Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:20834 - Rechtbank Den Haag - 28 december 2023

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2023:2083428 december 2023

Uitspraak inhoud

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL23.13901

V-nummer: [V-nr.] (gemachtigde: mr. N. van Bremen),

en

Procesverloop

Bij besluit van 6 mei 2023 heeft verweerder tegen eiser een terugkeerbesluit (hierna: bestreden besluit) uitgevaardigd.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.

Op 20 juni 2023 heeft verweerder dossierstukken aan het dossier toegevoegd, waaronder een inreisverbod van 16 juni 2023.

Eiser is hierop in de gelegenheid gesteld de gronden van beroep aan te vullen. Dit heeft eiser nagelaten.

De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Britse nationaliteit.

2. Op 6 mei 2023 was eiser op de luchthaven Eindhoven voor een vlucht naar Londen. Daar heeft de Koninklijke Marechaussee vastgesteld dat eiser de vrije termijn had overschreden met negentien dagen. Daarop is aan eiser een terugkeerbesluit en een voornemen tot het uitvaardigen van een inreisverbod uitgereikt.

3. Eiser voert het volgende aan. Hij bezocht Nederland met als reden verblijf aan te vragen in het kader van te verrichten werkzaamheden. De onderliggende stukken ontbreken. Verweerder wordt dan ook verzocht om deze te uploaden. Daarnaast is uitdraai van de Schengen calculator onvolledig en onduidelijk. Er is sprake van een inreis op 9 januari 2023 en een uitreis op 11 maart 2023, alsmede een inreis op 20 maart en een uitreis op 25 maart 2023. Dat is innerlijk tegenstrijdig. Eiser heeft op geen enkel moment zijn verblijf overschreden, dit blijkt ook niet uit het besluit. Eiser verzoekt dan ook het bestreden besluit te vernietigen.

4. Op grond van artikel 3.3, eerste lid, aanhef en onder c, van het Vreemdelingenbesluit 2000 was het eiser toegestaan om 90 dagen in Nederland te verblijven. Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Verordening (EU) 2016/399 (Schengengrenscode) worden daarbij voor iedere dag van het verblijf de 180 voorafgaande dagen in aanmerking genomen. Volgens onderdeel A1/6 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) zijn bij de berekening van de vrije termijn de inreisstempels van de Schengenlanden leidend.

5. In het bestreden besluit heeft verweerder opgenomen dat eiser de vrije termijn met 19 dagen heeft overschreden. Uit het proces-verbaal van uitreiking van het besluit blijkt verder dat dit volgt uit de in het reisdocument aangebrachte Schengen-inreisstempel(s) en of uitreisstempels. Uit de uitdraai van de Schengen calculator blijkt voorts dat eiser op verschillende momenten Nederland is in- en uitgereisd en de vrije termijn heeft overschreden. In wat eiser in beroep aanvoert, kan geen aanleiding worden gevonden om aan te nemen dat dit niet juist is. Het terugkeerbesluit is daarom terecht opgelegd.

6. Het beroep is kennelijk ongegrond.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak? Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.