Terug naar bibliotheek
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5990 - Rechtbank Amsterdam - 15 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBAMS:2025:599015 augustus 2025

Rechtsgebieden

BestuursrechtBestuursprocesrecht

Genoemde wetsartikelen

Uitspraak inhoud

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 25/4691 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], uit [plaats] , verzoekers (gemachtigde: mr. W.H. Jebbink),

en

(gemachtigden: mr. H. Krans en mr. N.J. van der Pol).

Procesverloop

Verzoekers hebben een kennisgeving gedaan van een demonstratie op 16 augustus 2025 van 12.00 uur tot 19.00 uur. Het onderwerp van de demonstratie is ‘Solidariteit met Palestina’. De demonstratie start met een programma op de Dam en zal daarna een route lopen richting het Museumplein. De burgemeester heeft met het besluit van 14 augustus 2025 een voorschrift verbonden aan de demonstratie in de zin van artikel 5, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, in de zin dat de start van de demonstratie niet op de Dam mag plaatsvinden. Verzoekers moeten een andere startlocatie kiezen voor de demonstratie. Een route lopen en met de demonstratie eindigen op het Museumplein conform de kennisgeving is wel mogelijk. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft deze zaak op 15 augustus 2025 op de zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Daarnaast is aan de zijde van de burgemeester [naam] , namens de politie verschenen.

Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan.

Overwegingen

  1. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en zal dat hieronder toelichten.

  2. Het uitgangspunt is dat de organisatie van een demonstratie zelf de locatie kiest. De burgemeester is in beginsel gehouden de demonstratie te faciliteren. Het demonstratierecht mag in uitzonderlijke gevallen worden ingeperkt, zoals in het geval van reële vrees voor wanordelijkheden.

  3. De burgemeester moet onderbouwen waarom een eventuele beperking noodzakelijk is. Er moeten concrete aanwijzingen zijn dat er wanordelijkheden zullen plaatsvinden.

  4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester niet aannemelijk heeft gemaakt dat die concrete aanwijzingen er zijn. De burgemeester heeft niet aannemelijk gemaakt dat de situatie tijdens de demonstratie onbeheersbaar zal zijn. Op zitting is gebleken dat op zich de benodigde politiecapaciteit beschikbaar is, dat er geen tegen- demonstraties zijn aangemeld en dat de politie goede ervaringen heeft met deze organisator.

  5. De burgmeester verwijst naar eerdere demonstraties van dit jaar. Maar de burgemeester heeft niet aannemelijk gemaakt dat de vorige demonstraties onbeheersbaar waren waardoor het nu noodzakelijk is om een beperking op te leggen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de volgende voorziening toe: Verzoekers wordt toegestaan de demonstratie op 16 augustus 2025 zonder beperkingen te mogen houden, met start op de Dam, zoals aangekondigd in de kennisgeving van 8 augustus 2025.

De voorzieningenrechter ziet aanleiding te bepalen dat de burgemeester het griffierecht moet vergoeden en dat verzoekers ook een vergoeding krijgen van hun proceskosten. De burgemeester moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgen verzoekers een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Dit zijn twee proceshandelingen met een waarde per proceshandeling van € 907,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.814,-.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.D. Arnold, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C. Simonis, griffier, op 15 augustus 2025.

Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.