarbij is een verzoek gedaan tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum.
1.2. Het verzoek is behandeld op de zitting van 18 augustus 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoekster 1] en [verzoekster 2] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- [verzoekster 1] en [verzoekster 2] ,
- de heer [naam] , schuldhulpverlener bij Zuidweg & Partners.
2 De beoordeling van het verzoek
2.1. [verzoekster 1] en [verzoekster 2] kunnen alleen worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevinden en zij te goeder trouw waren bij het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoekster 1] en [verzoekster 2] aan de verplichtingen van de WSNP zullen voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.
2.2. [verzoekster 1] en [verzoekster 2] voldoen aan alle eisen en worden toegelaten tot de WSNP.
2.3. De verplichtingen waaraan [verzoekster 1] en [verzoekster 2] tijdens de WSNP moeten voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.4. De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoekster 1] en [verzoekster 2] .
2.5. Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoekster 1] en [verzoekster 2] zich gedurende die periode houden aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoekster 1] en [verzoekster 2] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.6. Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.
2.7. [verzoekster 1] en [verzoekster 2] verzoeken de ingangsdatum van de termijn van de WSNP te bepalen op 11 maart 2024.
2.8. De rechtbank zal het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen deels toewijzen. Uit de stukken is gebleken dat [verzoekster 1] en [verzoekster 2] zich in het minnelijk traject in totaal per saldo drie maanden maximaal hebben ingespannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verkrijgen. De rechtbank zal daarom bepalen dat de termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling vanaf 25 mei 2025 begint te lopen.
3 De beslissing
De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster 1], geboren op [geboortedatum 1] 1988 te [geboorteplaats 1] ,
en
[verzoekster 2], geboren op [geboortedatum 2] 1984 te [geboorteplaats 2] (Polen), beiden wonende te [adres] , [postcode] [plaats] ;
-
wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum toe;
-
stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 25 mei 2025;
-
stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
-
benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder:
N. Pavljasevic (Advocatenkantoor Loeff) Postbus 136 2990 AC Barendrecht;
-
geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van [verzoekster 1] en [verzoekster 2] in te zien;
-
bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
-
zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
-
voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met R.D.A. Babulall-Oemrawsingh, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2025.