ECLI:NL:RBDHA:2024:1877 - Rechtbank Den Haag - 15 februari 2024
Uitspraak
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: 23/10569
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 februari 2024 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer [nummer], eiser
en
het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, het COa
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het COa van 22 augustus 2023 (het bestreden besluit) waarin aan eiser een maatregel is opgelegd.
1.1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is.
Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank beoordeelt de inhouding op de verstrekkingen aan eiser van een bedrag van € 14,02 per week, gedurende twee weken. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank is van oordeel dat het COa de maatregel terecht heeft opgelegd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. Het COa heeft de maatregel opgelegd, omdat op 21 augustus 2023 een vechtpartij heeft plaatsgevonden tussen eiser en een ander persoon met middelgrote impact. Volgens het COa is deze gedraging wat betreft aard en omvang zodanig ernstig dat dit de aan eiser op te leggen maatregel rechtvaardigt.
5. Eiser erkent dat hij betrokken is geweest bij de vechtpartij. Hij stelt zich op het standpunt dat de maatregel ten onrechte aan hem is opgelegd. Samen met een medewerker van het COa heeft eiser naar een oplossing gezocht om te voorkomen dat een dergelijke situatie zich nog eens voordoet en dat sindsdien alles rustig is.
6. Op grond van artikel 5 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers staat er beroep bij de rechtbank open tegen het bestreden besluit.
6.1. Op grond van artikel 10 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 heeft het COa de bevoegdheid om verstrekkingen te onthouden. De werkwijze van het COa bij het opleggen van maatregelen is neergelegd in het Maatregelenbeleid COA.
6.2. Op pagina 5 van het Maatregelenbeleid COA staat dat een maatregel van de categorieën 2 tot en met 3 wordt opgelegd als sprake is van middelgrote impact, bijvoorbeeld door agressie en geweld met een kleine impact, zoals een kleine ruzie. 7. Eiser betwist niet dat hij betrokken is geweest bij de vechtpartij. Het COa heeft het gedrag van eiser mogen beschouwen als overlast met een middelgrote impact. Het COa heeft een maatregel opgelegd van categorie 2. Gelet op het Maatregelenbeleid is dit een passende maatregel. Dat eiser naar een oplossing heeft gezocht en dat het inmiddels weer rustig is, geeft de rechtbank geen aanleiding om hier anders over te denken. Dit is weliswaar in eiser te prijzen, maar dit maakt niet dat de vechtpartij niet is gebeurd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het COa deze maatregel dan ook aan eiser kunnen opleggen.
Conclusie en gevolgen
6. Het beroep is kennelijk ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Kloppers, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2024.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over verzet Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.
Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dit mogelijk.