Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16754 - Rechtbank Den Haag - 25 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1675425 augustus 2025

Rechtsgebieden

Civiel RechtInsolventierecht

Uitspraak inhoud

Team Insolventie

Zittingsplaats ’s-Gravenhage

Rekestnummer: NL:TZ:2500904:R-RK

Vonnis van 25 augustus 2025

op het verzoek van

[verzoekster], wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] , hierna te noemen [verzoekster] .

Waar deze zaak over gaat [verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor haar schulden te komen heeft [verzoekster] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1 De procedure

1.1. [verzoekster] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.

1.2. Het verzoek is behandeld op de zitting van 18 augustus 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoekster] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:

  • [verzoekster] , vergezeld door haar dochter [naam 1] ,
  • de heer [naam 2] en mevrouw [naam 3] , schuldhulpverleners van de gemeente Den Haag.

2 De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1. [verzoekster] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en zij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoekster] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.

2.2. [verzoekster] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.

2.3. De verplichtingen waaraan [verzoekster] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.

2.4. De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoekster] .

2.5. Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoekster] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoekster] kunnen verhalen.

Ingangsdatum termijn van de WSNP

2.6. Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.

2.7. [verzoekster] verzoekt de ingangsdatum van de termijn van de WSNP te bepalen op 30 mei 2024.

2.8. De rechtbank zal het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen toewijzen. De vtlb-berekening van [verzoekster] is vastgesteld op 29 mei 2024. Vanaf die datum heeft [verzoekster] zich maximaal ingespannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. De rechtbank zal daarom bepalen dat de termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling zoals verzocht vanaf 30 mei 2024 begint te lopen.

Duur van de WSNP

2.9. In de uitspraak van vandaag wordt, zoals de wet voorschrijft, ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toe te zien dat [verzoekster] de verplichtingen voortvloeiende uit de WSNP naleeft. De bewindvoerder heeft verdergaande (wettelijke) bevoegdheden dan de schuldhulpverlening. De taak van de bewindvoerder is voorts om de boedel van [verzoekster] te beheren en te vereffenen. De boedel omvat alles wat [verzoekster] nu heeft en wat zij tijdens de toepassing van de WSNP verkrijgt.

2.10. In dit geval is de toepassing van de WSNP vijftien maanden voor de uitspraak van vandaag ingegaan, namelijk op 30 mei 2024. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat [verzoekster] in die periode heeft voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting.

2.11. De rechtbank volgt echter de aanbeveling van Recofa op inhoudend dat de regeling in voorkomende gevallen wordt verlengd, zodat bewindvoerders en rechtbanken voldoende tijd hebben alle (administratieve) werkzaamheden uit te voeren. Daarom zal de looptijd van de regeling worden verlengd, zodat zij eindigt op 25 februari 2026 (zes maanden na de datum van dit vonnis). Omdat [verzoekster] al wel gedurende ten minste vijftien maanden heeft voldaan aan haar inspannings- en afdrachtverplichting, is zij vanaf 30 november 2025 niet meer verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te verzamelen en haar inkomsten boven het Vtlb af te dragen aan de boedel. Alle overige verplichtingen blijven gedurende de resterende duur van de WSNP bestaan.

3 De beslissing

De rechtbank:

  • spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:

[verzoekster] , geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ), wonende te [adres] , [postcode] 's-Gravenhage;

  • stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf

30 mei 2024;

  • bepaalt dat de looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt verlengd en eindigt op 25 februari 2026;

  • bepaalt dat de schuldenaar vanaf 30 november 2025 is ontheven van:

  • de inspanningsverplichting / sollicitatieverplichting;

  • de afdrachtverplichting ex artikel 295 leden 2 en 3 fw;

  • stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;

  • benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder:

[naam 4] (ERES Bewindvoering), Postbus 2888 2601 CW Delft;

  • geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van [verzoekster] in te zien;

  • bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:

  • zolang de schuldsaneringsregeling loopt en

  • voor zover de boedel toereikend is.

Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met R.D.A. Babulall-Oemrawsingh, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2025.