ECLI:NL:RBDHA:2024:1057 - Rechtbank Den Haag - 24 januari 2024
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.30056
v-nummer: [nummer] (gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en
(gemachtigde: mr. S. Zuithoff).
Procesverloop
Bij besluit van 14 september 2023 heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 14 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, A. Toma als tolk en de gemachtigde van verweerder.
Overwegingen
1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 2003 en de Syrische nationaliteit te hebben. Bij besluit van 22 april 2022 is eiseres in het bezit gesteld van een reguliere verblijfsvergunning (in het kader van nareis). Op 13 maart 2023 heeft zij een asielaanvraag ingediend in Nederland.
2. Bij het bestreden besluit is de asielaanvraag van eiseres op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw
3. Eiseres stelt dat haar aanvraag ten onrechte buiten behandeling is gesteld. Volgens eiseres is het niet verschijnen bij een aanmeldgehoor namelijk geen reden voor een buitenbehandelingstelling. Uit de nareisprocedure is immers al veel over eiseres bekend bij verweerder, waardoor een aanmeldgehoor geen noodzakelijk onderdeel is van haar asielaanvraag, omdat in dat gehoor de vluchtmotieven niet besproken worden. Hierbij verwijst eiseres naar een uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 22 november 2023.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Juridisch kader
4. Op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw kan een asielaanvraag buiten behandeling worden gesteld in de zin van artikel 28 van de Procedurerichtlijn, indien de vreemdeling heeft nagelaten te antwoorden op verzoeken om informatie te verstrekken die van wezenlijk belang is voor zijn aanvraag.
5. Op grond van artikel 3.45b, eerste lid, van het VV
6. Volgens het beleid van verweerder in paragraaf C2/8 van de Vc
Beoordeling
7. Niet in geschil is dat eiseres, zonder bericht van verhindering, niet is verschenen op het aanmeldgehoor van 28 juni 2023 en op het aanmeldgehoor van 17 augustus 2023. Hoewel, zoals verweerder in het verweerschrift en ter zitting heeft toegegeven, al informatie over eiseres bekend is bij verweerder, is een aanmeldgehoor bedoeld om meer/andere informatie te vergaren dan in een nareisprocedure het geval is. Hierbij verwijst verweerder terecht naar de WI
8. Voorts is ter beoordeling of eiseres verschoonbaar niet is verschenen bij het aanmeldgehoor. Uit het overgelegde vliegticket en de doktersverklaring blijkt dat zij ten tijde van het op 17 augustus 2023 geplande aanmeldgehoor bij haar echtgenoot in Libanon was. Uit de verklaringen van eiseres ter zitting blijkt verder dat zij zich ook bij het geplande aanmeldgehoor van 28 juni 2023 al in Libanon bevond. Verweerder heeft de verklaring van eiseres dat zij eind juni al naar Libanon is vertrokken, niet bestreden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat het niet verschijnen bij de aanmeldgehoren aan eiseres toe te rekenen is. Uit artikel 55, eerste lid, van de Vw volgt immers dat een vreemdeling die in afwachting is van een beslissing op zijn aanvraag zich beschikbaar moet houden voor verweerder in verband met het onderzoek naar de inwilligbaarheid van de aanvraag.
9. Om die reden heeft verweerder de aanvraag van eiseres op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw buiten behandeling kunnen stellen.
Conclusie
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Vreemdelingenwet 2000.
ECLI:NL:RBDHA:2023:18272.
Voorschrift Vreemdelingen 2000.
Vreemdelingencirculaire 2000.
Werkinstructie.
Zie ook hoofdstuk A5/4, van de Vreemdelingencirculaire 2000.